Goedemiddag, met Max van Schendelen, Ministerie van.., afdeling Woo-verzoeken, schikt het nu even?
Ja, eh, ja hoor, dat kan wel even.
U heeft bij ons een Woo-verzoek ingediend, klopt dat?
Jazeker, heeft u de informatie gevonden?
Nou, bijna, daar bel ik u over, we zijn er nog mee bezig.
Oh, maar het is inmiddels ruim een maand geleden dat ik het heb ingediend.
Ja, dat klopt, maar dat was in de vakantie, dus dat is toen even blijven liggen.
Maar het was na mijn eigen vakantie, dus ergens half augustus.
Ja, maar dat is hier juist ook een drukke tijd, sommigen zijn ook betrokken bij de voorbereiding van Prinsjesdag, dus dan blijft het even liggen. Het parlement moet ook geïnformeerd worden zoals u zult begrijpen.
Oké, maar wanneer kan ik dan de documenten verwachten?
Daar wil ik het met u over hebben, we zijn er hard mee bezig, maar het kan nog even duren. We moeten in de mailbox van een collega kijken, maar die zit tijdelijk op een ander project. We mogen daar niet zomaar in kijken, want in die mailbox zit ook persoonlijke correspondentie, bijvoorbeeld over arbeidsvoorwaarden etc. We moeten ook de privacy van onze collega’s respecteren, dat begrijpt u hopelijk wel.
Ja, dat snap ik, maar dat zal toch wel vaker voorkomen, dat iemand ziek is of zo. Daar hebben jullie toch wel iets voor geregeld?
We moeten daar zeer zorgvuldig in zijn. Onder strikte voorwaarden kan de pSG toestemming daarvoor geven, maar dat duurt altijd even.
En wanneer krijg ik dan de stukken? Ik heb daar recht op, dat staat in de Wet open overheid, en wel binnen 6 weken.
We doen ons uiterste best. We hebben ook te maken met allemaal ingewikkelde informatiesystemen. De informatiehuishouding is niet op orde. Wist u dat de Belastingdienst 600 verschillende IT-systemen heeft? Bij ons ministerie zijn dat er gelukkig niet zoveel, maar we willen u zo goed mogelijk van dienst zijn en dan zullen we in al die systemen moeten zoeken.
Dat lijkt me wat overdreven. Ik denk dat als u zoekt in het officiële DMS van het ministerie, op de netwerkschijf van de betrokken afdeling en in de mailboxen van de secretaris van het project, de betrokken directeur en de DG, het leeuwendeel deel van de stukken daar te vinden is.
Oké, dat is mooi. Kunnen we de zoekslag daartoe beperken?
Ja, als ik de stukken dan zo snel mogelijk krijg.
Zoals gezegd, we doen ons uiterste best. We leven nu eind september. Dan hoop ik eind oktober de overige stukken te hebben en toestemming te hebben om in de mailbox te kunnen zoeken. Dan moeten we relevante documenten selecteren en dan moet er nog getoetst worden op de uitzonderingsgronden. U zult toch ook niet willen dat zaken die de staatsveiligheid in het gevaar brengen naar buiten worden gebracht, toch?
Nee, maar dat is bij dit onderwerp toch helemaal niet aan de orde?
Dat weet je maar nooit. De vijand kijkt mee. Al die stukken komen op Rijksoverheid.nl. Maar goed, waar was ik, dan zitten we inmiddels half december. Dan moet er nog een keer goed naar gekeken worden door het Hoofd Woo-zaken, de Directeur Juridische Zaken, de betrokken beleidsdirecteur, de Directeur-Generaal, de afdeling Voorlichting en misschien nog de minister. We willen het allemaal wel goed en zorgvuldig doen. Dan heb je ook de kerstvakantie, daar zijn we dan allemaal wel aan toe, dus dan denk ik dat we ergens in de loop van januari de stukken kunnen leveren. Maar dan moet ik er wel vaart achter zetten bij mijn collega’s. Zullen we dat zo afspreken?
Nou, dat duurt wel een stuk langer dan ik gedacht had. Dan wil ik wel graag een datum afspreken.
Dat begrijp ik, maar u bent niet de enige die een informatieverzoek indient. We willen geen beloftes doen die we niet kunnen waarmaken. Als we dit zo afspreken dan beloof ik dat ik mijn best hiervoor ga doen.
Oké, laten we dat dan maar doen.
Dat is fijn. U hoort zo spoedig mogelijk van ons. Goedemiddag!
Van Schendelen verbreekt de verbinding. ‘Zo, dat scheelt weer ruim 100 dagen doorlooptijd.’ Een trainee heeft meegeluisterd. ‘Dat snap ik niet. Het proces is toch niet versneld?’ Van Schendelen kijkt tevreden voor zich uit: ‘Jawel. In het Woo-Dasboard wordt de opschorting van het verzoek niet meegeteld. Als de verzoeker akkoord gaat met de opschorting, dan tellen deze dagen niet mee.’ De trainee kijkt verbaasd. ‘Maar dat verandert toch niets aan de echte doorlooptijd? Dan is er toch alleen op papier vooruitgang geboekt?’ ‘Dat klopt reageert Van Schendelen. Welkom bij de Rijksoverheid. Zo werkt het nu eenmaal. Zo kijken onze bazen en bovenbazen en zo worden we ook door de Kamer afgerekend. Dat is het Thomas teorema: If men define situations as real, they are real in their consequences. Jij moet nog veel leren jongen. Kom, we gaan naar dat nieuwe tentje aan de overkant. Daar hebben ze lekkere koffie; dat hebben we wel verdiend.
Lees ook: