De troonrede van vorige maand maakte duidelijk dat Nederland volop in transitie is. Bijzonder is wel dat bij deze andere toekomst niet wordt gezegd dat óók de overheid mee moet veranderen. Het ontbreekt aan ambitie. Wil de overheid haar positie en legitimiteit in de samenleving behouden, dan zou een tandje erbij niet misstaan.
Ook de overheid moet zich in de huidige maatschappij snel snel op nieuwe situaties kunnen inrichten. | Beeld: Shutterstock
Voor wie het nog niet wist, maakte de troonrede van vorige maand duidelijk dat Nederland volop in transitie is. De toekomst zal, in de woorden van de koning, “anders zijn, want onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen”.
Bijzonder is wel dat bij deze andere toekomst niet wordt gezegd dat óók de overheid mee moet veranderen. De overheid vervult namelijk een centrale rol bij het regisseren en faciliteren van de nieuwe richting(en) die we als samenleving inslaan, en het borgen van de publieke kernwaarden tijdens dat proces.
De huidige staat van de overheid is echter niet onverdeeld positief. Insiders als de topambtenaren Roel Bekker, Bernard ter Haar en Herman Tjeenk Willink hebben het over “een patroon van onvermogen, een proces van ineenstorting en een wrakkige en uitgewoonde overheid”. Denk aan gehaaste wetgeving met daarin te weinig oog voor de uitvoering, de silo-achtige werkwijze tussen ministeries en bestuurslagen, de te grote nadruk op efficiency, economie en rendement in beleid, de doorgeschoten marktwerking, of het slechte crisismanagement (Stikstof, Groningen, Toeslagen).
Wendbare overheid
Transitiedeskundige Jan Rotmans, en vele anderen met hem, zien de noodzaak van een wendbare overheid. Volgens onderzoek draait het daarbij niet alleen om flexibele werkwijzen (dus niet alleen agile of scrum), maar om het brede vermogen van organisaties om zich snel op een nieuwe situatie in te richten.
Hierbij draait het om vier capaciteiten:
- tijdig signaleren van veranderingen
- snel kunnen bedenken van passende maatregelen
- snel besluiten kunnen nemen over de te nemen maatregelen
- snel kunnen implementeren van genomen besluiten
Onnodig om te zeggen dat bij alle vier deze capaciteiten de inzet van digitale technologie en het gebruik van data een belangrijke rol vervullen.
Hetzelfde onderzoek laat zien dat ruim een derde van de managers (voor niet alle overheidsorganisaties is wendbaarheid een noodzaak) binnen de publieke sector een hoge onvoorspelbare dynamiek ervaart, en dat slechts een klein deel vindt dat men wendbaar genoeg is. Er bestaat dus ruimte voor verbetering, om het maar eufemistisch uit te drukken.
BZK zet vooral in op “business-as-usual”, met de hoop op een beetje beter.
De minister van BZK is de eerst aangewezene om richting en leiding te geven aan concrete plannen op het gebied van de wendbaarheid van de overheidsorganisatie. Wie de stukken van dit ministerie erop naslaat komt echter van een koude kermis thuis. BZK zet vooral in op “business-as-usual”, met de hoop op een beetje beter.
Het openbaar bestuur krijgt een portie “voortdurend onderhoud”, om te voldoen aan “de hoge eisen die worden gesteld door de complexiteit van de maatschappelijke opgaven en de dynamiek van de omgeving”. Gaat het specifiek om de Rijksdienst, dan wordt ingezet op (betere) samenwerking tussen bestuurslagen, met als speerpunten: uitvoerbaarheid, openheid en kwaliteit. De ambitie is één slagvaardige en grenzeloos samenwerkende overheid. Wie het Huis van Thorbecke kent, weet dat zelfs het verplaatsen van het kleinste muurtje al een prestatie van formaat is.
Wil de overheid haar positie en legitimiteit in de samenleving behouden, dan zou een tandje erbij niet misstaan. Meest belangrijk daarbij is dat de overheid zelf de urgentie beseft van de noodzakelijke verandering die zij moet ondergaan.
Weinig bemoedigend in dat opzicht was de uitspraak “dat er een grens is aan de wendbare overheid” van minister Kaag van Financiën in haar toelichting op de Miljoenennota. Met dit gebrek aan politieke aandacht, de grote hoeveelheid prioritaire dossiers, het gebrek aan visie op de overheid van de toekomst, én de bestaande krapte op de arbeidsmarkt, zal het een hell of a job worden om de kwaliteit en het functioneren van de overheid naar een hoger plan te krijgen. Toch is er geen ontkomen aan. Wie weet of Johan Remkes eerdaags weer tijd heeft?
Evert-Jan Mulder is eigenaar van Red Plume Consultancy
Hein Hendriks is directeur business development bij Atos Publieke Sector