Van Marum moet doortastender zijn, vindt Kamer in NDS-debat

Kamerleden in de commissie Digitale Zaken storen zich aan het in hun ogen weinig doortastende optreden van staatssecretaris Van Marum in het debat over de Nederlandse Digitaliseringsstrategie en in het bijzonder de digitale soevereiniteit op 29 september jl. ‘Op deze manier is die NDS toch een dode letter?’
Wat is ervoor nodig om de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS), die deze zomer werd gepresenteerd, tot een succes te maken? En wat kan er worden gedaan om een en ander te versnellen en zijn er eventueel nog aanpassingen mogelijk?
Dat soort vragen kwamen veel aan bod in twee sessies van de vaste Kamercommissie over de NDS. Eén vorige week woensdag (een rondetafeloverleg met diverse organisaties) en maandag in een langdurig debat met daarbij ook de relatief nieuwe staatssecretaris, Eddie van Marum (BBB).
Een dode letter
En die had het bij tijd en wijle knap lastig. Vooral op het gebied van het cloudbeleid en digitale autonomie – een soevereine overheidscloud is een van de belangrijkste pijlers onder de NDS – wekten zijn antwoorden ergernis op. Toen Van Marum inging op een motie van Kathmann (GL-PvdA) om alle onnodige migraties naar Amerikaanse techreuzen stop te zetten, zei hij ‘te werken aan een beter inzicht in het cloudgebruik binnen de departementen en versterking van de departementale risicobeheersing’. De bewindspersoon benadrukte daarbij dat departementen zelf verantwoordelijk zijn voor hun cloudgebruik en aanpalende risicoanalyses.
Dat schoot Kathmann duidelijk in het verkeerde keelgat. ‘Dit is dus precies waar het misgaat. Hier hebben we niks aan. De staatssecretaris moet dit in de ministerraad blijven agenderen tot hij een ons weegt.’ We kunnen echt meer doen om dit in kaart te brengen, vindt ze: ‘Op deze manier is de NDS een dode letter.’ Daarop riposteerde Van Marum dat de ministeries wel degelijk worden aangespoord om iets te doen. Maar ook Koekkoek (Volt) wil dat de staatssecretaris fermer de leiding pakt. ‘Dat aanmoedigen doen we al heel lang in de commissie. De ingediende moties zijn signalen richting deze staatssecretaris.’ Van Marum, iets toegeeflijker: ‘Ik zet maximale druk op de departementen. Maar uiteindelijk blijft het de verantwoordelijkheid van die departementen zelf. Absolute doorzettingsmacht heb ik hierin niet.’ Buijsse (VVD) deed tot slot nog een duit in het zakje. ‘Ik word hier niet vrolijk van. Het is teleurstellend.’
Proof is in the pudding
Het kabinet presenteerde de NDS als dé leidraad voor de digitale toekomst van Nederland. Het bijbehorende motto ‘Samen versnellen is de enige optie’ wordt echter nog niet waargemaakt. Na bestudering van de Miljoenennota bleek eerder al dat het nog niet gelukt is om geld vrij te maken voor de ambitieuze plannen, terwijl er gezien alle (geopolitieke) ontwikkelingen haast bij is. Dat de langverwachte visie op ‘digitaal Nederland’ ook zal slagen in de praktijk is dus nog maar de vraag. De NDS moet zich nog maar bewijzen in de uitvoering, vatte VVD’er Buijsse de twijfels vorige week kernachtig samen. Of met andere woorden: the proof is in the pudding. Zo wil de VNG meer geld zien voor de uitvoering en komt de investeringsagenda – feitelijk de financiële onderbouwing – pas in het eerste kwartaal van 2026, terwijl die, conform de aangenomen motie, eigenlijk vóór de verkiezingen van 29 oktober binnen moest zijn. Ook zijn veel punten nog te vrijblijvend en onuitgewerkt. Van Marum zegde toe de Kamer nog dit jaar te informeren over de voortgang van de investeringsagenda en dat de Kamerleden de investeringsagenda ook daadwerkelijk ontvangen in de eerste helft van 2026. Ook krijgt de Kamer in die periode ‘een schriftelijke verkenning op een eventuele aanbesteding van een soevereine overheidscloud’, de zogenaamde Rijkscloud.
Ook zijn veel punten nog te vrijblijvend en onuitgewerkt. Niet voor niets wil de Tweede Kamer aanscherpingen zien. Zo verscheen vorige week een uitgebreide notitie, ondersteund door alle partijen (behalve VVD, FvD en PVV). ‘Natuurlijk moeten we bekende problemen sneller oplossen. Maar we moeten ook weten wat voor digitale samenleving we willen bouwen en op basis van welke waarden,’ luidt een passage uit ‘Ons Digitaal Fundament’. Daarin klinkt het verwijt door dat het kabinet een gebrek aan visie toont.
Einde aan vrijblijvendheid
Van Marum ging niet echt in op die toch vrij unieke notitie, die aantoont dat de urgentie kamerbreed leeft. ‘Ik ben enerzijds heel blij met deze constructieve inbreng, maar het is te kort dag om hier vandaag diepgaand op te reageren. Ik heb het in hoofdlijnen tot mij genomen.’ Hij hield nadrukkelijk de boot af wat betreft mogelijke aanpassingen – toch een nadrukkelijke wens van de Kamer. Die aanpassingen zouden afbreuk kunnen doen aan het zorgvuldige bouwwerk, meent de bewindspersoon. ‘Er is een breed draagvlak met alle betrokken partijen. Het moet niet zo zijn dat wij vanaf de zijlijn weer allerlei zaken toe gaan voegen.’
Six Dijkstra (NSC) vond dat ‘Ons Digitaal Fundament’ wel een inhoudelijke reactie verdient. ‘We hebben er met de commissie veel tijd in gestoken. Ook voor ons het niet louter vrijblijvend.’ Van Marum zegde daarop toe dat hij er na zijn bestuurlijk overleg op terugkomt. ‘In elk geval voor de Kerst.’
In de afgelopen debatten klonk maar weer eens de roep om de aanstelling van een minister van Digitale Zaken. Een van hen was Kathmann: ‘Om nou eens eindelijk een einde te maken aan de vrijblijvendheid. Anders gaan we dit niet vlottrekken met z’n allen.’
Lees ook: