Overheid in transitie
Blog

Lessen uit het Drinkwaterarrest

Geen water uit de kraan
Burgers kunnen worden afgesloten van het drinkwater als er sprake is van (langdurige) wanbetaling. Dit gebeurt echter niet wanneer een drinkwaterbedrijf toevallig te weten komt dat op een adres kinderen wonen. | Beeld: Shutterstock

Proactieve dienstverlening staat hoog op de politieke agenda. Een overheidsbrede visie op proactieve dienstverlening is in de maak. Laten we scherp voor ogen houden wat het precies inhoudt. Het debat daarover wordt namelijk gedomineerd door twee hardnekkige misvattingen.

De eerste is dat proactieve dienstverlening vrijwel uitsluitend in verband wordt gebracht met niet-gebruik van toeslagen en uitkeringen. Op het eerste gezicht is dat logisch, want juist daar kan proactief handelen verschil maken. Maar het zou een gemiste kans zijn als het daarbij zou blijven. Zoals de Nationale ombudsman in zijn jaarverslag over 2022 heeft benadrukt, draait proactieve dienstverlening in de kern om het voorkomen van problemen en het beschermen van rechten van burgers. Dit vergt meer dan het reduceren van niet-gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen zoals toeslagen en uitkeringen.

De tweede misvatting is dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) proactieve dienstverlening zou belemmeren. De AVG biedt een kader voor zorgvuldige gegevensverwerkingen. Dat kader bestaat uit vele open normen die verwerkingsverantwoordelijken contextueel moeten toepassen. Het is dus zeker niet zo dat de AVG gegevensverwerkingen zonder meer blokkeert. Dat besef moet luider doorklinken in de praktijk wil proactieve dienstverlening van de grond komen.

Proactieve dienstverlening omvat meer dan het tegengaan van het niet-gebruik van sociale voorzieningen

Het Drinkwaterarrest kan hierbij als voorbeeld dienen. Burgers kunnen worden afgesloten van het drinkwater als er sprake is van (langdurige) wanbetaling. Dit gebeurt echter niet wanneer een drinkwaterbedrijf toevallig te weten komt dat op een adres kinderen wonen. Indien een medewerker van een drinkwaterbedrijf in een telefoongesprek hoort dat op een bepaald adres recent een bevalling heeft plaatsgevonden, wordt van waterafsluiting afgezien. Drinkwaterbedrijven vragen echter niet proactief informatie op over de gezinssamenstelling van een huishouden. Dat zou niet mogen van de AVG.

Het Gerechtshof Den Haag maakt in het Drinkwaterarrest korte metten met deze redenering. Het recht op toegang tot drinkwater is een fundamenteel recht (artikel 11 van het Internationaal Verdrag voor de Economische, Sociale en Culturele Rechten). Uit artikel 3 van het VN Kinderrechtenverdrag volgt dat de overheid en drinkwaterbedrijven al het redelijke moeten doen om dit recht te beschermen. Volgens het Hof kan het recht op toegang tot drinkwater worden opgevat als een vitaal belang in de zin van artikel 6, lid 1, sub d, AVG. Deze bepaling staat persoonsgegevensverwerkingen toe als zij noodzakelijk zijn om vitale belangen van burgers te beschermen. De AVG belemmert het proactief opvragen van informatie over de gezinssamenstelling van adressen dus niet. Integendeel: het fundamenteel recht van kinderen op voldoende drinkwater vereist dat die informatie wordt opgevraagd.

Twee lessen

Voor de overheidsbrede visie op proactieve dienstverlening kunnen twee lessen worden getrokken uit het Drinkwaterarrest. Het eerste is dat proactieve dienstverlening meer omvat dan het tegengaan van het niet-gebruik van sociale voorzieningen. Het tweede is dat de AVG weldegelijk ruimte biedt voor proactief handelen. Aan de opstellers van de overheidsbrede visie op proactieve dienstverlening is nu de taak die ruimte te nemen.

Deze blog werd gepubliceerd in iBestuur Magazine #56 van oktober 2025.
Nog geen abonnement? Klik HIER

Lees ook:

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren