Blog

Twitteren ondermijnt onafhankelijkheid

Tast activiteit op online sociale netwerken en het tonen van de persoon achter de rechter de onafhankelijkheid en gezag van dezelfde rechter aan?

Vorige week vond een debat plaats over ‘Wat kan de Rechtspraak met sociale media?’. Het verslag ‘Gebruik sociale media maar houd ook afstand’ is gepubliceerd op rechtspraak.nl. Het valt op dat deze titel niet de url vormt. De naam van de pagina is ‘Het glibberige pad van sociale media’. Deze titel lijkt aan te geven hoe over sociale media in combinatie met de rechtsprekende macht gedacht wordt.

Uit het artikel klinkt twijfel door. Misschien omdat het debat niet duidelijk genoeg was afgebakend? Ik lees onder andere over het merk ‘Rechtspraak’, verkeerde of uitblijvende crisiscommunicatie, camera’s in de rechtszaal, benaderen van jongeren en het privé-gebruik van sociale media door rechters. Al deze thema’s verdienen volgens mij hun eigen debat. Wat valt op aan het verslag?
De Raad van State benoemd (of roemt?) hun Twitterbox. Dit lijkt een opgeslagen zoekfunctie die tweets met betrekking tot de Raad verzamelt. Rechters zouden tijdens de rechtszitting soms ook op tweets reageren. In hoeverre past het betrekken van vragen of opmerkingen via tweets in een zorgvuldig afgewogen juridisch proces? Voor een procespartij kan een dergelijke reactie als een duveltje-uit-een-doosje komen.

Een ander opvallend punt is dat Bart Rijs, die het nieuwe hoofd communicatie van de Raad van de Rechtspraak wordt, wil inzetten op traditionele media en met name televisie. Volgens hem wordt daar de publieke opinie gemaakt. In mijn omgeving zijn steeds meer (oudere) jongeren die geen televisie meer hebben of kijken. Alle benodigde en gewenste informatie vinden ze op internet. Via online sociale netwerken (lees: ook discussiefora) wisselen zij gedachten en gevoelens uit. De pijlen alleen richten op traditionele media lijkt mij zonde van de investering en doet geen recht aan de plaats die online sociale netwerken inmiddels verworven hebben.

De opmerkingen van sprekers dat veel aanwezigen nog weinig weten over sociale media mist de plank niet. Nog niet zo lang geleden verscheen er een uitspraak waarin de rechter online sociale netwerken Twitter en Facebook verhaspelde. In het vonnis staat: “… miskent bovendien dat met het plaatsen van het bericht op Facebook er het risico van re-tweten is…”. Hierbij wil ik nogmaals mijn aanbeveling herhalen dat de rechterlijke macht meer kennis dient te hebben van online sociale netwerken en de betekenis ervan in het maatschappelijke verkeer. Wanneer dat uitblijft zullen burgers de rechterlijke macht niet begrijpen.

De oproep in de Rechtspraaklezing 2012 tot het vergroten van de kloof tussen rechtspraak en burger om de zichtbaarheid te verbeteren, lijkt mij niet verstandig. De redenatie dat verdieping van de kloof wenselijk is om met meer gezag te kunnen optreden lijkt op een echo uit het verleden. Bij mij blijft de volgende vraag hangen:
“Tast activiteit op online sociale netwerken en het tonen van de persoon achter de rechter de onafhankelijkheid en gezag van dezelfde rechter aan?”.

  • H.J. van Til | 4 oktober 2012, 12:44

    Twitteren etc. etc. bevestigt onverbloemd allerhande onderlinge afhankelijkheden. Onderlinge afhankelijkheden die er altijd al waren – inclusief hun (ont)sporingen, maar die ‘vroeger’ zoveel gemakkelijker buiten beeld en buiten schot konden worden gehouden.

    De oude wereld is al (grotendeels) verdwenen en komt niet meer terug. Wie dat nog niet onder ogen wil/kan zien… doet wellicht verwoede pogingen die wereld in stand te houden en/of (zoveel als mogelijk) te herstellen. “In times of drastic change, learners inherit the world, while the learned remain beautifully equipped to deal with a world that no longer exists”, zei Eric Hoffer (1973).

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren