Regeerprogramma van nullen en enen
Ik verwacht niet dat het regeerprogramma een uitgebreide digitale paragraaf zal bevatten. Er zal wel aandacht zijn voor dienstverlening, voor hoe we een betere overheid zijn voor burgers en bedrijven.
Dit kabinet zal verschil willen maken en concrete resultaten willen laten zien. Dat kan niet zonder digitalisering en ICT. ICT is immers de grondlegger van bijna al onze processen en data is de grondlegger van onze besluiten. Om koers te kiezen moet je weten wat het verwachte effect is. Daarom denk ik dat dit regeerprogramma ook zonder expliciete aandacht voor ICT, veel impact zal hebben op hoe we ons als overheid organiseren en vernieuwen. Mede tegen een achtergrond van een arbeidsmarkt die in rap tempo krapper wordt, betekent dit dat we fundamentele keuzes moeten maken voor ICT.
Kans om meters te maken
Met een staatssecretaris voor Digitalisering en Koninkrijksrelaties die de materie kent, ligt er een unieke kans om meters te maken. Daarvoor is het bevorderen van uitwisselbaarheid van gegevens, oftewel interoperabiliteit, een belangrijke prioriteit. Om de dienstverlening van de overheid overeind te houden, burgers en bedrijven goed te blijven bedienen en als overheid de juiste keuzes te maken, moeten we data combineren waar het mag en waar het wenselijk is. Daarom is het belangrijk om voortgang te boeken met de Interbestuurlijke Datastrategie.
We moeten problemen die we ondervinden op het gebied van gegevensuitwisseling benoemen en concrete doelen stellen wat we wanneer op welke manier willen oplossen. Dat betekent dat we veel meer in termen van architectuur moeten denken. En een aantal standaarden en afspraken moeten maken op het gebied van de uitwisseling van gegevens voor de hele overheid, die interdepartementaal en interbestuurlijk leidend en geldend zijn.
Concrete stappen
Laten we dan ook termijnen afspreken om deze standaardisatie te realiseren. Binnen één kabinetsperiode krijgen we dit niet geregeld, maar we kunnen wel concrete tussenstappen definiëren. Bijvoorbeeld dat we over twee jaar 40 procent van de datasets binnen de overheid goed en veilig kunnen uitwisselen, en dat we dit over zes jaar voor 80 procent van de datasets hebben georganiseerd. En dat we afspreken dat we dat voor een aantal ketens doen waar de grootste maatschappelijke problemen spelen, bijvoorbeeld op het gebied van schulden, proactieve dienstverlening, veiligheid en het bouw- en woondomein. Als we hierin duidelijkheid bieden, dan kunnen we ook het innovatievermogen van het bedrijfsleven benutten om oplossingen te vinden.
Veel van ons werk vindt onder de motorkap plaats. ICT en data zijn nu eenmaal abstract. Maar we kunnen er heel concrete resultaten mee boeken, waar burgers en bedrijven echt wat aan hebben. Een voorbeeld, afkomstig van Regeringscommissaris Informatiehuishouding Arre Zuurmond: de data die scanauto’s van gemeenten verzamelen om foutparkeerders op te sporen, kunnen gebruikt worden om gestolen voertuigen terug te vinden. Dat gebeurt nu echter niet, om verschillende redenen. Als we dit wel mogelijk maken, dan is dat een heel concreet resultaat. Zo zijn er meer.
Ongeacht de politieke koers die dit kabinet zal kiezen, is inzetten op interoperabiliteit en het creëren van andere randvoorwaarden voor het goed benutten van data een ‘no regret’. Burgers, bedrijven en de overheid hebben er hoe dan ook baat bij.