Minister De Jonge schuift de invoering van de Omgevingswet met een half jaar op. Hij negeert met dit vijfde uitstel het advies van het Adviescollege ICT-Toetsing dat bij nieuw uitstel een fundamentele herbezinning op het digitale stelsel aanraadde. Voor die laatste optie schrijft de minister ‘geen steun bij de medeoverheden en het bedrijfsleven’ te hebben gehoord.
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge. | Beeld: Shutterstock
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge schrijft aan de Kamer dat hoewel er recent veel vorderingen zijn gemaakt bij het invoeren van de wet, hij toch een half jaar langer de tijd neemt. Naast verder testen en oefenen, wil De Jonge de tijd gebruiken om provincies en gemeenten meer te kunnen ondersteunen,
Volgens de minister drongen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen en de rijkspartijen aan om vast te houden aan de datum van inwerkingtreding per 1 januari 2023, maar drongen de provincies aan op uitstekl ‘Inwerkingtreding op 1 januari 2023 is in de ogen van IPO […] te vroeg, omdat nog niet alle elementen op de voor de provincies belangrijke instrumenten (of tijdelijke alternatieve maatregelen daarvoor), in de keten zijn beproefd.’
Voor- en nadelen
Met de nieuwe datum van 1 juli 2023 krijgen de koepels volgens De Jonge extra test- en oefentijd. De verwachting is dat de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (TAM’s) nu minder nodig zijn, ‘omdat de leveranciers langer de tijd hebben hun laatste software voor inwerkingtreding op te leveren’. Ook resteert nu meer tijd om de ondersteuning van de bevoegd gezagen beter in te richten.
Uitstel leidt tot extra kosten voor de bevoegde gezagen en rijkspartijen.
Nadeel is wel dat dat gemeenten die ondertussen al in de startblokken staan hun werkprocessen niet kunnen afronden. ‘Uitstel brengt voor deze partijen extra werklast met zich mee in verband met de benodigde aanpassingen van werkwijze, wet- en regelgeving en het inrichten van de voorbereiding naar een nieuwe inwerkingtredingsdatum.’
Verder leidt het nieuwe uitstel er ook toe dat de instrumenten en de beleidsvernieuwingen van de Omgevingswet later ingezet kunnen worden. ‘Dit leidt tot dubbel werk voor projecten en ontwikkelingen die in voorbereiding waren.’ En: ‘Voor nieuwe regelgeving die begin 2023 in werking moet treden, zal zowel het huidige recht nog moeten worden gewijzigd als het stelsel van de Omgevingswet. Dit leidt tot meerwerk.’ Tot slot leidt de nieuwe datumverplaatsing tot extra kosten voor de bevoegde gezagen en rijkspartijen.