Overheden moeten meer samen optrekken om beleid te maken dat uitvoerbaar is en steeds kijken hoe dat beter kan. Het kabinet wil investeren in samenwerking, oog hebben voor uitvoerbaarheid van beleid en bijdragen aan sterke medeoverheden.. Er komt een uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (UDO).
Minister Hanke Bruins-Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. | Beeld: Rijksoverheid
‘Goede interbestuurlijke samenwerking en samenwerking met maatschappelijke partners en inwoners zijn een randvoorwaarde om resultaten te boeken’, aldus de minister. Om goede resultaten te kunnen boeken moet de overheid ook aandacht hebben voor uitvoerbaarheid van het beleid. In de brief richt Bruins Slot zich op beleid dat een beroep doet op medeoverheden. De grootste winst is volgens de minister te behalen door aan het begin van elk beleidsvoornemen beter te doordenken ‘wat we willen bereiken, wie daarin welke bijdrage levert, hoe we daarbij samenwerken, welke middelen nodig zijn en wie de regie neemt als dat nodig is’. ‘En, heel belangrijk, wat wij doen als wij vaststellen dat er meer nodig is om de gezamenlijke inzet tot resultaten te laten leiden.’
Actieagenda Sterk Bestuur
Ze onderscheidt voor haar Actieagenda Sterk Bestuur vier samenhangende rode draden:
- investeren in de onderlinge samenwerking
- zorgen voor een passende verdeling van taken en bevoegdheden
- zorgen voor balans tussen ambities, taken, middelen en uitvoering
- zorgen voor goede ondersteuning van provincies, gemeenten en waterschappen.
Als leidraad voor de samenwerking en de omgangsvormen ziet Bruins Slot de geactualiseerde Code Interbestuurlijke Verhoudingen.
De minister wil geen nieuwe bestuurlijke blauwdruk voor bovengemeentelijke samenwerking.
Geen blauwdruk
Het ‘Huis van Thorbecke’ moet weer meer centraal staan bij de taaktoedeling aan de verschillende bestuurslagen en de bestuursorganen daarbinnen, zodat duidelijk is waar verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen en waarom voor één van de bestuurslagen is gekozen, aldus de minister. Die structuur ervan is goed, maar moet ‘veel beter worden benut’. De minister wil geen nieuwe bestuurlijke blauwdruk voor bovengemeentelijke samenwerking. Ze maakt liever gebruik van ‘taakdifferentiatie’. Verder moet een beleidskader meer duidelijkheid geven over het beleggen van taken bij het decentraal bestuur met bepaalde criteria voor taaktoedeling. Bij nieuwe taaktoedelingen denkt ze aan ‘gedeconcentreerde rijksdiensten’ in plaats van verplichte bovengemeentelijke samenwerking wanneer gemeenten een taak niet zelf kunnen uitvoeren en de taak ‘beperkt beleidsvrij’ is.
Uitvoerbaarheidstoets
Er komt een uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (UDO). De UDO en de bijdrage van BZK moeten vakdepartementen faciliteren bij het uitwerken van hun opgaven. BZK adviseert en helpt bij de juiste toepassing en bij de naleving van wet- en regelgeving voor decentrale overheden vanuit het normenkader interbestuurlijke verhoudingen. ‘Ik ben met de Raad van State van mening dat een permanent en generiek mechanisme van geschillenbeslechting niet bijdraagt aan het oplossen van de oorzaken van bestaande (financiële) spanningen.’ De minister heeft de Raad van State wel gevraagd te adviseren over mogelijk handelingsperspectieven bij onverwachte ontwikkelingen.
De minister zal de Tweede Kamer later in dit kwartaal nader informeren over de invulling van de Actieagenda.
Klik HIER op de Actieagenda Sterk Bestuur te downloaden