Het voorstel voor het nieuwe stelsel voor online identificatie, eID, biedt te veel onzekerheden. De Tweede Kamer wil de tijd nemen om de opvolger van DigiD goed in de steigers te zetten, maar het bedrijfsleven dringt aan op snelheid.
Minister Ronald Plasterk
Dat bleek uit overleg vanmiddag van de commissie Binnenlandse Zaken met minister Ronald Plasterk over de brief over het eID-stelsel aan de Tweede Kamer van december 2013. “We dachten dat veel al geregeld en gekozen was, maar we zijn eigenlijk weer gewoon waar we moeten zijn”, concludeerde commissievoorzitter Astrid Oosenbrug (PvdA) die zorgen uitte over de balans tussen veiligheid, gebruiksvriendelijkheid en privacy.
Met Madeleine van Toorenburg (CDA) bepaalde ze de verdedigende teneur van het debat. “Ik heb behoefte aan een handrem, want anders gaan dingen uit de bocht vliegen. Als het mis gaat op dit gebeid dan ondergraaf je het vertrouwen enorm”, aldus Van Toorenburg.
Die rem staat haaks op de vaart waarvoor VNO–NCW, MKB Nederland, Thuiswinkel.org pleiten, want de Digid-opvolger is straks ook bruikbaar voor authenticatie door bedrijven. Ook de Belastingdienst, SVB en andere instellingen willen vaart maken, want DigiD loopt qua beveiliging op de laatste benen.
De commissieleden waren bestookt met mail van Nederlandse bedrijven in de ID-markt die menen dat de overheid geen goede koers vaart met het nieuwe stelsel. Ze willen vooral dat de overheid de identificatie vooral aan de markt overlaat, en vinden in VVD-commissielid Perjan Moors hun woordvoerder.
Hij is bang voor ‘weggegooid geld’ als de overheid een leidende rol blijft spelen en ook zelf de productie van een kaartsysteem ter hand neemt. Plasterk kwam hem tegemoet met de opmerking dat we innovatie moeten verwachten uit het bedrijfsleven en niet van een groep ambtenaren. Die overigens sinds kort intensief overlegt met die bedrijven.
Coalitiegenoot PvdA wil nadrukkelijk de regie bij de overheid houden. Volgens Oosenbrug is een keuze voor open, dus controleerbare software noodzakelijk. Ook wilde de commissie dat Nederland goed kijkt naar Duitsland en vooral Denemarken dat eID koppelt aan een individueel portaal voor burgers. MijnOverheid zou in die richting mee moeten gaan met de komst van het eID.
Er wordt nu eerst een eID-platform gevormd en voor de zomer komt minister Plasterk met antwoorden op vragen. Die gaan voor een behoorlijk deel over bijzaken, zoals gebruik van de huidige DigiD door Nederlanders in het buitenland en een conflict met het webdesignbureau Digi-D in Waalwijk dat mail krijgt met vertrouwelijk gegevens en zelfs door sommige gemeenten als contact is vermeld in folders.
In het eerstvolgende nummer van iBestuur magazine een uitgebreid artikel over eID.
Waarom geeft minister Plasterk de regie van de totstandkoming van eID niet in handen van VNO–NCW en MKB-Nederland?
Immers, het bedrijfsleven (incl.banken) heeft veel meer belang bij een goedwerkende eID. De ambtenaren van BZK hoeven zich niet afzijdig te houden. Ze moeten er op toezien dat de door de overheid gestelde eisen worden gerealiseerd en dat belangenorganisaties van burgers (w.o. De Consumentenbond en ACM) voldoende betrokken zijn. Wellicht moet er nog wat wetgeving gemaakt worden. Werk zat voor de BZK-ambtenaren, een veel betere positie en bij mislukken krijgt dit keer de overheid niet de schuld.
Ik begrijp TK-lid Oosenburg wel. Minister Plasterk moet wat te doen hebben.