Dat er in ons kleine landje nauwelijks nog ruimte zou zijn voor nieuwe wegen bestrijdt de minister. Dat lijkt maar zo omdat de wegen op de landkaarten zo breed zijn ingetekend.
Jaren geleden, toen ik nog wel eens tijd had voor een therapeutisch uurtje vrij associëren, overviel mij eens het diepe inzicht dat we er met zijn allen veel beter voor zouden staan als de mens niet steeds langer maar juist flink kleiner zou worden.
Aanleiding was een nieuwsbericht dat een macrobiotisch dieet niet gezond bleek: macrobiotische kinderen bleven in lichaamslengte achter. Groter is beter: niet dus! Stel je voor dat we niet gemiddeld een meter tachtig zouden meten maar negentig centimeter! Dat we de helft kleiner zouden zijn. Dan weeg je geen tachtig maar tien kilo, dan kun je met zijn vieren toe met een halve BigMac en past heel Amsterdam binnen de grachtengordel. Gebruiken we voor onze poppenhuisjes nauwelijks aardgas en hebben we aan één flink windpark genoeg voor al onze elektriciteit.
Onze minister van IenieMienie heeft ook van die schaalvisioenen. In het AD gaf ze haar visie op het fileprobleem: meer asfalt. Veel meer asfalt. Trots vertelde ze dat er deze kabinetsperiode 750 kilometer teer is neergekwakt en dat er de komende jaren nog eens 1000 kilometer asfalt bijkomt en dat ze dat zo hard in beleidsbeton heeft gegoten dat een volgend kabinet daar lekker niks meer aan kan veranderen. Niks geen beleid voor telewerken, rekeningrijden, slimme auto’s en intelligente wegen: meer asfalt. Dat er in ons kleine landje nauwelijks nog ruimte zou zijn voor nieuwe wegen bestrijdt ze. Dat lijkt maar zo omdat de wegen op de landkaarten zo breed zijn ingetekend.