Model van simpel lobbyregister moet tegenstanders overtuigen

Het bouwen van een lobbyregister, een onderwerp waar de politiek al jaren over steggelt, kostte Open State Foundation (OSF) welgeteld drie weken. Vorige week presenteerde de OSF het model aan demissionair minister Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zij had de organisatie gevraagd om mee te denken over het behapbaar maken van een transparantere overheid.
Makkelijk te gebruiken
De vraag voor ambtenaren is uiteindelijk niet hoe lang het kost om een lobbyregister te bouwen, maar hoeveel tijd het bijhouden van het register zal kosten. In maart wees Uitermark een voorstel voor een lobbyregister af, dat ze ‘niet proportioneel’ achtte. Bij die gelegenheid beloofde ze de openbare agenda’s van ministers beter toegankelijk te maken, om meer inzicht te geven in de toegang en beleidsinbreng van externen.
Stel je de vraag aan de medewerkers van OSF, dan zullen ze tegenwerpen dat het bijhouden van de openbare agenda’s blijkbaar ook heel veel gedoe is voor ambtenaren. In de aanloop naar de afspraak met Uitermark controleerden ze samen met de afdeling communicatie van BZK zes weken de agenda van de minister. Van de tien externe afspraken was slechts de de helft compleet, volgens de overheidsregels, ingevuld.
Het register dat OSF heeft gebouwd, is makkelijker voor gebruikers dan het huidige systeem, meent de organisatie. ‘Ons uitgangspunt was om het zo simpel mogelijk te maken, zodat geen tegenargument nog standhoudt,’ zegt OSF-directeur Serv Wiemers.
Inspiratie uit Estland
Voor de proof-of-concept keken ze onder meer naar het lobbyregister van Estland en Madrid. ‘In Estland is er geen wettelijke verplichting voor het bijhouden van het register, maar wordt werkenderwijs draagvlak gecreëerd,’ zegt Wiemers. Andere lobbyregisters, zoals dat van Brussel, dienden vooral ter inspiratie van hoe het níet moet. Te arbeidsintensief, te ingewikkeld. ‘Niet ieder doorgeknipt lintje hoeft te worden vermeld, maar wel alle afspraken met externe partijen.’
Ook koepelorganisaties
Alle afspraken die een overheidsvertegenwoordiger (een politicus, bestuurder of ambtenaar) heeft met belangenbehartigers van externe partijen zouden volgens het voorstel van OSF moeten worden geregistreerd; niet alleen werkbezoeken, maar ook telefoontjes, ronde tafels et cetera. Ook afspraken met koepelorganisaties zoals VNG en het IPO, maatschappelijke organisaties, bedrijven en onderwijsinstellingen komen in het register terecht.
In het voorstel moeten niet alleen politici, maar ook topambtenaren eraan geloven. De secretaris-generaal en directeuren-generaal van ministeries en politiek assistenten moeten hun afspraken met lobbyisten in het register noteren. Uitermark zei eerder in de Tweede Kamer daar niet voor te zijn. Greco, de toezichthouder op corruptie van de Raad van Europa, beveelt dit Nederland wel aan.
Serieus meenemen
Het lobbyregister is gebouwd volgens het uitgangspunt ‘beter eenvoudig dan perfect’; het biedt inzicht in wie waarover lobbyt en is goed doorzoekbaar. Er gelden uitzondering conform de Wet open overheid (Woo). Het model, dat nu nog niet openbaar wordt gedeeld, biedt de mogelijkheid om te ‘spelen’ in verschillende rollen om zodoende te ervaren dat het registeren of zoeken van een afspraak makkelijk is.
Uitermark reageerde enthousiast op het model, schrijft de organisatie. ‘Ze zei dat ze het serieus mee zou nemen’, aldus Wiemers. Hij hoopt dat het model voldoende munitie geeft om tegenstanders van het lobbyregister in het kabinet te overtuigen. In september staat er een vervolgbrief op het programma, waarin de minister meer duidelijkheid zal geven over de keuze om al dan niet met een lobbyregister aan de slag te gaan of het toch bij het beter bijhouden van openbare agenda’s te houden.
Lees ook: