Een trip naar Estland leert mij vooral dat we het in Nederland niet slecht doen, maar wel veel te ingewikkeld en met veel te veel eigen baasjes.
Het is wel grappig te zien hoe de meningen over de digitale ontwikkelingen in Estland zijn verdeeld. Sommigen vinden het zonde van alle energie en tijd om ter plekke te horen hoe de Estse overheid de digitalisering oppakt. Anderen zijn echte fans en willen iedereen, inclusief de Tweede Kamer commissie, oproepen toch vooral te gaan.
Vanuit mijn verantwoordelijkheid om de digitalisering van de overheid in Nederland te bevorderen en de regie te voeren over de digitale infrastructuur, kon ik er natuurlijk niet omheen. Dus ben ik met twee collega’s naar Estland en Finland getrokken om mijn licht op te steken. Net als zo velen, die mij voorgingen. Er gaat niets boven een eigen oordeel, en van vooringenomen standpunten moet ik al helemaal niets hebben. En eerlijk gezegd ben ik er niet naartoe gegaan met de verwachting dat alles wat ik in de Baltische staat zou aantreffen één op één in Nederland van toepassing zou zijn. In Finland heb ik gekeken naar de manier waarop daar de Estse aanpak ook werkt of juist niet.
Wat zijn mijn eerste indrukken? Eerst maar eens zonder alle, ongetwijfeld nuttige, nuances:
- De houding van de overheid is veel meer oplossingsgericht; niet de problemen zijn de aanjagers van vernieuwing, maar juist de mogelijkheden die de technologie biedt. Geen groots plan, maar gewoon aan de slag en waar nodig verbeteren;
- per hoofd van de bevolking wordt stukken effectiever gewerkt aan de digitalisering van de overheid dan in Nederland; ik heb doorgevraagd over de inzet van middelen en mensen in de diverse onderdelen van de digitale overheid en de verschillen zijn frappant;
- op politiek niveau is er grote betrokkenheid bij de gezamenlijke aanpak (iedere minister is van de digitale overheid), en vanuit een grote mate van vanzelfsprekendheid; de uitwerking van genomen besluiten wordt in samenwerking met de private sector opgepakt en niet steeds ter discussie gesteld;
- voorzieningen en dienstverlening vanuit de overheid sluiten aan op de leefwereld van mensen en zijn grotendeels gebaseerd op de mobiele apparaten;
- de verschillen met Nederland als het gaat om uitwisseling van gegevens zijn veel minder groot dan gesuggereerd; de zogenaamde Xroad is een slim samenspel van wat bij ons nog in aparte voorzieningen is georganiseerd;
- de eenmalige aanlevering van gegevens voor meervoudig gebruik, wat bij ons een politieke doelstelling is (regeerakkoord), is in Estland al in een wet vastgelegd. Ik doel hier uiteraard niet op de wettelijke grondslag van ons (puike) stelstel van basisregistraties. Datzelfde geldt voor de toegang tot die gegevens, waar in Nederland nog wat achterhoede-gevechten over worden gevoerd;
- de scheiding tussen de publieke en private wereld is in Estland doorbroken; de door ons opgelegde begrenzing van het BSN-nummer bijvoorbeeld is daar veilig beslecht;
- en tot slot is de oplossing voor digitale identificatie en authenticatie zoveel eenvoudiger dan in Nederland aangevlogen, dat je je afvraagt of wij nog een draai kunnen maken?
Op basis van deze acht observaties, die we natuurlijk niet allemaal kunnen onthouden, springt één rode draad in het oog. En dat is: het kan allemaal een stuk minder ingewikkeld! Aan al deze punten en andere, zoals het digitale recept (van de apotheek) en digitaal stemmen, wil ik in de komende tijd in mijn rol als Digicommissaris zeker meer aandacht geven, maar de algemene conclusie is wel: we doen het Nederland zo gek nog niet, alleen wel veel te ingewikkeld, met veel te veel eigen baasjes.
als ‘fan’ van de Estse mentaliteit en aanpak herken ik me zeer in de analyse van Bas Eenhoorn. Wat ik van de Esten zelf terug hoor is dat het geen rocket science is. Maar vooral gezond verstand gebruiken, besluiten nemen en daar op doorpakken.
Ook eens met Bas dat NL zelf ook aantal goede digitale voorzieningen heeft.
De combinatie met wat andere landen – zoals Estland en NL – bieden, zou wel eens de sleutel kunnen zijn voor de Digital Single Market in EU.
Ik pleit dan ook voor een ‘best of breed’ van de digitale voorzieningen die verschillende Europese landen hebben. Een (vrijwillig) combi-pakket waarmee elke EU-lidstaat makkelijk aan de slag kan en ook meteen voldoet aan EU regelgeving (eIDAS etc).
Ontegenzeggelijk is Estland bezig met een aantal leuke dingen.
Dat neemt niet weg dat nogal wat kanttekeningen zijn te plaatsen bij bovenstaande analyse.
“overheid oplossingsgericht; mogelijkheden die de technologie biedt.zijn de aanjagers van vernieuwing”
Daarvoor zijn in Nederland sinds de 80er jaren van de vorige eeuw nu juist allerlei architecturen ontworpen. Daaraan wordt tot op vandaag gewerkt, tegen allerlei onkunde en onwil bij beleidsmakers in.
“per hoofd van de bevolking wordt stukken effectiever gewerkt aan de digitalisering van de overheid dan in Nederland;”
Dat is dan ook één van de oorzaken dat het in Nederland zoveel stroperiger, om niet te zeggen amateuristischer aan toe gaat.
“op politiek niveau is er grote betrokkenheid bij de gezamenlijke aanpak “
Die is er in Nederland ook, maar dan toegespitst op de eigen zuil of keten. We blijven Hollanders hè?
“voorzieningen en dienstverlening vanuit de overheid sluiten aan op de leefwereld van mensen en zijn grotendeels gebaseerd op de mobiele apparaten”
De leefwereld van de Nederlander is niet zo digitaal gericht als allerlei hijgerige beleidsmakers en ingehuurde consultants willen doen geloven. Dat is ook niet de doelstelling van ons overheidsbeleid Digitaal 2017 dat juist stelt ‘Succesvol digitaal; stel mensen centraal’. De Nederlander springt er Europees bovengemiddeld uit maar is digitaal toch niet overdreven handig, noch geïnteresseerd. En dat zijn er méér dan de door Plasterk gebagatelliseerde ‘digibeten’.
“eenmalige aanlevering van gegevens voor meervoudig gebruik”
Dit is al sinds de 80er jaren van de vorige eeuw grondbeginsel voor de Nederlandse overheidsinformatievoorziening, en is ook vastgelegd in een wet (in materiële zin) zie Besluit informatievoorziening in de rijksdienst 1990.
“de scheiding tussen de publieke en private wereld is in Estland doorbroken”
De uitbestedings- en privatiseringsgolf in Nederland heeft sinds de 80er jaren de scheiding tussen de publieke en private wereld zeer effectief opgeheven. Een ‘bedrijfsmatige overheid’ en een grootbedrijf zijn onderling nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden. Zowel managementtechnisch als financieel. ‘Follow the people, follow the money’.
“digitale identificatie en authenticatie zoveel eenvoudiger dan in Nederland”
Zo zomaar kunnen. Reeds sinds de invoering van de Chipknip probeert Nederland zoveel mogelijk doeklen en belangen te verenigen in één oplossing. Met een compromis als logische consequentie van al dat gepolder, zodat uiteindelijk niets écht goed werkt.
En inmiddels zijn we nog steeds bezig beveiligingsbewustzijn te kweken en is Nederland van privacy-haven verworden tot politiestaat, met OV-card als symbool.
“vooral gezond verstand gebruiken, besluiten nemen en daar op doorpakken”
Stoere managementspeak, waarbij regels, kennis en ruime ervaring terzijde worden geschoven onder een volstrekt gebrek aan accountability. ‘It’s easier to ask forgiveness than it is to get permission.’ Waarna vele faalprojecten en miljoenen later de constatering komt dat een betere oplossing reeds lang voorhanden was en dat beginselen van rechtsstatelijkheid met voeten zijn getreden.
“wat bij ons nog in aparte voorzieningen is georganiseerd”
Heeft IT-architectonisch een zeer goede reden. Wat niet bij elkaar hoort moet je ook niet samenvoegen dat leidt alleen maar tot onnodige complexiteit en graaigrage vingertjes bij ambtenaren.
‘Zoals een goed ambtenaar betaamt’ was de titel van een Liber Amicorum uit 2010.
Wat een goed ambtenaar betaamt heeft reeds in 2016 een volstrekt andere invulling gekregen. Download de app!
Ben even getriggerd Bas door je opmerking: ‘het kan allemaal een stuk minder ingewikkeld!’. Iets in mij zegt dat dit klinkt als ‘Alles draait om de eenvoud’ met een knipoog naar Het Goede Doel uit de jaren ’80. Gewoon minder acteren vanuit een instituut en meer vanuit het maatschappelijke vraagstuk. Daar waren we toch van als overheid?
Nederland pilot land. In de basis is er in Estland voor ons niets nieuws te vinden. Sterker nog: in pilot vorm zijn we hier technisch al een stuk verder, bijvoorbeeld met blockchain toepassingen, big data, IoT en Cloud. Het verschil zit hem alleen in de schaal en de dwingendheid vanuit wet- en regelgeving, die er in Estland wel is en Nederland nauwelijks. Juist door duidelijkheid te creëren maak je dingen eenvoudig.