Soms heb ik het gevoel dat velen met de rug naar de toekomst staan. Big data, 3D printing, het paradigma van overvloed en Singularity moeten ons aan het denken zetten.
We worden overspoeld met doorwrochte werken van toekomstdenkers. In deze serie van blogs heb ik eerder melding gemaakt van de inspiratie die, met uiteraard de nodige gezonde kritiek, kan worden opgedaan door kennis te nemen van die inzichten. Zij die ons meenemen in de trends van big data, 3D printing, het paradigma van overvloed en Singularity zetten ons aan het denken. Althans dat zou moeten.
Maar soms heb ik het gevoel dat velen – op belangrijke posities in onze maatschappij – met de rug naar die toekomst staan. Dat zij niet zien welke enorme veranderingen er op ons afkomen. En dat die ontwikkelingen in een soort versnelling lijken te komen; nanotechnologie, robotisering, digitalisering, noem maar op, de vernieuwingen volgen elkaar steeds sneller op.
De toekomst ligt voor ons, dat weten we allemaal. Dacht ik. Tot ik kennis nam van de tijdsopvatting van de Aymara, een Andesvolk. Wat zij zien is het verleden, en niet de toekomst. Die kennen ze niet; in hun taal is een achterhoofd of een rug synoniem aan de toekomst en vooruitkijken gaat over het verleden. De toekomst ligt achter hen. Ik probeer die houding tot me door te laten dringen en het leert me in ieder geval dat het nuttig is goed te kijken naar wat we hebben meegemaakt. Hoe we de laatste vijf tot tien jaar verder zijn gekomen dan de vijftig jaar daarvoor. Dat onze kennis verveelvoudigd is en dat de wet van Moore (tweejaarlijkse verdubbeling van het groeitempo door technologie), of wat we er van zien, tot nu toe blijkt te kloppen. Gaat dat door in de toekomst? We weten het niet.
Martijn Aslander en Erwin Witteveen schreven hun vervolg op Easycratie: ‘Nooit af’. Om iets te kunnen zeggen over waar we naar toe gaan moet je de processen van de achter ons liggende tijd goed analyseren. En zo komen zij tot een ‘best guess’ van wat de toekomst brengt. Maar als je kijkt naar het verleden (de focus van de Aymara) dan zie je een nooit eindigende beweging, van de ene vernieuwing naar de andere. De stelling van Aslander en Witteveen dat met de vier trends, genoemd in de aanhef van deze blog, de onzichtbare toekomst er in ieder geval fundamenteel anders uitziet dan het zichtbare verleden, wordt in hun nieuwe boek prachtig beschreven. Of je nou met de rug naar de toekomst staat of niet, het stemt tot nadenken over wat je eigen rol kan zijn. Het zijn uiteindelijk de mensen, ook op belangrijke posities, die ertoe doen.
En ondertussen zetten we belangrijke stappen om de Generieke Digitale Infrastructuur verder uit te rollen. We zijn het eens over de uitgangspunten voor de wet die eraan ten grondslag ligt. Op weg naar één overheid. De wet GDI schept mogelijkheden om als gehele overheid op één gezamenlijke wijze de digitale (interactieve) contacten met de burger en het bedrijfsleven te leggen. Een wet inderdaad, die kaders biedt, omdat we niet weten hoe de toekomst er precies op al die voorzieningen zal uitzien. Bovendien heeft de discussie in de Tweede Kamer richting gegeven hoe we verder kunnen met het stelsel van digitale identificatie en authenticatie. Met kleine, agile, stappen snel op weg naar een middel (publiek of privaat) van het hoogste veiligheidsniveau, dat op alle domeinen, van de gezondheidssector tot het onderwijs, van gemeenten tot en met de belastingdienst, ingezet kan worden. En in het private domein uiteraard. Spannend hoe die toekomst eruit zal zien!
De wet van Moore is allerminst een natuurwet maar een voorspelling uit de zestiger jaren die onverwacht lang stand heeft gehouden. Maar er komt een moment dat deze wet geschiedenis wordt.
Niettemin ben ik benieuwd welke dingen we allemaal anders gaan doen door de genoemde invloeden, en ik noem een mogelijk voorbeeld.
Perfectie is nooit haalbaar en het moment komt dat we dingen beter aan automaten kunnen overlaten dan aan mensen, al zijn ook die automaten niet perfect.
Voorbeeld: Ooit moet de beslissing vallen om een WOB verzoek voortaan af te handelen zonder dat daarvoor het bekende monnikenwerk hoeft te worden gedaan door mensen. Wat daarvoor nodig is, is een intelligent filter dat bij alle informatie kan, dus ook informatie die niet netjes gearchiveerd is. We doen dat archiveren immers verre van perfect: archieven zijn incompleet, er worden fouten gemaakt en ze kunnen nooit ingericht zijn op onverwachte thema’s die in de toekomst ontstaan.
Het kenmerk van zo’n aanpak is dat beslissingen pas bij opvragen worden genomen, ook als het gaat om het niet gebruiken van anonieme brieven over dubieuze deals. Die brieven gaan dus pas de shredder in nadat ze in het digitale pakhuis zijn opgeslagen.