Ron Roozendaal werkt aan de uitwerking van de hoofdlijnen van het digitaliseringsbeleid. De voormalig CIO van VWS en gezicht achter CoronaMelder en CoronaCheck wil dat ook nu met een open proces in samenspraak met de buitenwereld doen. “Als je als beleidsmaker in je eentje moet gaan bedenken wat belangrijk is, dan heb je het voor niemand goed gedaan.”
Ron Roozendaal: “Ik kies voor de arena.” | Beeld: Lex Draijer/De Beeldredaktie
Nederland heeft voor het eerst een staatssecretaris van digitalisering. Na haar benoeming voerde Alexandra van Huffelen de eerste maanden veel gesprekken met experts uit het vakgebied. Vanuit zijn rol bij VWS was Ron Roozendaal daar ook bij betrokken. Het ministerie was de afgelopen twee jaar druk met de digitalisering achter de coronabestrijding en deed veel ervaring op met het totaal anders aanvliegen van ICT-projecten, zoals de CoronaMelder-app; namelijk in alle openheid en transparantie en met open source software.
“Digitalisering is onderdeel van het politieke discours geworden. Nu is er ruimte echt verder te komen.”
“In de gesprekken met ambtenaren van Binnenlandse Zaken werden we wederzijds enthousiast om die ervaring ook op het brede digitaliseringsbeleid in te zetten”, verklaart Roozendaal zijn overstap naar BZK. Sinds 1 mei is hij er kwartiermaker, plaatsvervangend DG en directeur Digitale Samenleving. Op het moment van het interview, in het bedrijfsrestaurant van het Rijkskantoor aan de Turfmarkt, is hij net zes dagen actief in zijn nieuwe baan. Bij VWS werkte Roozendaal sinds 2010 als CIO. “Ik ben iemand die mee wil doen en niet van de zijlijn gaat roepen. Ik heb iets met maatschappelijke opgaven en wil iets toevoegen aan de maatschappij. Maar het is niet zozeer dat deze nieuwe baan een persoonlijke uitdaging is. Dit is een tijd waarin digitalisering en samenleving heel pregnant in tal van onderwerpen zichtbaar worden. Het kabinet heeft een hele paragraaf aan digitalisering in het coalitieakkoord gewijd. Het thema is onderdeel van het politieke discours geworden. Nu is er ruimte echt verder te komen. Daarom heb ik in willen stappen.”
Werkagenda
In zijn nieuwe job gaat Roozendaal uitvoering geven aan de Hoofdlijnenbrief Digitalisering die Van Huffelen in maart naar de Tweede Kamer stuurde. “De catchfrase hierin”, vat hij de kern samen, “is een veilig, inclusief en kansrijk digitaal Nederland. We moeten dus kijken naar waar we maximaal kansen kunnen benutten, maar ons ook de vraag stellen: in wat voor wereld willen we leven en hoe moeten we het zo organiseren dat het ook gaat zoals wij dat als land zouden willen? Daar komt van alles bij kijken: mensen helpen die digitaal niet meekomen, gegevensbescherming, maar ook dat we op de toepassing van informatiesystemen, data en algoritmes kunnen vertrouwen.”
“In de werkagenda geven we aan hoe we de coördinerende rol van BZK gaan invullen en hoe we samenwerking vorm willen geven.”
De ambitie is om nog voor de zomer een werkagenda af te ronden, waarin de eerste prioriteiten worden vastgelegd. “Elk ministerie heeft een eigen digitale agenda, maar er zijn ook veel thema’s die spelen op alle beleidsterreinen en waar BZK in haar coördinerende rol iets mee moet”, licht Roozendaal toe. “Ik noem bijvoorbeeld de zeggenschap over gegevens en de mensenrechtentoets op algoritmes. In de werkagenda geven we aan hoe we de coördinerende rol van BZK gaan invullen en hoe we samenwerking vorm willen geven. Als BZK moeten we natuurlijk wel het goede voorbeeld geven. We zullen dan ook voor ons eigen werk een inspirerende digitale agenda neer moeten leggen waarvan iedereen zegt: dit zijn verhalen en doelen die we begrijpen.”
Dreamteam
Roozendaal kan nog niet zeggen welke onderwerpen precies in de werkagenda zullen komen. “Wel zeker is dat we de werkagenda ondanks de benodigde snelheid ook in gesprek met de buitenwereld op zullen stellen.” Bij de ontwikkeling van de digitale ondersteuning van de coronabestrijding heeft VWS volgens Roozendaal laten zien dat de overheid open en transparant kan zijn. Om die reden was de ontwikkeling van software en ook het ontwerp en het debat erover voor de buitenwacht volledig te volgen via onder meer het GitHub-account van het ministerie. “De hele ontwikkeling van de apps lag onder een vergrootglas. Dan kun je twee kanten op. Ofwel je probeert risico’s zoveel mogelijk af te dekken, zodat niemand er problemen van kan ondervinden. Of je laat juist geen kans onbenut en laat de mogelijke risico’s niet in de weg staan. Je laat zien wat er goed gaat, maar ook wat er niet goed gaat. We hebben voor dat laatste gekozen. Met de ‘open’ ontwikkeling van de corona-apps hebben we als Rijksoverheid iets gedaan wat nog niet eerder gedaan is. We hebben een dreamteam om ons heen verzameld. De beste mensen wilden meewerken met ons. Experts die je normaliter nooit op een overheidsproject krijgt.”
“Ik ben ervan overtuigd dat je in teams samen met externen tot betere voorstellen komt.”
Voor de werkagenda voor het digitaliseringsbeleid van het kabinet wil Roozendaal dezelfde open werkwijze hanteren. “Uit de coronaprojecten weet ik dat er tal van mensen buiten de overheid zijn die als het om een onderwerp als digitale identiteit of de algoritmetoets voor mensenrechten gaat zullen zeggen: tof, ik doe mee. Soms zijn dat de nerds, soms zijn dat de juristen, soms weer andere professionals. Ik ben ervan overtuigd dat je in teams samen met externen tot betere voorstellen komt. Je kun volop denkkracht mobiliseren en je kunt spiegelen, dus tegenkracht krijgen. Ook dat is belangrijk. Transparantie zorgt voor meer vertrouwen, niet per se bij iedereen, maar niet transparant zijn is per definitie onverstandig.”
Rode vlag
De eerste debatten zijn al gestart. Zo heeft Code for NL op groepscommunicatieapp Slack een kanaal geopend over de Hoofdlijnenbrief. “Ik ben daar superblij mee. Je ziet daar al flink wat reuring ontstaan, bijvoorbeeld over de digitale wallet die van sommige mensen een rode vlag krijgt. Maar wat als je via zo’n wallet in het buitenland heel makkelijk je medicatie kunt tonen in een ziekenhuis? Dat is toch toe te juichen? De meetings op Slack zijn totaal open, en dat is cruciaal. We willen laten zien dat het op deze manier kan en nog meer open bijeenkomsten stimuleren, ook offline. We proberen het zo te organiseren dat er volop experts bij betrokken zijn. Maar het is ook een open invite. Als je bijvoorbeeld praat over toegankelijkheid moet je ook mensen meenemen die blind zijn. Het is cruciaal dat dit perspectief dan aanwezig is.” Zo wil Roozendaal ook zeker in gesprek met burgers die om een of andere reden niet digitaalvaardig zijn of met organisaties die voor hen opkomen, zoals Ieder(in).
“Het leuke van de arena is dat je perspectieven laat bespreken door mensen zelf.”
Roozendaal verwacht dat er in een open discussie met zoveel mogelijk stakeholders aan tafel ook begrip ontstaat voor de complexiteit waarin de overheid al die belangen moet afwegen. “Daarom kies ik voor de arena, zodat alle belangen aanwezig zijn. Als je als beleidsmaker in je eentje moet gaan bedenken wat belangrijk is, dan heb je het voor niemand goed gedaan. Het leuke van de arena is dat je perspectieven laat bespreken door mensen zelf. Dat zorgt voor wederzijds begrip. Er gebeurt iets in het onderlinge gesprek. Wel is het van belang dat ook wij daarbij aanwezig zijn om het gesprek te kunnen modereren. Bij VWS hebben we dat vaak gedaan. We hopen het proces zo te doen dat niemand achteraf kan zeggen dat er achterkamertjes zijn geweest. Zo van, we mogen wel meepraten maar eigenlijk is het al bekonkeld.” Ook open source software staat op Roozendaals netvlies. “Bij transparant hoort ‘open waar het kan’ en daarbij hoort weer ‘open source waar het kan’ bij. Dit is de broncode en die kan iedereen doorzoeken. Er gebeurt niks stiekems. Ook dat geeft vertrouwen.”
iBestuur Magazine
Dit artikel is gepubliceerd in iBestuur Magazine #43 van 1 juli 2022. Een abonnement is gratis voor bestuurders, beslissers en beleidsmakers binnen de publieke sector. Het magazine verschijnt vier keer per jaar. U kunt het ook digitaal lezen.
Beste Ron,
Interessant jouw open oproep. Ik zal me even voorstellen. Ik draag drie petten: ik ben hoogleraar Applied Design aan de TU Delft (Hoe kan je toekomstige betekenis voor de samenleving ontwerpen, met hulp van innovatie methoden?), hoogleraar Strategic Design aan de NTNU, Trondheim Noorwegen (Hoe kan je een transitie met de samenleving bewerkstelligen, door diezelfde samenleving daar echt deel van te laten zijn, door ze gepaste handelingsmogelijkheden aan te reiken?) en ik ben oprichter van Reframing Studio (1992), ontwerpbureau in Amsterdam en Rotterdam dat samen met stakeholders haar tanden zet in complexe maatschappelijke opgaven (denk aan psychiatrie, waterveiligheid, informatie, burgerschap, etc).
Met Reframing Studio hebben we het laatste jaar samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid gewerkt aan het toekomstverkenningsdocument ‘De rechtsstaat midden in de digitale samenleving van 2030’.
In dit document leggen we 9 legitimeringscycli (de wisselwerking tussen signalen van burgers en het gezag van de overheid) bloot die over 10 jaar stagneren maar met behulp van digitalisering (als in het ontwerp van nieuwe digitale handelingsmogelijkheden voor zowel burger als overheid) weer in beweging gebracht kunnen worden. Op deze manier kunnen we voorkomen dat gezag macht van de overheid wordt, en recht een claim van de burger. De digitaliseringsopgave voortkomend uit dit verkenningsdocument verwezenlijkt in de kern van de opgave een maatschappelijk doel. Het vertrouwen van de burger in de rechtsstaat zou hiermee herwonnen kunnen worden. Ik denk dat dat heel goed aansluit bij jouw ambities. Om na te denken over informatiehuishouding en digitaliseren vanuit een van buiten-naar-binnen benadering. Is het interessant voor je eens samen te zitten met mijn opdrachtgevers binnen J&V en mij? Ik hoor je graag. Groet Matthijs