Techmastodonten als Google en Facebook willen veel meer dan enkel een sterke marktpositie verwerven. Daarom is het betreurenswaardig dat de aankoop van Fitbit door Google niet als een ouderwets competitievraagstuk beoordeeld werd door de Europese Commissie. Marktmacht als enige criterium voldoet niet meer om overnames in deze sector te beoordelen.
Wanneer je beginnende tech-ondernemers vraagt wat ze willen met hun onderneming, valt vaak het woord ‘disruption’. Disruption is al decennia het buzzword in Silicon Valley. Het betekent zoveel als ontwrichten of verstoren. En er is wat op zijn kop gezet dankzij techbroeders als Zuckerberg, Brin, Page en Bezos. Facebook veranderde de manier waarop we onze vriendenkring onderhouden. Google veranderde de manier waarop we informatie vinden. Amazon revolutioneerde de webwinkel. De populariteit van deze diensten was te danken aan enerzijds de hoge kwaliteit en anderzijds aan het feit dat ze gratis waren. Nou ja, gratis… je ‘betaalt’ met je persoonsgegevens die bijvoorbeeld door advertentiebedrijf Google worden vermarkt. De zoekmachine, Youtube, Gmail; het werkt allemaal volgens een simpel principe: een gratis dienst in ruil voor gegevens en blootstelling aan reclame.
Na de ontwrichting volgde echter consolidatie op consolidatie en kunnen we spreken van quasi-monopolies, duopolie en andere vormen van doorgeslagen marktaandeel. Nieuwe toetreders worden opgekocht of maken geen kans. De EU brengt nauwelijks geloofwaardige concurrenten voort, omdat het gebrek aan uniforme regelgeving voor de Europese markt het veel start-ups moeilijk maakt om buiten de nationale markt te groeien. Hoe anders is het aan de andere kant van de wereld, waar Chinese giganten zijn opgestaan die in hun enorme thuismarkt hoogwaardige producten en diensten aanbieden.
Nu komen we bij de crux. Marktmacht is één ding; daar kan tegen opgetreden worden. Alleen zijn bedrijven als Google, Facebook en Amazon allang niet meer tevreden met enkel het domineren van hun eigen niche. Steeds meer databronnen worden aangeboord en onder één dak geplaatst. Nu Google Fitbit mag overnemen, wordt het een grote speler op de markt voor gezondheidstrackers, maar dat is niet het relevantst. Veel belangrijker is dat het zijn collectie databronnen uitbreidt met gevoelige gezondheidsgegevens van nieuwe klanten. De gevolgen daarvan, dat is waar we ons vergrootglas boven moeten houden. Is het bijvoorbeeld een goed idee om die data toe te vertrouwen aan een bedrijf dat reclames op Youtube verkoopt aan zorgverzekeraars die aan het einde van het jaar nieuwe klanten lokken?
We kunnen als beleidsmakers geen hek om Google of Amazon zetten. Als ze serverruimte willen aanbieden; be my guest. Als ze een raket naar Mars willen bouwen; succes! We kunnen echter wel hekken om verschillende soorten persoonsgegevens zetten. Bij iedere fusie of overname stellen we ons vervolgens de vraag: welke soorten data komen er onder één dak? Dat zal niet makkelijk zijn, maar één ding is duidelijk: de regels omtrent marktmacht zijn niet meer toereikend. Helaas is de Europese Commissie daar nog steeds niet van doordrongen nu het met de goedkeuring van de overname van Fitbit een flink kerstcadeau heeft gedaan aan Google.
Sophie in ’t Veld is lid van het Europees Parlement voor D66
Deze blog verscheen eerder als column in iBestuur Magazine #37 van januari 2021