De Raad van State heeft in aanloop van een hoger beroep staatsraad advocaat-generaal Peter Wattel om juridisch advies gevraagd over een belangrijke bepaling in de Wet open overheid (Woo). Dit gebeurt in aanloop van een zaak die van groot belang is voor de uitvoeringspraktijk van de Woo.
De rechtbank oordeelde dat een memo van een ambtenaar aan een wethouder openbaar gemaakt had moeten worden, mits geanonimiseerd. Het college is tegen die uitspraak in hoger beroep gegaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
Belang voor transparantie én bestuurspraktijk
De uitkomst van deze zaak is van groot belang voor de uitvoeringspraktijk van de Woo, die sinds 2022 in werking is getreden ter vervanging van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De wet heeft als doel de transparantie van de overheid te vergroten, maar worstelt in de praktijk regelmatig met de balans tussen openbaarheid en de bescherming van intern beraad binnen bestuursorganen.
Volgens artikel 5.2 van de Woo hoeven persoonlijke beleidsopvattingen in principe niet openbaar te worden gemaakt. Maar wanneer zulke opvattingen voorkomen in documenten die zijn bedoeld voor formele besluitvorming, geldt juist wél een verplichting tot openbaarmaking – tenzij dit het interne overleg onevenredig zou schaden. Juist over die uitzondering moet nu duidelijkheid komen.
Verhelderende conclusie
Advocaat-generaal Wattel is gevraagd drie vragen te beantwoorden in zijn nog te verschijnen conclusie: wat wordt bedoeld met ‘formele bestuurlijke besluitvorming’; in welke gevallen intern beraad terecht beschermd kan blijven; en hoe die overwegingen van toepassing zijn op de casus van de gemeente Nunspeet. Zijn juridisch advies wordt op woensdag 9 juli 2025 openbaar gemaakt en kan een belangrijke rol spelen bij de verdere rechtsontwikkeling rond de Woo. De uiteindelijke uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak volgt later dit jaar.
Lees meer: