Regeringscommissaris: Algemene informatiewet zo snel mogelijk naar ministerraad
Een Algemene informatiewet, inclusief memorie van toelichting, zal eind dit jaar bij de interdepartementale ambtelijke overleggen op tafel liggen. Volgende stap zou bespreking in de ministerraad moeten zijn. Dat verwacht opsteller Arre Zuurmond, sinds januari 2022 Regeringscommissaris Informatiehuishouding. Over het concept van de wet zullen tijdens de zomer publieke debatten worden gevoerd. In de 2 à 3 maanden daarna volgt een uitvoeringstoets.
De Algemene informatiewet moet meer samenhang brengen tussen de wetgeving over informatievoorziening en -huishouding op diverse beleidsterreinen en een aantal generieke informatiewetten en -regelingen. In de nieuwe wet zal onder andere aandacht zijn voor de rechten van burgers en voor de verplichtingen van de overheid op het gebied van informatiehuishouding.
In zijn wetsvoorstel heeft Zuurmond een nieuwe benadering ten aanzien van informatie-architecturen geïntroduceerd. “Want de huidige werken te veel vanuit bestaande structuren. Dat is vreemd, je huurt toch ook geen architect in om het huis te ontwerpen waarin je al woont?”
Eigen informatiekundige uitdaging
In de nieuwe benadering staat de werksoort centraal en niet de organisatie. Vanuit de ambitie een responsieve, proactieve overheid te worden die náást de burger staat, heeft Zuurmond zes basale overheidsprocessen gedefinieerd. Het zijn: beleid en wetgeving maken, beleid en wetgeving uitvoeren (dienstverlening), inspectie en handhaving, kennisopbouw en -uitwisseling, bijhouden van administraties en basisregistraties, en bedrijfsvoering.
Volgens Zuurmond kent elk van deze processen een eigen informatiekundige uitdaging en verschillen deze fundamenteel van elkaar. “Vergelijk het met een voetbalelftal: de spits heeft een andere training nodig dan de keeper. Ik zoek voor alle zes processen uit wat de meest prangende vernieuwingseisen zijn. Als je de komende jaren op al die processen twee à drie verbeterslagen maakt, gaat de overheid als geheel stukken beter functioneren.”
Betere afweging van vijf waarden
Onderdeel van de wet is ook een comité met een adviesfunctie, dat kan bijdragen aan een betere afweging van de vijf waarden ten aanzien van gegevens bewaren en delen. Zuurmond noemt bruikbaarheid voor de professional als primaire waarde. “De Belastingdienst heeft informatie nodig om de aangifte vast te stellen, de politie om een boete te kunnen uitdelen.”
Secundaire waarden zijn: archivering (voor de toekomst), voldoen aan de WOO-eisen (met betrekking tot transparantie), privacy en beveiliging. “In het debat over wat je wel en niet bewaart, maken we op dit moment geen goede afweging tussen die waarden. Zeker omdat ze allemaal hun eigen aparte toezichthouders hebben, kan het gebeuren dat één waarde dominant wordt en de andere eronder lijden. Je moet zorgen voor een werkbare balans.”
Aan het comité dat Zuurmond voor ogen staat, moeten professionals hun dilemma’s kunnen voorleggen als ze er zelf niet uitkomen. Het comité zou de mogelijkheid moeten hebben om een ‘gezaghebbende conclusie’ te kunnen trekken om zo de handelingsverlegenheid van de overheid tegen te gaan.
Gemeenschap van i-professionals
Zuurmond stelt ook voor om een Informatie Academie voor i-professionals tot stand te brengen, met een agora-functie (het verbinden van mensen, van overheid en maatschappij), een onderzoeks- en onderwijsfunctie. “Omdat informatiekunde nog een jong vakgebied is, met losse disciplines en veel zij-instromers, is er nog geen gemeenschap van professionals ontstaan met een gemeenschappelijk, congruent en geharmoniseerd kennisfonds. Er zijn veel elkaar bestrijdende ideeën, er is nog geen gemeenschappelijk paradigma. De afgelopen anderhalf jaar hebben we gewerkt aan de ontwikkeling van een zowel virtuele als fysieke gemeenschap. Die gaat gezamenlijk ontdekkingen doen en keuzes maken. Dat hebben we nodig.”
Wetsvoorstel en memorie van toelichting
Het wetsvoorstel voor een Algemene Informatiewet en een memorie van toelichting staat inmiddels op de website van de regeringscommissaris. Daarin leest u de aanleiding en het doel van het wetsvoorstel en wat het in het wetsvoorstel geregeld wordt. Beide teksten betreffen concepten en zijn dus nog geen eindversies. Ze moeten de formele stappen in het wetgevingsproces nog doorlopen.