Veel overheden streven naar meer transparantie door data te delen. Maar leidt dit ook tot een betere overheid? Gijs van Maanen van het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) promoveerde 8 maart op een onderzoek naar open overheidsdata in de praktijk. Het is beter om te delen van data te zien als een vorm van informatieverdeling, stelt hij.
De boer ziet op de kaart iets anders dan de natuurbeschermer of de ambtenaar. | Beeld: Shutterstock
In zijn onderzoek beschrijft Van Maanen dat open data voornamelijk worden gezien als een vorm van communicatie tussen overheid en burger. Zie open data vooral als informatieverdeling, concludeert hij in zijn proefschrift ‘From communicating to distributing: studying open government and open data in the Netherlands’. Dat maakt inzichtelijker wat ervoor nodig is om een goede overheid te zijn.
Delen van grondwaterstanden
Van Maanen onderzocht het delen van grondwaterstanden door een waterschap en het delen van raadsinformatie door verschillende gemeenteraden. Daarbij koos hij voor een filosofisch-antropologische benadering. De eerste casus draait om een website waarop iedereen in real time kan zien hoe het ervoor staat met het grondwaterpeil in Brabant. Deze data hebben voor verschillende belanghebbenden verschillende betekenissen: de boer ziet op de kaart iets anders dan de natuurbeschermer of de ambtenaar. ‘Dat maakt het erg interessant om het veld in te gaan en met verschillende mensen over de waarde en de functie van zo’n dataset na te denken.’
‘Door het delen van grondwaterdata krijgt het publiek het idee dat grondwaterstanden vooral een waterprobleem zijn.
Aandacht stelen
Het open maken van informatie betekent onherroepelijk ook het wegnemen van aandacht voor andere informatie. ‘Het delen van data brengt allerlei veronderstellingen mee over wat van belang is om te delen met burgers,’ zegt Van Maanen daarover. ‘Door het delen van grondwaterdata krijgt het publiek het idee dat grondwaterstanden vooral een waterprobleem zijn. Door de aandacht voor het grondwaterpeil wordt er minder gekeken naar andere zaken die te maken hebben met waterbeleid, zoals bodemkwaliteit of de natuur.’
Reactief burgerschap
Daarnaast verdeelt de overheid door openheid ook bepaalde rollen. ‘Als je als gemeente gegevens over gemeenteraadsvergaderingen communiceert via een portaal, dan neem je aan dat de burger wil kijken naar vergaderingen die er al zijn geweest. Dat is reactief burgerschap. Daar is op zich niets mis mee, maar je kunt als open gemeenteraad ook kijken naar manieren om burgers meer invloed te geven op hoe beslissingen tot stand komen. Verbeter de capaciteiten van burgers om iets met gegevens te doen, bijvoorbeeld door cursussen datavaardigheden aan te bieden. Of geef cursussen over hoe een gemeenteraad überhaupt werkt, want dat weet ook niet iedereen. Of verstrek subsidies aan lokale journalistiek.’
Boring things
Het is niet of-of, benadrukt hij, eerder en-en. De echte vraag is hoe informatie moet worden verdeeld om de doelen van een open overheid te behalen. Dat is nog niet overal doorgedrongen.
Zo valt hem op dat er vanuit overheden veel interesse is in het Actieplan Open Overheid waar het gaat om open data en open algoritmes, maar veel minder voor open communicatie.
En binnen het technische gedeelte is er dan weer weinig aandacht voor de ‘boring things’ zoals Van Maanen dat noemt, de weinig sexy kwesties die wel de ruggengraat vormen van de open overheid. ‘De afkeer van boring things leidt ertoe dat de infrastructuur van de open overheid achterloopt of dreigt achter te lopen. Je ziet bijvoorbeeld dat gemeenten proberen om bestaande gegevens open te maken, vaak in de vorm van pdf’s. Voor journalisten en dataontwikkelaars zijn dat soort open data niet goed doorzoekbaar. Een open overheid moet nadenken over de kwaliteit van data, de kwaliteit van de infrastructuur en de raadsinformatiesystemen waarin de gegevens zijn opgeslagen.’
Een open overheid is dus lang niet altijd een overheid die zo veel mogelijk data online zet.
Persoonlijke benadering
Een open overheid is dus lang niet altijd een overheid die zo veel mogelijk data online zet. Soms hebben burgers meer aan een persoonlijke benadering. Van Maanen was onder de indruk van de aanpak van het waterschap. ‘Wanneer er discussie was tussen het waterschap en een boer over de correctheid van de online data, ging een ambtenaar van het waterschap met een grondboor het veld in, om samen met de boer het grondwater nog een keer te meten en eventueel gegevens te corrigeren. Dat is een heel andere manier van omgaan met informatie, die gaat over gezamenlijk data maken.’
Dit artikel werd eerder gepubliceerd bij onze collega’s van Binnenlands Bestuur