Relatietherapie nodig tussen overheid en samenleving
Wat zijn gerechtvaardigde verwachtingen vanuit het parlement en vanuit de samenleving? Waar liggen de grenzen? Het is tijd voor een volwassen dialoog over de informatierelatie tussen overheid en samenleving.
Kamerleden worden niet adequaat geïnformeerd
Er lijkt iets niet goed te gaan in de informatierelatie tussen overheid en samenleving. Regelmatig klinkt er kritiek op de informatievoorziening vanuit de overheid. Deze kritiek is ten eerste afkomstig van volksvertegenwoordigers. Kamerleden geven aan dat zij niet adequaat worden geïnformeerd door de regering. Zo worden Kamervragen soms laat beantwoord, of Kamerleden hebben het gevoel dat ze een zogenaamd ‘kir-antwoord’ (kluitje in ’t riet-antwoord) krijgen. In een analyse van 30 jaar Parlementair onderzoek blijkt dat in meer dan de helft van de gevallen er sprake was van informatiegebreken (onjuiste informatie, ontbrekende informatie, misleidende informatie, selectieve informatie, etc.).
Kritiek vanuit journalisten, maatschappelijke organisaties en burgers
De kritiek is ook te beluisteren bij journalisten, maatschappelijke organisaties en burgers. Zij verzoeken regelmatig om overheidsinformatie met een beroep op de Woo. Vervolgens duurt het bij het Rijk gemiddeld bijna een half jaar voordat ze deze informatie krijgen, terwijl de maximale wettelijke termijn 6 weken bedraagt. Soms blijkt achteraf dat niet alle informatie is verstrekt. Dat kan te maken hebben met een gebrekkige informatiehuishouding, maar rond sommige kwesties bleek ook dat bepaalde stukken bewust werden achtergehouden. Burgers hebben als slachtoffer van overheidshandelen een bijzonder belang om te weten welke informatie allemaal over hen aanwezig is bij het betrokken overheidsorgaan. De schadeafhandeling van de toeslagenaffaire laat zien dat zelfs in een dergelijke situatie de overheid niet altijd bereid of in staat is om deze informatie ook te verstrekken.
Burgers hebben als slachtoffer van overheidshandelen een bijzonder belang om te weten welke informatie allemaal over hen aanwezig is bij het betrokken overheidsorgaan. De schadeafhandeling van de toeslagenaffaire laat zien dat zelfs in een dergelijke situatie de overheid niet altijd bereid of in staat is om deze informatie ook te verstrekken.
Onvrede bij ambtenaren
Ten slotte bestaat er ook veel onvrede bij ambtenaren over de overload aan Kamervragen en informatieverzoeken via de Woo. Kamervragen worden regelmatig gesteld om de krant te halen of te kunnen scoren via social media; het antwoord doet dan niet ter zake. De hijgerigheid van het politiek bedrijf zadelt de betrokken bewindslieden en ambtenaren wel met veel werk op. Ook constateren ambtenaren dat de Woo-verzoeken steeds groter worden in termen van omvang en complexiteit. Soms worden duizenden pagina’s verstrekt, waarvoor eerst een arbeidsintensief zoekproces nodig is in verschillende informatiesystemen en welke vervolgens zorgvuldig getoetst moeten worden op de aanwezigheid van uitzonderingsgronden. En journalisten gaan vervolgens vooral op zoek naar die ene ongelukkig geformuleerde zin in een email of chatbericht die ze kunnen uitvergroten als aanwijzing voor een nieuw schandaal.
Relaties zijn nu eenmaal ingewikkeld. Iedere mens heeft eigen waarden, eigen belangen, eigen capaciteiten en ook zijn eigenaardigheden. Dat geldt ook voor instituties. In het gewone leven zijn relaties ook wel eens lastig en soms helpt het dan om in relatietherapie te gaan.
Opt out is geen optie
Anders dan in het gewone leven is ‘opt out’ echter geen optie in de informatierelatie tussen overheid, parlement en samenleving. We zullen het met elkaar moeten zien te rooien en we zullen er met elkaar uit moeten zien te komen. Vanuit die achtergrond is het belangrijk dat het gesprek tussen over wat men van elkaar mag verwachten op het gebied van informatievoorziening veel vaker en indringender gevoerd wordt. Wat zijn gerechtvaardigde verwachtingen vanuit het parlement en vanuit de samenleving? Wat is ervoor nodig om daaraan tegemoet te komen en waarom lukt dat maar niet? En zijn er wellicht ook grenzen aan hetgeen de samenleving van de overheid mag verwachten en waar liggen die dan? Een volwassen dialoog over deze informatierelatie is nog nauwelijks op gang gekomen. Het wordt wel hoog tijd voor een dergelijk gesprek.
Beste Guido, ik kan alleen maar eens zijn met je analyse. Wij als samenleving inclusief overheid zijn met elkaar verbonden en alleen met elkaar kun je werken aan goed bestuur/overheid en maatschappij.