Onderzoek Binnenlands Bestuur: Grijs circuit gaat Rutte-doctrine vervangen
Een grijs circuit. Stukken die geen echte feiten meer bevatten. Een dubbele boekhouding. Dit zal volgens een groot deel van de ambtenaren het gevolg zijn van meer transparantie en openheid bij besluitvorming door het kabinet of college. Minder dan de helft van hen is er voorstander van om te breken met de zogenaamde ‘Rutte-doctrine’. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur in samenwerking met FNV Overheid.
Beeld: Shutterstock
Aan het (online) onderzoek hebben 3.412 ambtenaren van rijk, gemeenten, provincies en waterschappen meegedaan. Aanleiding voor het onderzoek is het besluit van het kabinet om te breken met de zogeheten Rutte-doctrine. Bij elk kabinetsbesluit worden vanaf 1 mei onderliggende stukken van ambtenaren, waarop het besluit is gebaseerd, actief openbaar gemaakt. De toeslagenaffaire, waarbij het kabinet de Kamer jarenlang onthield van cruciale informatie, heeft het – inmiddels demissionaire – kabinet tot dit besluit gebracht.
Lang niet alle ambtenaren zijn voor meer transparantie en openheid bij besluitvorming door kabinet of college. Ruim vier op de tien ambtenaren zijn dat wel; een op de vijf ambtenaren ziet dit helemaal niet zitten. Bijna een derde van de ambtenaren is ervan overtuigd dat er een ‘parallel’ of ‘grijs’ circuit gaat ontstaan, waarbij in de praktijk toch niet alle stukken openbaar worden gemaakt. Nog eens 35 procent acht de kans aanwezig dat er een informeel circuit zal ontstaan. Slechts 3 procent zegt dat hier absoluut geen sprake van zal zijn. De angst onder rijksambtenaren om openlijk toelichting te geven op het ontstaan van zo’n grijs circuit is groot.
Toeslagenaffaire
Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur in samenwerking met FNV Overheid. Aan het (online) onderzoek hebben 3.412 ambtenaren van rijk, gemeenten, provincies en waterschappen meegedaan. Aanleiding voor het onderzoek is het besluit van het kabinet om te breken met de zogeheten Rutte-doctrine. Bij elk kabinetsbesluit worden vanaf 1 mei onderliggende stukken van ambtenaren, waarop het besluit is gebaseerd, actief openbaar gemaakt. De toeslagenaffaire, waarbij het kabinet de Kamer jarenlang onthield van cruciale informatie, heeft het – inmiddels demissionaire – kabinet tot dit besluit gebracht.
Ongewenst handelen
‘Verandert de huidige werkwijze van kabinet en Kamers niet, dan ben ik er zeker van dat er een parallel circuit gaat ontstaan of dat geen enkel stuk nog de echte feiten gaat bevatten’, stelt een ambtenaar van het ministerie van Financiën. ‘Na het toeslagendebacle zal ‘de politiek’ zich − naar verwachting − de komende tijd netjes en transparant opstellen. Je kunt echter niet uitsluiten dat het op termijn toch weer zal leiden tot niet gewenst handelen’, zo stelt een collega. ‘Het risico ontstaat dat er een dubbele boekhouding op na wordt gehouden’, stelt een rijksambtenaar. Diverse ambtenaren geven aan dat er veel meer zal worden gebeld en een meer informele overlegstructuur zal ontstaan, zodat niet alles op papier komt te staan.
Politieke druk
Er is nu al een parallel circuit, geeft een aantal ambtenaren aan. ‘Vanuit de politiek wordt druk uitgeoefend om zaken niet in notities op te nemen. Ambtenaren worden onder druk gezet om zichzelf te censureren’, stelt een ambtenaar van het ministerie van Financiën. ‘Ik denk dat het een utopie is dat alles openbaar wordt gemaakt’, stelt een collega van datzelfde ministerie. Een gemeenteambtenaar: ‘Dat grijze circuit was er al en zal er altijd zijn.’
Angst voor represailles
Geen enkele rijksambtenaar, waaronder een flink aantal van de onder vuur liggende Belastingdienst maar ook van elders op het ministerie van Financiën, wil desgevraagd openlijk het ontstaan of bestaan van dat grijze circuit toelichten. Ook ambtenaren van andere ministeries durven niet. Ze vrezen voor hun carrière of hun baan, zo blijkt uit vele telefoongesprekken die de redactie van Binnenlands Bestuur met respondenten heeft gevoerd. ‘Werknemers voelen zich geremd uit angst voor represailles op het werk. Zij zijn bang dat hen de mond wordt gesnoerd of dat zij promotie kunnen vergeten. Ook aan dit onderdeel van de doctrine moet een einde komen’, stelt FNV-vicevoorzitter Kitty Jong in een reactie.
Meer openheid
Iets minder dan de helft van alle ambtenaren (45 procent) is voor meer openheid over de besluitvorming en de afwegingen die daaraan ten grondslag liggen, zo blijkt uit het onderzoek. Van de rijksambtenaren is een nipte meerderheid (51 procent) voorstander van actieve openbaarmaking van stukken − geschreven door ambtenaren − die aan een kabinetsbesluit ten grondslag liggen.
Onwerkbaar
Transparantie in het openbaar bestuur is belangrijk, zo stellen de voorstanders van meer openheid. Daarnaast heeft iedere inwoner recht op alle informatie die tot een bepaald besluit heeft geleid, vinden zij. Ook komt het de besluitvorming ten goede. De ambtenaren die tegen actieve openbaarmaking zijn, hebben als voornaamste bezwaar dat ze zich dan niet meer vrij voelen om verschillende beleidsopties te formuleren. Het is bovendien onwerkbaar en het komt de besluitvorming niet ten goede, stellen zij. Tevens vrezen zij druk van bovenaf om niet naar eer en weten te adviseren.
Terughoudend
Zowel voor- als tegenstanders van meer openheid, wijzen op risico’s van actieve openbaarmaking van beleidsstukken. Uit angst voor hun leidinggevenden zullen ambtenaren terughoudendheid zijn bij het opstellen van adviezen, zo stelt een groot aantal ambtenaren. De vrees is dat kritische ambtenaren de mond wordt gesnoerd en op een zijpad wordt gerangeerd. Als tot actieve openbaarmaking wordt besloten, moet de anonimiteit van ambtenaren worden gewaarborgd, stelt een aantal respondenten. Anderen stellen dat sommige informatie vertrouwelijk moet blijven omdat de onderhandelingspositie van bijvoorbeeld een gemeente of provincie kan schaden.
Het onlineonderzoek is uitgezet onder de leden van FNV Overheid. Het gaat om ambtenaren van het rijk, gemeenten, provincies en waterschappen. In totaal hebben 3.412 ambtenaren tussen 26 januari en 2 februari de vragenlijst ingevuld.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de website van Binnenlands Bestuur