Beschikbaarheid van goede data is cruciaal voor de aanpak van maatschappelijke opgaven. Het lijkt inmiddels een vanzelfsprekendheid, maar het delen en gebruik van data blijkt moeizaam. Bestuurders zien het belang, de werkvloer ziet zich geconfronteerd met de problemen. Het is de laag ertussen die cruciaal is. En juist die ontbreekt in veel gevallen.
Opgaven zoals de woningbouw, energietransitie of het terugdringen van het aantal mensen met problematische schulden vereisen een interbestuurlijke aanpak. De informatiebehoefte is dan ook steeds vaker afdelings- en domeinoverstijgend. Zo is voor de versnelling van de woningbouw data nodig van onder meer gemeenten, provincies en het rijk. Het is een hardnekkige misvatting dat dit een technische aangelegenheid is. Dataplatformen of systeemkoppelingen zijn van weinig waarde zonder inzicht in de datakwaliteit, de normen daarvoor en afspraken over eenduidige definities van de kritische datasets.
Het zijn de medewerkers op de werkvloer, zoals data analisten, die vrijwel dagelijks de gevolgen zien van het gebrek aan goede data. Het is vaak onbekend welke data beschikbaar is, of wat de kwaliteit is. De meeste tijd gaat dan ook op aan het zoeken naar de dataeigenaar binnen de organisatie. Discussies over bijvoorbeeld definities blijven daardoor hangen in goede bedoelingen, met niemand die zorgt voor verbinding en het doorhakken van knopen.
Op strategisch niveau groeit ondertussen de aandacht voor data. Er worden datastrategieën opgesteld en strategische doelen geformuleerd om meer datagedreven te gaan werken. Deze doelen worden echter zelden doorvertaald naar de lagen eronder, terwijl juist daar gestuurd moet worden op de realisatie van de strategie. Het is de tactische laag, de afdelingshoofden en teammanagers, waar het eigenaarschap en de verantwoordelijkheid georganiseerd moet worden om het delen en gebruik van data te faciliteren.
Het resultaat daarvan is dat eigenaarschap en sturing ontbreken. Medewerkers zijn vaak vol enthousiasme en goede bedoelingen maar hebben geen aanspreekpunt, geen escalatieroute en vaak ook geen capaciteit. Er worden afwegingskaders geïntroduceerd over ethiek en algoritmes, maar onduidelijk is wie de afweging moet maken. Verbinding tussen beleid en uitvoering, tussen afdelingen en tussen overheden blijft ad hoc en wordt zelden geformaliseerd.
Op korte termijn is juist hier een enorme slag te slaan, zonder grote investeringen of complexe projecten. Door rollen en verantwoordelijkheden te beleggen op alle lagen van de organisatie. Met datavertalers op de werkvloer als verbinder tussen data, beleid en uitvoering. En met dataeigenaren op tactische niveau die het mogelijk maken om over afdelingen en domeinen heen de slag te maken van ‘mijn data’ naar ‘onze data’.