Uitvoeringswet Dataverordening vertraagd

Op 12 januari 2024 is de Dataverordening is in werking getreden op EU-niveau. Om tijdig te voldoen aan de EU-verplichtingen zou de Uitvoeringswet dataverordening op of vóór 12 september 2025 in Nederland in werking moeten treden. Die deadline wordt niet gehaald.
Demissionair minister Beljaarts van Economische Zaken heeft wel een belangrijke volgende stap gezet in het op Uitvoeringswet Dataverordening. Nadat het wetsvoorstel op 23 april 2025 ingediend bij de Tweede Kamer, heeft hij op 30 juni de Nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer gestuurd. Deze bevat de officiële antwoorden van het kabinet op vragen van fracties.
Na deze nota volgt normaal het plenaire debat en de stemming. Echter, doordat de nota wordt verstuurd vlak voor het zomerreces (dat in juli begint), is het praktisch onmogelijk om vóór 12 september 2025 zowel het plenaire debat als de stemming te houden. De vertraging door het zomerreces is ook aangekondigd in de beslisnota.
Wat mist er zonder uitvoeringswet?
In de EU-verordening zelf is bepaald dat de meeste bepalingen vanaf 12 september 2025 rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten. Maar een aantal elementen moet nationaal worden geregeld, anders ontbreekt een praktisch kader voor uitvoering. Met name het toezicht en de rechtsbescherming zijn nog niet goed ingericht.
De nationale uitvoeringswet is nodig om:
- de juiste toezichthouders aan te wijzen; in Nederland moeten de ACM en AP formeel bevoegd worden verklaard voor toezicht op verschillende onderdelen.
- bevoegdheden en sancties vast te stellen, zonder nationale wet kunnen de toezichthouders nog geen dwangsommen of boetes opleggen.
- bepaalde procedurele regels vast te leggen, zoals klachtbehandeling.
Lees ook: