Onvoldoende erkenning van de potentie, een te abstracte innovatieagenda en het mijden van risico’s en kosten zijn de belangrijkste belemmeringen om tot innovatiegericht inkopen te komen, constateert een werkgroep van inkoopprofessionals en wetenschappers. De minister van EZK stuurde het rapport eind december naar de Tweede Kamer.
Bestuurders en directeuren wel innovatiegericht inkopen, maar de praktijk is weerbarstig. | Beeld: Shutterstock
De Werkgroep Innovatiegericht Inkopen had eerder van de minister de opdracht gekregen knelpunten bij innovatiegericht inkopen te inventariseren en mogelijke oplossingen aan de dragen. De werkgroep, ondersteund door PIANOo, heeft de belemmeringen opgehaald bij aanbestedende diensten en experts. Hiervoor heeft ze onder meer deskresearch, interviews en een werkcongres georganiseerd. Tijdens de inventarisatie zijn de belemmeringen per thema geclusterd (Politiek/Bestuurlijk, Organisatorisch, Financieel, Mindset, Kennis en vaardigheden, Juridisch).
Klik HIER om het rapport te downloaden
Gebrek aan betrokkenheid en verantwoordelijkheid
Bestuurders en directeuren wel doorgaans wel dat er innovatiegericht wordt ingekocht of in algemene zin innovatie plaatsvindt, maar de praktijk is weerbarstig. Er is maar weinig betrokkenheid voor innovatiegericht inkopen vanuit de top en management. Dit leidt binnen een organisatie tot minder interesse en draagvlak voor innovaties en minder samenwerking, schrijft de werkgroep. ‘Een ambtenaar met een slim idee moet dit vaak naast de reguliere activiteiten oppakken (in het bijzonder als er niet politiek mee ‘gescoord’ kan worden).’
Ook de huidige verkokering van overheidsorganisaties is een belemmering voor innovatiegericht inkopen. ‘Regelmatig trekken innovatieafdelingen het eigenaarschap van de innovatieve oplossing naar zich toe. Hierdoor voelt de uitvoeringsverantwoordelijke zich minder verbonden met de innovatie en komt de implementatie en opschaling minder snel op gang (“not invented here”).
Prof. dr. ir. Joop Halman & Dr. ir. Bart Lenderink: “Publieke opdrachtgevers moeten zich meer bewust worden van hun eigen sturingsmogelijkheden om de ontwikkeling en toepassing van innovaties binnen projecten en programma’s positief te beïnvloeden.”
Lange looptijd, hogere risico’s
Innovatiegericht inkopen heeft vaak een langere doorlooptijd nodig dan reguliere inkooptrajecten. Bovendien zijn er meer en hogere risico’s aangezien er sprake is van onzekerheid over de uitkomst. De kosten gaan voor de baat uit. Verdeling van de kosten en de risico’s tussen overheden onderling loopt stroef en aanbestedingen worden hierop niet altijd slim ingericht. Een individuele overheidsorganisatie wil of kan de kosten en risico’s van de ‘first mover’ niet dragen en wacht daarom tot een ander overheid deze eerste stap maakt. Ook komt het regelmatig voor dat de baten van een innovatie bij andere overheidsonderdelen liggen dan waar de lasten liggen (door verkokering).
Aanbevelingen
1. Stel een strategisch actieplan op voor innovatiegericht inkopen, in lijn met innovatieagenda’s; Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s) kunnen met de
missies een richting bieden voor het inzetten van inkoopkracht
2. Bied voorlichting en ondersteuning over innovatiegericht inkopen; Stel interne kennisambassadeurs aan stimuleer het uitvoeren van marktconsultaties en het delen van uitkomsten
3. Zoek de (thematische) samenwerking en verbind middelen die er al zijn; Werk samen in Startup in Residence (SiR) programma’s en stimuleer Buyer Groups. Neem als EZK een leidende rol voor de aansturing van innovatiegericht inkopen.
We moeten ook niet te star denken. Organisaties die zaken inkopen denken impliciet nog steeds in producten of diensten, maar hoe gaan ze om met een stuk hardware waar Machine Learning een AI traint op een nog niet vooraf gespecificeerde taak bijvoorbeeld? Is dat nu hardware of software? Is dat nu een product of een dienst?
De wetgeving verandert zo snel dat de Staat waarschijnlijk draait op een fractie van de mogelijkheden, binnen doorgaans allang achterhaalde waardeketenmodellen, omdat je het ook de (doorgaans volstrekt digibete) bestuurder moet kunnen uitleggen.
Binnen de Staat wordt eerder geëxtrapoleerd op oude documenten, dan fris gedacht in waardevrije Service Design Thinking – of Business modellen.
Zo evolueert een Zeppelin nooit tot een Concorde. Je zult een andere Visie Architectuur moeten ontwikkelen voor hetzelfde vraagstuk. Leeg vel, fris denken en daarna werken binnen de uiteindelijke mogelijkheden. Door bijvoorbeeld alleen al uit te gaan van het Cyclisch Innovatie Model (CIM) zou innovatie al veel gestructureerder worden aangepakt en niet langer lineair. Door te denken vanuit Data Spaces/data ecosystemen wordt de traditionele stovepipe aanpak doorbroken, door niet langer te denken in te implementeren infrastructuur, maar in te combineren data.
Zie ook http://www.ishare.eu en http://www.internationaldataspaces.org hoe fantastisch dat werkt.
Door woorden te veranderen, veranderen vaak ook de juridische beperkingen. ]
Als je bijvoorbeeld over een Proof of VALUE praat en bedrijven gewoon betaalt voor een tijdelijke, bepaalde, beperkte opdracht om een Minimum Viable Product te bouwen, raken zij het risico om uitgesloten te worden van aanbesteding wegens voorkennis kwijt, dat je wel hebt bij een Proof of Concept. We kampen met structurele hordes:
#1 Het veelal ontbreken van een transitieplan van de gedigitaliseerde wereld die nog bedoeld was voor mensen (People Based Processes) naar de maatschappelijke realiteit van dataficering bedoeld voor ‘dingen’’ (Internet of Things, Smart Anything, Software Defined Anything, Straight Through Processing)
#2 Het nog altijd aanwezige gebrek aan krachtige organisatie-overschrijdende digitale bedrijfsmiddelen. Hoe vaak wordt Sharepoint wel niet gebruikt als documenten bieb en Office 365 is bij lange na niet hetzelfde als de vorige generaties. Wie leest er nou Archimate? Waarom is niet allang voor een systeem als Orbus i-Server gekozen?
#3 Het blijven zien van Web 2.0 als herhaling van de statische 1.0 Corporate Website, waardoor datadelen tussen organisaties nog altijd oploopt tegen versies en varianten van bijvoorbeeld email-attachments en allerhande websites, waarbij nog altijd gedacht en gewerkt wordt op basis van documentaire artefacten (bestanden) en niet op basis van data. Waarom niet integraal overstappen op API standaard NGSI-LD (JSON next gen) om alles moeiteloos aan elkaar te kunnen knopen in Web 3.0? Zie ook de problematiek rond archivering. De “fallacy” in het denken is nu: ‘ als je minder opslaat aan de bron van de gebeurtenis/actie heb je later minder te doorzoeken’, terwijl je allang integraal gebruik zou kunnen maken van een grotendeels geautomatiseerd systeem dat in bulk data kan sorteren, labelen en analyseren. Conway’s Law is een killer.
#4 Het nog onvoldoende omarmen van software-defined (mobiele) technologie
#5 Gebrek aan managementmeting
#6 Ongestructureerde basis systemen (wel de tech, niet de Data Governance).
#7 Overdreven afhankelijkheid van traditionele CRM’s die een stam zijn van oude historische 1.0 niet-digitale gegevens en niet van Master Data Management.
#8 Gebrek aan horizontaal leiderschap om de C-level bestuurders te integreren in de architectuur board (zo die überhaupt al ergens bestaat).
Je kunt de Rode Baron niet uit zijn Driedekker halen en in een F-35 JSF zetten.
Je kunt de kapitein van de Cutty Sark niet vragen om de kleppen van een scheepsmotor te helpen stellen. Omgekeerd wel. Verschillende generaties piloten en zeelui kunnen een prima boom opzetten over het domein waarin zijn werken. Als je dus naar de kern van de klantvraag gaat (het probleem achter het probleem) en je combineert wat je hebt met wat je zou willen (maar dan wel from scratch doordacht, dus Strategic Foresight ipv trendwatching), dan kan er wel degelijk vreselijk veel, vreselijk snel,tegen een fractie van de (besluitvormings)-kosten en ruim binnen de wetgeving.