Podium

Op zoek naar de waarde van geo-informatie

Het grootste deel van het werk van provincies heeft een link met locaties. Het is dan ook niet vreemd dat geo-informatie daarin een belangrijke rol speelt. Maar hoe zorg je er nu voor dat al die informatie niet alleen interessant is voor bijvoorbeeld bestuurders, maar ook voor burgers die er zelf mee aan de slag kunnen? De provincie Groningen maakt hierin forse stappen.

Marijke ter Steege en Ron Wardenier

Stel dat je wilt weten hoeveel bushaltes er in je provincie zijn, hoeveel asfalt er ligt tussen Pieterburen en Zoutkamp of als je wilt weten waar een nieuwe provinciale weg komt te liggen. In dat soort gevallen komen de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) of de Basisregistratie Topografie (BRT) goed van pas. “Geo is voor ons erg belangrijk. Bij steeds meer vraagstukken speelt locatie een rol”, aldus Marijke ter Steege, informatiemanager bij de provincie Groningen. “Gelukkig wordt het belang ervan en dus ook van de geo-basisregistraties, steeds meer onderkend.” Ook Ron Wardenier, geo-adviseur bij de provincie Groningen, ervaart dat geo-informatie bij uitstek geschikt is voor provincies. “Onze kerntaken liggen bijna allemaal ergens buiten. Provinciale wegen, vaarwegen, allerlei objecten daar omheen, die allemaal in kaart zijn gebracht. Maar ook als het gaat om subsidies, qua natuur. Het is ruimtelijke informatie. Verder merk je, ook door de komst van de Omgevingswet, dat partijen elkaar opzoeken. Waar voorheen ieder van die partijen eigen data verzamelde, wordt dat nu samen opgepakt. Geo speelt daarbij een voorname rol.”

Dat geo een voorname rol speelt, heeft óók te maken met de opgaven die de provincie Groningen heeft liggen. Marijke ter Steege zegt daarover: “Wij hebben de focus nu liggen op een zestal speerpunten, zoals circulaire economie, energietransitie en leefbaarheid. Vanuit die opgaven krijgen wij vanuit politiek en bestuur ook steeds meer vragen die vanuit een integrale benadering en visualisatie behoefte hebben aan intelligente data die opvraagbaar is en waar je ook nog eens analyses op kunt uitvoeren. Dat moet er toe leiden dat bestuurders betere besluiten kunnen nemen en betere afwegingen kunnen maken. Bij voorkeur niet te veel tekst, maar wel veel grafiekjes en plaatjes en natuurlijk voorzien van goede context.”

Rol van de BGT

Met ingang van 1 juli 2017 zijn overheden en organisaties die in opdracht van de overheid werken, verplicht de BGT te gebruiken. Echte problemen heeft de invoering van de BGT bij de provincie Groningen niet gegeven. “Eigenlijk hebben we die invoering hier erg voortvarend opgepakt door elkaar (gemeenten, Rijkswaterstaat, waterschappen en provincie) al in een vroeg stadium op te zoeken om zaken rondom de BGT met elkaar af te stemmen“, zo schetst Marijke ter Steege. Een van de weinige ‘hobbels’ die om de hoek kwam kijken, had te maken met de mate van detail waar betrokken partijen voor stonden. “Daarbij gaat het bijvoorbeeld over interpretatie en planning en de techniek die je daarbij gebruikt. Of welke applicaties je gebruikt en hoe die aansluiten op andere applicaties. Of over hoe je kunt leveren aan de landelijke voorzieningen en dat afstemt met je medebronhouders die wellicht een andere applicatie gebruiken. Wat een positief en krachtig middel is gebleken dat wij als provincie de BGT in eigen beheer hebben gebouwd en niet hebben uitbesteed. Daarmee hebben wij ook direct de kennis en kunde in huis gehaald en weten we ook wat je ermee kunt. Nu moeten we alleen nog zorgen dat mensen gebruik gaan maken van de integrale beheerkaart.”

Kleinschalig ontmoet grootschalig

Veel problemen om de BGT intern aan de man te brengen, verwacht Marijke ter Steege niet. “Vrijwel iedereen herkent de registratie inmiddels en dat betekent dat nu vanuit beheer en onderhoud ook vragen komen om hun areaal af te stemmen op de BGT. Volgens mij zitten we nu in een fase dat iedereen beseft wat de meerwaarde is van deze basisregistratie. Het helpt als je daarbij de voordelen voor ogen hebt. De beheerder hoeft niet meer z’n eigen kaart te gaan bijhouden, want dat doen de mensen van de BGT wel. Het betekent dat iedereen zich kan toespitsen op zijn eigen specialiteit en zich daar weer verder in kan ontwikkelen. Daarmee kunnen we onze ambitie als organisatie ook weer een stapje hoger leggen.” Er is nog een andere reden waarom de provincie Groningen veel waarde hecht aan het gebruik van de BGT, zo legt Ron Wardenier uit. “Van oudsher heb je een scheiding tussen grootschalig en kleinschalig geo. Die laatste is ook erg geïnteresseerd in de BGT. Als het bijvoorbeeld gaat over subsidies in natuur, dan wordt dat nu nog op de topografische kaart gebaseerd. Eigenlijk is dat niet zo exact en is het ook een ander schaalniveau dan de BGT. Op dit moment zwengelen wij landelijk een discussie aan om de BGT ook te gaan gebruiken als referentie, om daarop te gaan begrenzen. Wij zijn van mening dat het de datakwaliteit ten goede komt. Zo zouden ook omgevingsplannen, waar we straks in de Omgevingswet naar toe gaan, ook veel meer gebruik moeten maken van de BGT.”

Ongeacht de invoering van de BGT of andere (geo-)basisregistraties, is goede en slimme uitwisseling van (geo-)gegevens altijd wel zinvol. Dat vond ook de gemeente Groningen, die zo rond 2011/2012, samen met de provincie Groningen, twee waterschappen en het bedrijf Geon een initiatief startte om te kijken hoe gegevens onderling slimmer uitgewisseld konden worden. “In eerste instantie kwam dat project niet echt van de grond, ook al omdat het ontbrak aan regie”, zo schetst Wardenier. Toch bleef het idee levend. “Na een aantal pogingen lukte het uiteindelijk wel en voor een aantal andere Groninger gemeenten was dat ook reden om in te stappen.”

Gegevensknooppunt

Een van die gemeenten was Stadskanaal, waar Marijke ter Steege toentertijd nog coördinator geo-informatie was. Voor haar kwam het initiatief, het Gegevensknooppunt Groningen (GKG), op het juiste moment. “In Stadskanaal waren wij erg op zoek naar iets dat een vervolg kon zijn van de BGT-transitiebijeenkomsten in Groningen. Tijdens die bijeenkomsten was er altijd enorm veel goede energie, veel kennisdeling, en dat wilden wij graag voortzetten. Ik raakte met Bert Gerlofs van Geon aan de praat en zo kwamen een aantal dingen samen.” Nadat ook de gemeente Delfzijl aanhaakte, werd redelijk snel daarna begonnen met de opzet van een ‘proeftuin’. In de proeftuin stond een viertal inhoudelijke thema’s centraal en het leidde er toe dat gelijk ook een aantal grote stappen werd gezet. Wardenier: “Ook al omdat mensen vanuit verschillende organisaties en vanuit verschillende disciplines bij elkaar aan tafel zaten en de lijntjes kort waren.”

Na de aanvankelijke stroeve start is het GKG inmiddels uitgegroeid tot een ‘beweging’, waaraan door circa veertig organisaties uit overheid, onderwijs en bedrijfsleven wordt deelgenomen. Ook de invulling van de GKG krijgt steeds meer vorm. De proeftuintjes, die ook een tijdelijk karakter hadden, zijn verdwenen. “Dat was toch allemaal een beetje veel houtje-touwtje gedoe”, aldus Ron Wardenier. “We konden kaartjes maken en de data bij elkaar brengen, maar veel stelde dat nog niet voor. Nu zitten we halverwege de echte ontwikkelfase.” Verder zijn er werk- en kennisgroepen opgestart, waarbij een van de speerpunten is dat de samenstelling van die groepen met enige regelmaat wijzigt. Ter Steege: “Je wilt een vliegwieleffect krijgen, waarbij de kennisdeling goed op gang komt. Je zult altijd een aantal organisaties hebben en houden die overal bij betrokken zijn en die graag voorop lopen, maar we willen ook graag de anderen om ons heen enthousiasmeren.”

Informatiebeheer

Bij het werken aan de GKG, maar ook anderszins binnen de provincie Groningen, wordt veelvuldig gebruikgemaakt van informatie, data, kaarten. Dat betekent dat feitelijk ook bestanden worden samengevoegd waardoor een data-ophoping ontstaat. Niet alleen moet die berg informatie, data en kaarten worden beheerd en regelmatig worden opgeschoond, maar ook biedt het tal van nieuwe kansen en toepassingen. Ter Steege: “Je gaat steeds meer waarde creëren vanuit data en wat ons betreft hoort dat er ook gewoon bij. Je hebt een stukje data science en datavisualisatie en dat is een mooie volgende stap. Zeker bezien vanuit de geo-informatiehoek.” Wat Ron Wardenier betreft past die ontwikkeling ook in het beeld van de provincie en de wensen van burgers, waarbij informatie in verrijkte vorm wordt aangeboden. “Waar we volgens mij naartoe willen is dat gebruikers straks zelf informatie kunnen verrijken en aan de slag kunnen met data. Dan lever je, bijvoorbeeld als provincie, niet meer een kant-en-klaar product op, maar enkel de tools om dat product te maken en eventueel aan te kunnen passen. Dan heb je het écht over zelfredzaamheid.”

Dit verhaal is onderdeel van een korte reeks over het gebruik van geo-informatie, waaronder de BGT

  • Hans van der Meij (Geo4kant) | 22 september 2017, 12:49

    Een mooi beschouwend artikel met veel herkenbare zaken.

    Opvallend is wel de constatering dat er nu (eindelijk) interesse ontstaat voor de BGT vanuit ‘kleinschalig geo’ bij de provincie, met name in relatie tot natuurgebieden en bijbehorende subsidieregelingen

    Ik heb het altijd een gemiste kans gevonden om het bronhoudersschap voor dit soort objecten bij de gemeenten neer te leggen, terwijl de sturende processen bij de provincie zitten.

    Maar wellicht dat dit in de toekomst nog eens gaat schuiven en de bijhouding hiervan meer op een logische plek terecht gaat komen.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren