Minister zet toegang tot versleutelde berichten voor politie nog niet uit het hoofd
Er is geen discussie over het wel of niet in stand moeten houden van end-to-end encryptie, wel blijft het kabinet in Europees verband zoeken naar mogelijkheden om politie toegang te geven tot versleutelde gegevens. Dat geeft minister van Justitie en Veiligheid David van Weel aan in antwoord op Kamervragen.
Van Weel beantwoordde vorige week de Kamervragen van Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA) en Jesse Six Dijkstra (Nieuw Sociaal Contract) die wilden weten wat het standpunt is van de minister over versleutelde chatberichten, nadat diverse politiechefs zich hiertegen uitspraken. Van Weel stelt dat hij de zorgen onderkent, maar geeft ook aan dat er geen discussie is over het wel of niet in stand houden van end-to-end-encryptie of over voorstellen die dat onmogelijk maken. Het door het vorige kabinet ingenomen standpunt om encryptie in stand te houden staat volgens Van Weel niet ter discussie.
Lang proces zonder concrete oplossingen
Toch lijkt de minister de deur op een kier te zetten voor andere mogelijkheden die de politie toegang geeft tot versleutelde berichten. De blik is daarbij vooral op Brussel gericht. “Wel wil ik, zoals mijn voorganger vaak heeft benadrukt, het belang onderstrepen dat wij moeten blijven zoeken naar mogelijkheden om rechtmatige toegang tot gegevens mogelijk te maken en/of te behouden. Zoals de Kamer is geïnformeerd wordt onder andere in Europees verband naar oplossingen gezocht. Dat is echter een lang proces, waarbij nog geen concrete oplossingen in zicht zijn.”
Alternatieven
De minister beschrijft twee alternatieve manieren die ervoor zorgen dat end-to-end encryptie voor gebruikers blijft bestaan, maar de politie wel mogelijkheden geven om mee te lezen met verdachten. “Het bericht kan bijvoorbeeld versleuteld worden onderschept en later worden ontsleuteld. Dit blijkt echter tegenwoordig in de praktijk vaak technisch niet mogelijk.” Een andere mogelijkheid is volgens Van Weel dat de aanbieder van de communicatiedienst de encryptie voor de berichten van een specifieke verdachte niet toepast en de berichten onversleuteld aan de autoriteiten verstrekt. “Zoals ook aanbieders van openbare telecommunicatiediensten verplicht zijn de versleuteling ongedaan te maken in het geval van het aftappen van telecommunicatie.”
Wettelijke bepalingen
Van Weel wijst ook op het Wetboek van Strafvordering, dat bevoegdheden geeft voor de opsporing van strafbare feiten. “Deze bevoegdheden, zoals de bevoegdheid tot binnendringen in een geautomatiseerd werk, kunnen leiden tot een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en zijn daarom met voorwaarden en waarborgen omkleed. Deze wettelijke bepalingen zijn in beginsel techniek-neutraal. Of een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer gerechtvaardigd is, wordt derhalve niet bepaald door de keuze van de beveiligingstechniek van de verdachte.”
Lees meer: