Podium

Overheid: ‘focus op technologie!’

De overheid moet zich zo organiseren, dat ze structureel aansluit op technologische ontwikkelingen. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar immers razendsnel op. Dat geldt voor technologieën die onder de noemer van ‘digitalisering’ vallen, maar ook voor zaken als DNA-modificatie en quantumtechnologie. Christiaan van den Berg zoomt in op het ‘hoe’: de wijze waarop de overheid kan aansluiten op die ontwikkelingen. "Er zou een Rijksbreed (verander)programma moeten komen om gestalte te geven aan de ambitie."

Beeld: Gerd Altmann / Pixabay

Technologische ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op. Het voelt niet alleen zo dat de nieuwe technologieën, producten en diensten ons om de oren vliegen: dat is ook zo: technologische ontwikkeling versnelt. Onder invloed van de technologische ontwikkelingen, als drones en kunstmatige intelligentie (AI), verandert de maatschappij. En de overheid beweegt mee. In de eerste plaats omdat de overheid een rol heeft in het beheersen van technologie om burgers te beschermen (burgerrechten, veiligheidsrisico’s, ethische aspecten). In de tweede plaats omdat burgers verwachten dat de overheid in haar dienstverlening zich kan meten met die in de markt.

De snelheid van traditionele politieke en bestuurlijke besluitvorming sluit niet altijd aan op de snelheid van technologische ontwikkelingen. Wat het lastig maakt, is dat nieuwe technologieën zich niets aantrekken van de gebruikelijke werkwijzen binnen departementen en dat ze uitdagingen meebrengen die niet stoppen bij de beleidsinhoudelijke grenzen tussen directoraten-generaal en departementen. Adequaat reageren op nieuwe technologieën is een verantwoordelijkheid die veel beleidsterreinen raakt, zonder dat er een duidelijke trekker of eigenaar is voor zo’n dwarsdoorsnijdende thema. Deze bijdrage gaat niet over mogelijke nieuwe organisatiestructuren als oplossing hiervoor, maar schetst een proces dat het responsief vermogen van de overheid versterkt ten aanzien van technologische ontwikkelingen. De aanpak richt zich op:

  • pro-actief omgaan met veiligheidsrisico’s van nieuwe technologieën
  • pro-actief omgaan met ethische en privacy-aspecten
  • kansen pakken van nieuwe technologieën

De impact van technologie is breed

Impact van technologie manifesteert zich in kansen voor de uitvoering (met drones kunnen inspecties van terreinen gemakkelijk plaatsvinden) en in dreigingen (drones kunnen ook ingezet worden voor aanslagen of smokkel). Maar de impact is breder dan dat: onder invloed van technologie verandert de samenleving. Ook bijvoorbeeld van de verwachtingen van burgers ten aanzien van de communicatie met de overheid. Grote technologiebedrijven rollen hun diensten wereldwijd uit en veranderen de huidige orde (omroepbestel, taximarkt, telecomdiensten, bankwezen, et cetera). Nieuwe technologie brengt vaak nieuwe mogelijkheden mee, ook als daar nog geen beleid of wetgeving voor is. Dat vraagt ook om nieuwe ethische en juridische kaders, of om aandacht voor bestaande kaders als die geacht worden van toepassing te zijn op de nieuwe situatie. In dit nieuwe speelveld is voor grote techbedrijven in eerste instantie veel mogelijk. Het credo van Facebook was jarenlang ‘move fast and break things’. De overheid kan zich een ‘break things’ mentaliteit niet veroorloven, zeker niet als ze belangrijke taken uitoefent voor kwetsbare doelgroepen. Voor de toepasing van nieuwe technologie is dan ook goed beleid nodig. Zo wordt voor de inzet van kunstmatige intelligentie binnen het JenV-domeinbeleid (JenV = Ministerie van Justitie en Veiligheid, Red.) ontwikkeld, bijvoorbeeld bij de ondersteuning van het strafproces met slimme algoritmen.

De volwassenheid waarmee de overheid omgaat met technologie gaat omhoog

Bij beleidsmakers binnen de departementen wordt steeds meer behoefte gevoeld om structureel aan te sluiten bij technologische ontwikkelingen. Het opzetten van een speciaal AI-team bij diverse ministeries is daar een uiting van. Uitvoeringsorganisaties hebben de behoefte om snel aan de slag te gaan met nieuwe technologieën en in de praktijk zien we daarom juist daar relatief veel innovatieve experimenten. Idealiter faciliteert de beleidsontwikkeling deze innovaties en anticipeert ze op de daadwerkelijke implementatie van innovatieve oplossingen voor ‘morgen en overmorgen’. In de praktijk ligt er een zware werkdruk op beleidsafdelingen om te voorzien in informatiebehoeften van de maatschappij en de politiek die zich focussen op de problemen van ‘vandaag en gisteren’.

Al met al leidt bovenstaande ertoe dat de overheid groeiende uitdagingen heeft om burgers te beschermen tegen de negatieve effecten van technologische ontwikkeling. En om de verwachtingen waar te maken van burgers ten aanzien van een overheid die zich in haar dienstverlening kan meten met die in de markt.

Om legitimiteit en vertrouwen te behouden en om ervoor te zorgen dat de overheid nu en in de toekomst de maatschappelijke opgaven blijft waarmaken, moet de overheid structureel aansluiten bij technologische ontwikkelingen en actief en tijdig acteren op de relevante technologische ontwikkelingen.

Politiek-bestuurlijke aandacht voor technologie en digitalisering groeit

Binnen de overheid groeit de aandacht voor technologie en digitalisering. Die aandacht is veel meer aanwezig dan drie jaar geleden. Denk aan de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, de Nederlandse Cybersecurity Agenda en de Agenda Digitale Overheid. Ook Europees en internationaal is er toenemende aandacht voor digitalisering, met een nadruk op AI. De ministeries van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn actiever geworden en pakken vaker een (interdepartementaal) trekkende rol, bijvoorbeeld in thema’s als blockchain en AI. En ook de Tweede Kamer onderkent het belang van een goede kennispositie ten aanzien van digitalisering. Daartoe richt ze een vaste commissie Digitale Zaken in.

Naar een structurele aanpak

Diverse ministeries denken na over het vraagstuk of en hoe je een ‘technologiefunctionaliteit’ kan inregelen die ervoor zorgt dat er op de relevante technologische ontwikkelingen actief en op tijd wordt geacteerd. Zodat beleid op tijd is gemaakt om kansen te pakken in de uitvoering, of zodat de wetgeving op tijd is aangepast om risico’s te mitigeren. Zodat kaders zijn ontwikkeld voor de maatschappij ten behoeve van de verantwoorde integratie van technologieën (zie: Figuur 1).

Figuur 1: de ‘why’ van een proces voor technologie-adaptatie

Een proces voor Technologie-adaptatie:

Op basis van best-practices binnen en buiten de overheid is binnen JenV een aanpak ontwikkeld waarmee de overheid om kan gaan met technologische ontwikkelingen: ‘technologie-adaptatie’ (zie Figuur 2). De aanpak is opgedeeld in vier fases: signaleren, duiden, ontwikkelen en realiseren. Kenmerkende perspectieven van de aanpak zijn:

  • Netwerkgericht: samen met uitvoeringsorganisaties, beleidsafdelingen, interdepartementaal, met kennisinstellingen en bedrijven
  • ‘Leren’ over technologische ontwikkelingen staat centraal
  • Leren over kansen, risico’s en sociaal-maatschappelijke en juridische/wettelijke impact (ELSI)1
  • Gericht op het ontwikkelen van beleid, kennis, organisatie en ‘capability’2

Het doel van het Technologie-Adaptatie-Proces is om tijdig de meest relevante technologieën te identificeren waarover gericht kennis wordt ontwikkeld. Vanuit de aldus opgedane inzichten kan de overheid zelf aanpassen op de nieuwe realiteit. En anderzijds kan de overheid door kaders te stellen en gericht te investeren de verschijningsvorm van nieuwe technologie in de maatschappij beïnvloeden. En zo kansen pakken en risico’s mitigeren.

In het white paper op Techfocus wordt de aanpak nader uitgewerkt.

Figuur 2: het proces van technologie-adaptatie

Technologie-adaptie versterkt innovatieproces

Het proces van technologie-adaptie is aanvullend op het innovatieproces: het innovatieproces werkt altijd toe naar het bereiken van een bepaalde doel. Meestal een nieuwe ‘capability’ (vermogen): iets nieuws kunnen. Het vertrekpunt is vaak een (maatschappelijk) ‘probleem’ of ‘uitdaging’, waarvoor een innovatieve oplossing nodig is.

Dat is een ander startpunt dan geldt voor het proces van technologie-adaptie. Het proces van technologie-adaptie start namelijk bij technologische ontwikkelingen en richt zich op het leren over de impact van specifieke technologieën. De opgedane inzichten leiden tot het starten van ontwikkeltrajecten, waarvan een innovatietraject één van de mogelijkheden is. Sommige technologieën zullen eerder om een aanpassing van het wettelijk kader vragen, of om nieuw beleid, of om een organisatorische verandering. Meestal is een combinatie nodig. Daarom staan we een programmatische aanpak voor van de belangrijkste technologieën.

Specifiek voor het innovatieproces is ook dat er bij innovatieprojecten vaak een veelheid van technologieën naast elkaar worden ingezet om tot een oplossing te komen: sensortechnologie in combinatie met AI en drones bijvoorbeeld voor een oplossing om vroegtijdig bosbranden te detecteren.

Het proces van technologie-adaptie is dus een essentiële aanvulling op het proces van innovatie en versterkt het innovatief vermogen van de organisatie. Voor een volwassen innovatieproces is een technologie-adaptatieproces onmisbaar.

Naar een Rijksbreed (verander)programma

De ambitie om structureel aan te sluiten bij technologische ontwikkelingen en actief en tijdig te acteren op de relevante technologische ontwikkelingen, vergt veranderingen op veel vlakken. Er zijn aanpassingen nodig op het vlak van HR (onder meer opleidingen, strategisch personeelsbeleid), beleidsontwikkeling en in diverse communities rond belangrijke technologieën als quantumtechnologie, Virtual Reality en Privacy Enhancing Technologies. We hebben praktische tools en aanpakken nodig, en simpelweg meer capaciteit. Ook hebben we nieuwe structuren nodig voor governance, zodat we technologieën die nog niet als benoemde prioriteit zijn toebedeeld aan een specifiek departement tóch eerder voldoende beleidsmatige aandacht kunnen geven. Er zou een Rijksbreed (verander)programma moeten komen om gestalte te geven aan de ambitie.

Zo’n veranderprogramma kan met een vliegende start beginnen, want er is al veel beweging zichtbaar. Zo wordt het proces technologie-adaptatie momenteel geïmplementeerd binnen JenV en krijgt interdepartementale samenwerking rond technologische ontwikkelingen steeds meer vorm via onder andere de Rijks Innovatie Community (RIC). RADIO (RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid) biedt een groeiend aanbod aan opleidingen en cursussen aan en het eerste Rijksbrede congres over innovatie en technologie vindt plaats in november: INNOvember.

Overheid: focus op technologie

Technologieën volgen elkaar razendsnel op. Om legitimiteit en vertrouwen te behouden en om ervoor te zorgen dat de overheid nu en in de toekomst de maatschappelijke opgaven blijft waarmaken, is het voor de overheid belangrijk om structureel te blijven aansluiten: samen blijven leren, onderzoeken en wijzer worden. Vanuit deze inzichten kan de overheid zelf aanpassen op de nieuwe realiteit. En anderzijds kan de overheid door kaders te stellen en gericht te investeren de verschijningsvorm van nieuwe technologie in de maatschappij beïnvloeden.

Om deze rol te kunnen spelen, is het noodzakelijk te investeren in sterke overheidsbrede netwerken en te bouwen aan een hoger volwassenheidsniveau ten aanzien van de omgang met innovatie en technologie. Sluit je aan!

INNOvember

Deze maand vindt het Rijksbrede innovatie-event INNOvember plaats. Gedurende november 2020 is er de hele maand aandacht voor technologie en innovatie voor en door de Rijksoverheid. Zo’n 100 bijdragen van tientallen Rijksonderdelen bieden inspiratie en verdieping aan Rijksambtenaren. Een flink deel van het aanbod is tevens voor derden te zien. INNOvember is instrumenteel in het versterken en vormen van communities, in het delen van kennis en in het vergroten van het bewustzijn binnen de overheid dat technologische ontwikkeling structureel aandacht verdient. Volg ook een paar sessies!

Deze bijdrage is een bewerking van het white paper dat Christiaan van den Berg heeft geschreven. Het white paper is te vinden op de website van Techfocus. Op het iBestuur Congres 2020 hield Van den Berg een presentatie over dit thema.

Christiaan van den Berg is lid van het Innovatieteam bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Hij is daar verantwoordelijk voor het Technologieprogramma en is tevens architect van INNOvember: een Rijksbreed congres over innovatie.

1 ELSI staat voor Ethical, Legal, Societal Impact

2 ‘Capability’ staat voor ‘vermogen’: iets nieuws kunnen. Meestal zijn dit innovatieve trajecten. Bijvoorbeeld gericht om het vermogen te ontwikkelen om drones uit de lucht te kunnen halen.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren