Standaardiseren vraagt om inbreng van tijd en ideeën, maar ook om uithoudingsvermogen, vertrouwen en geduld.
Ergens halverwege de vorige eeuw bedacht de Amerikaan Malcom McLean dat invoering van standaardcontainers de mondiale vrachtvaart enorm vooruit zou kunnen helpen.
Stel je voor, iedere container dezelfde vorm en eigenschappen en ieder schip, kraan, trein of vrachtwagen dat daarop wordt afgestemd – wat een enorme impuls zou dat geven aan het maritieme handelssysteem. Maar wat zal het een moeite hebben gekost om iedereen daarvan te overtuigen. Ik kan mij zo voorstellen dat een bevrachter net nieuwe kranen had aangeschaft en er niks voor voelde die te vervangen door kranen die geschikt waren voor de standaardcontainers. Dat een paar grote rederijen mopperden over de kosten om hun schepen aan te passen en dat transporteurs eigenlijk zelf een veel beter idee hadden voor een snellere afhandeling van de vracht. Hun aarzelingen waren vast terecht. Het is tijdrovend, inspannend en soms ook duur om over te schakelen naar een andere, nieuwe manier van werken, maar uiteindelijk, zo schreef The Economist, heeft de standaardcontainer meer betekend voor de groei van de wereldhandel dan alle handelsakkoorden in de laatste vijftig jaar bij elkaar.
Wat heeft dit te maken met het onderwerp van deze column, de standaardisering binnen het domein Inkomen van gemeentelijke dienstverlenings- en werkprocessen, zult u zich afvragen? Alles. Standaardiseren vraagt niet alleen om goede ideeën, maar vooral om betrokkenheid, doorzettingsvermogen en om de bereidheid je eigen goede ideeën aan de kant te schuiven, om water bij de wijn te willen doen.
Iedereen zal beamen dat gemeentelijke samenwerking voordelen oplevert. Standaardiseren in de uitvoering biedt mogelijkheden op hoogwaardige IT en op het smeden van al even hoogwaardige ketens. Dat begint met een afspraak over de standaard. Het is het minste lastige deel, maar al moeilijk genoeg. Denk aan het overeenkomen van één definitie van het begrip ‘inkomen’ voor alle organisaties in de publieke sector. De stap van de papieren afspraak naar realiteit is nog lastiger. Want ja, tussen droom en daad staan ook in dit geval bezwaren en bestaande processen in de weg.
Standaardiseren kan betekenen dat je je eigen goedlopende proces moet inruilen voor een standaard waarvan je nog niet weet of die even goed of beter zal werken. Het betekent dat je goede ideeën misschien wel goede ideeën zullen blijven. Dat je op je handen moet gaan zitten in plaats van zelf creatief aan de slag te gaan. En daar wel even op zal moeten blijven zitten omdat standaardisering een langdurig en taai proces is. Het is een monnikenwerk dat vraagt om geduld, motivatie en uithoudingsvermogen. En altijd is daar het gevaar dat gedurende het proces iemand afhaakt of toch kiest voor zijn eigen oplossing, in plaats van voor de afgesproken standaard. Vanwege ongeduld en omdat korte termijn succes belangrijker wordt gevonden dan een fundamentele structuurvernieuwing. Maar waarom is de standaardcontainer zo’n megasucces geworden? Omdat men begreep dat lange termijn vertrouwen meer oplevert dan korte termijn succes. En iedereen zich daarom conformeerde aan de gemaakte afspraken en bereid was daarin te investeren, ook al waren de voordelen aanvankelijk ongewis.
Zo’n soortgelijk proces is ook in het domein Inkomen nodig en ik roep dan ook alle gemeenten op om hierin samen te investeren. Dat vraagt niet alleen om de inbreng van tijd en ideeën, maar ook om het geduld, uithoudingsvermogen en het vertrouwen in de goede afloop. Aan mij zal het niet liggen, ik ben al lang overtuigd van het belang van standaardisering. Het woord is nu aan jullie.
Wouter de Haan is kwartiermaker-directeur van Gemeentelijke Basisprocessen Inkomen (GBI)