Digitalisering en democratie
Nieuws

Uitvoerbaarheid staat centraal bij invoeringstoets Woo, niet de gebruiker

Ambtenaren willen liever geen interne communicatie meer openbaren, laten ze achter de schermen weten. | Beeld: Shutterstock

Op dit moment voert onderzoeksbureau SEO een onderzoek uit naar de werking van de Wet open overheid (Woo): de zogeheten invoeringstoets. Duidelijk moet worden of de nieuwe wet werkt zoals die is bedoeld, met name voor de doelgroep die ervan gebruik maakt. De opdracht klinkt echter anders concludeert Follow the Money, daar staat de uitvoerbaarheid centraal. Achter de schermen zouden ambtenaren lobbyen om interne communicatie van ministeries voortaan niet-opvraagbaar te maken.

‘Alles wijst erop dat er plannen zijn om het soort opvraagbare documenten in te perken. Ambtenaren willen liever geen interne communicatie meer openbaren, laten ze achter de schermen weten. Maar daarmee zou het recht op informatie worden ingeperkt, terwijl het doel van de Woo exact het tegenovergestelde is’, schrijven Wob- en Woo-specialist Bas van Beek en doctor in de journalistiek Birte Schohaus op  Follow The Money. De invoeringstoets zou moeten gaan over de ervaring van de gebruikers, journalisten en burgers in plaats van de uitvoerbaarheid van de wet.

Inperking Woo

In de discussie gaat het om het begrip ‘document’. Dat wordt in verschillende Europese Landen anders ingevuld bleek vorig jaar al uit vergelijkend onderzoek van de Universiteit Leiden. De uitvoerbaarheid van de Woo zou een stuk eenvoudiger zijn als het recht op overheidsinformatie beperkt wordt tot enkel officiële documenten en e-mails en apps erbuiten vallen, zoals in Zweden of in Noorwegen. Maar, schrijven de onderzoekers: ‘Tegelijkertijd zou een dergelijk besluit een zeer principiële keuze zijn, omdat daarmee de mogelijkheden om de overheid te kunnen controleren (hetgeen een van de doelstellingen van de Woo is) wordt beperkt.’

Ongeordend opgeslagen

De echte oorzaak ligt volgens Follow the Money echter niet in de verschillende soorten documenten, maar in het feit dat het er veel zijn en dat ze ongeordend zijn opgeslagen, in verschillende systemen, op harde schijven van individuele ambtenaren en soms zelfs in privé-mailboxen, die niet automatisch te doorzoeken zijn. ‘Wat hierbij zou kunnen helpen is een documentenregister, zoals bijvoorbeeld Zweden en Estland dat gebruiken. Hierdoor kan veel sneller een overzicht worden gemaakt van de aanwezige documenten over een bepaald onderwerp. Zo’n register was oorspronkelijk ook onderdeel van het wetsvoorstel voor de Woo. Er was echter veel verzet van overheidsorganen om de wet af te zwakken. Met succes: de verplichting om een documentenregister bij te houden is uit het voorstel geschrapt.’

De uitkomsten van de invoeringstoets worden komende maand verwacht en voorgelegd aan adviesorganen, zoals het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding, ACOI. De minister zal het rapport te zijner tijd met een brief naar de Tweede Kamer sturen. Dat zal pas na de verkiezingen van 22 november zijn.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren