Artikel

Een slimme stad begint met overzicht

Sail 2025 (met digital twin) | Beeld: KPN

Steeds meer Nederlandse gemeenten zetten stappen richting de ‘slimme stad’. Toch is het merendeel van die digitale vernieuwing nog los zand. Want zonder samenhang, regie en een gedeeld fundament blijft veel maatschappelijke waarde onbenut.

‘Een slimme stad is geen verzameling slimme dingen’, zegt Orhan Sevil, Solution Manager bij KPN. ‘Je moet weten wat je hebt, hoe het samenwerkt, wie waarvoor verantwoordelijk is en waar de risico’s liggen. Die samenhang ontbreekt nu vaak.’

Slimme oplossingen zonder slimme regie

In veel steden zijn diverse afdelingen actief bezig met digitalisering, elk vanuit een eigen domein of opgave. Denk aan mobiliteit, afvalinzameling, groenvoorziening, openbare orde. Ieder heeft z’n eigen systeem, leverancier en contract. Een pilot hier, een dashboard daar. Maar slimme mobiliteit werkt bijvoorbeeld niet zonder inzicht in drukte, en duurzaamheid vraagt om datagestuurde keuzes over verlichting, energie en water. Een slimme stad bouwen alleen is dus niet genoeg: de vraag is hoe we de initiatieven om dit meer datagestuurd te krijgen beter op elkaar laten aansluiten. ‘Regie is de grote uitdaging’, stelt Sevil.
‘En die regie ligt bij gemeenten. Wij, als partner, organiseren de techniek, maar het zijn gemeenten die beleid moeten maken over hoe je omgaat met data, privacy, samenwerking en veiligheid.’

De stad als digitaal ecosysteem

Om van losse toepassingen naar een integraal smart city-beleid te komen, is meer nodig dan alleen een betrouwbare infrastructuur in de stad. Denk aan federatieve datadeling, digitale tweelingen (digital twins) van de openbare ruimte en real-time informatie-uitwisseling tussen hulpdiensten, gemeenten en andere partners.

‘Met de Data Services Hub, als onderdeel van een veilige data-infrastructuur, creëren we één centrale plek waar alle partijen hun datastromen op kunnen aansluiten’, zegt Bob Beelen, Manager Partners & Strategic Alliances bij KPN Data Services. ‘We zorgen dat sensordata – van slimme vuilnisbak tot verkeerslicht – op een veilige, schaalbare manier beschikbaar komt voor wie het nodig heeft. Elke partij behoudt de regie over z’n eigen data, maar profiteert van de gezamenlijke infrastructuur.’ Zo wordt het mogelijk om een common operational picture te creëren: één gedeeld beeld van de stad waarop verschillende diensten, van brandweer tot stadsbeheer, hun eigen acties kunnen baseren. Inmiddels wordt voor de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland deze aanpak door KPN, in samenwerking met de gemeente en andere partners, breder uitgerold. Dit na succesvol  schaduwdraaien tijdens grote evenementen als Koningsdag en Pride.

Opschalen vraagt om bestuur

Hoewel de techniek werkt, stokt de opschaling vaak bij organisatievraagstukken. ‘Het blijft vaak hangen in pilots omdat er geen structureel budget beschikbaar is om op te schalen’, legt Sevil uit. ‘Daarnaast zit je met versnippering binnen gemeenten, waardoor je een duidelijk eigenaarschap mist. De business heeft een functionele vraag die alleen ingevuld kan worden als alle afdelingen binnen de gemeente goed samenwerken op het vlak van IT, OT, Security, Privacy en communicatie.’

Een digitale stad vergt daarom niet alleen visie, maar ook bestuurlijke daadkracht, om van silo’s naar systemen te gaan. Om privacy en veiligheid vanaf het begin mee te nemen. En om als gemeente te durven sturen op open standaarden, hergebruik en samenwerking. Beelen: ‘We zien nu al in België hoe krachtig het kan zijn als je regionaal samenwerkt op basis van één  infrastructuur. Vijf steden – Brugge, Gent, Leuven, Roeselare en Knokke-Heist – wisselen via onze DSH real-time data uit. Als in Roeselare een overstroming dreigt, krijgen bewoners een sms met waar de dichtstbijzijnde zandzakken liggen. Diezelfde aanpak is direct inzetbaar in Gent. Dáár zit de kracht van een gezamenlijk fundament.’

Eén centrale plek waar alle partijen hun datastromen op aansluiten.

De publieke rol: transparantie en vertrouwen

Een slimme stad raakt direct aan publieke waarden. Burgers willen weten wat er met hun data gebeurt. En terecht. Zeker als het gaat om monitoring van mobiliteit, geluid, veiligheid of energiegebruik. Volgens Sevil ligt daar een belangrijke taak bij gemeenten. ‘Er is niks mis met camera’s of sensoren, als je maar vroegtijdig via diverse participatievormen duidelijk maakt wat je ermee gaat doen, en waarom. Als je uitlegt dat het voorkomt dat een wijk overstroomt of dat hulpdiensten sneller ter plekke zijn zonder privacygegevens te gebruiken, is er vaak juist veel draagvlak. Maar dat vertrouwen moet je natuurlijk wel verdienen.’

Digitalisering in de publieke ruimte is dus niet alleen een IT-vraagstuk. Het is evenzeer een democratisch, bestuurlijk en ethisch vraagstuk. Wie daar regie op durft te nemen, bouwt aan een digitale stad die werkt. Niet alleen technologisch, maar ook maatschappelijk.

Sail (2015) | Beeld KPN


Sterk digitaal fundament

De slimme stad vraagt niet per se om meer technologie, maar om betere organisatie. Een veilig, schaalbaar en transparant fundament dat net zo betrouwbaar is als het riool of het elektriciteitsnet. Alleen dan kan je inspelen op grote maatschappelijke opgaven en nieuwe technologieën als AI, digital twins of autonome mobiliteit.
Beelen besluit: ‘Er zijn al zoveel toepassingen mogelijk. Maar het begint met de basis. Als je als gemeente een veilige data-infrastructuur als fundament hebt, kan je versnellen. Lokaal, regionaal en nationaal. Want pas als de infrastructuur klopt ben je in staat om veilig en flexibel data uit te wisselen. En dan wordt de stad pas écht slim.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren