Artikel

Living Lab Zaanstad: Experimenteren met de informatievoorziening

Een duwtje in de rug bij problemen op het gebied van werk, inkomen en zorg krijgen de inwoners van de gemeente Zaanstad voortaan bij een van de tien sociale wijkteams. Met slimme intakes en de sociale marktplaats BUUV stimuleert Zaanstad de eigen kracht van haar inwoners.

Duco Stuurman, directeur Maatschappelijke Ontwikkeling bij de gemeente Zaanstad

De decentralisaties doen een fors beroep op de veerkracht van gemeenten. Om niet iedereen het wiel te laten uitvinden, zoeken vijf gemeenten in zogenaamde Living Labs al experimenterend naar een werkende invulling van de transformatie in het sociaal domein. Daarbij wordt niet alles vooraf aan de tekentafel uitgedokterd. “Werkendeweg bekijken we wat werkt en wat niet”, zegt Duco Stuurman. Als directeur Maatschappelijke Ontwikkeling bij de gemeente Zaanstad draagt hij de verantwoordelijkheid voor wat vroeger de ‘sociale sector’ heette: onderwijs, sport, jeugd, zorg en welzijn.
De decentralisaties creëren vraagstukken rond de informatievoorziening waarop de Living Labs zich richten. Enschede ontwikkelt met enkele gemeenten in Oost-Nederland generieke modules die geschikt zijn voor grote en kleine gemeenten, Utrecht houdt zich bezig met een regiesysteem voor de korte termijn, Eindhoven doet datzelfde voor de lange termijn en Leeuwarden buigt zich over het privacyvraagstuk. Living Lab Zaanstad werkt aan het verbinden en verder ontwikkelen van bestaande componenten, samen met de huidige leveranciers.

Sociale wijkteams

Duco Stuurman: “Wij geven handen en voeten aan het principe één gezin, één plan, één regisseur. Van vier loketten gaat Zaanstad naar één aanspreekpunt voor burgers: het wijkteam.” Voorheen had elke regeling haar eigen intake-afdeling: de schuldhulpverlening, de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de bijzondere bijstand. Met de inzet van ICT probeert Stuurman die vier te verbinden en naar de ‘voorkant’ de brengen, bij de zogeheten sociale wijkteams.
Zaanstad kent ruim zeventig instellingen die specialistische zorg leveren. De één verzorgt maatschappelijke dienstverlening, de ander welzijn, een derde ondersteuning van licht verstandelijk gehandicapten. Stuurman: “Wij brengen veel van die functies onder bij één van de tien wijkteams of vijf jeugdteams. Dicht bij de burger. Niet specialistisch maar gegeneraliseerd, om de druk op de tweede lijn terug te dringen.”
Pas als er bijzondere of dure zorg nodig is, komt de gemeente in beeld. De teams worden daarvoor uitgebreid met medewerkers van de gemeente die voorheen aan de balie ieder hun eigen dienstverlening verzorgden. Die organiseren voortaan de indicering.

Slimme intakes

Om de druk van de nieuwe taakverdeling in het sociaal domein verder te verlichten, zoekt Zaanstad naar mogelijkheden om inwoners zoveel mogelijk zelf te laten doen. “We digitaliseren bijvoorbeeld de intake-processen voor de verschillende regelingen”, zegt Stuurman, “zodat inwoners zoveel mogelijk gegevens zelf thuis kunnen invullen.”
Zo ontstaan ook veel effectievere keukentafelgesprekken. Voor die slimmere intakes ontwikkelt Zaanstad de Snelbalies van Centric in door, samen met de leverancier, waardoor de verdere verwerking eenvoudiger wordt. “Dat is overigens maar één van de Centric-systemen die we gebruiken. We praten graag met een betrouwbare partner met wie we kunnen voortbouwen op de oplossingen die er al staan.”

Door digitaal te toetsen ontstaan effectievere gesprekken

Eigen verantwoordelijkheid

Tegelijkertijd zet de gemeente in op meer zelfredzaamheid. Stuurman: “Elkaar helpen is het devies. Iemand met schuldproblematiek kan wel bij de gemeente aankloppen, maar kan ook even bij een vrijwilliger uit de buurt het kasboekje op orde laten brengen. Hulp hoeft niet altijd van een professional te komen. Verder dachten we: waarom zouden we dat niet ook digitaal ondersteunen? Daarop zijn we gestart met het online burgerplatform BUUV.nu, dat we geleend hebben van de gemeente Haarlem. BUUV draait om dingen die je als buurt- of stadsgenoten voor elkaar kunt doen, zoals koken, hulp bij de administratie of een lift naar de huisarts. In drie maanden tijd hebben zich op de website zo’n achthonderd mensen ingeschreven om een medeburger te helpen. Als overheid faciliteren wij alleen het platform, niet wat er gebeurt en wanneer.”

Geen blauwdruk

Uitgebreide projectplannen bleven achterwege; slechts enkele principes vormden het vertrekpunt: integraliteit, automatiseren waar het kan, inwoners erbij betrekken en slim aansluiten bij de aanbieders, zoals Bureau Jeugdzorg. Op basis daarvan ging Zaanstad aan de slag. Wordt er toegewerkt naar een blauwdruk? “Nee, zie het als een houtskoolschets, die langzaam ingevuld gaat worden.” Stuurmans advies daarover aan andere gemeenten: “Zorg dat het ontwikkeltraject een symbiose is tussen de inhoudelijke opgave en de ICT-kant. Doe je dat niet, dan steven je af op een drama. Professionals stellen buiten in het veld diagnoses en techniek moet hen daarbij ondersteunen. Als de relatie met je leverancier goed is en je vindt elkaar in je visie, dan ligt er een goede basis. Ik geloof niet meer in aanbesteden: daarvoor moet je alles van tevoren bedenken, maar zo werkt het ontwikkelproces niet. Vaak ontdek je pas gaandeweg wat er nodig is. Om zo’n traject in te stappen is wederzijds vertrouwen nodig. Met onze bestaande leveranciers durven we dat aan.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren