Net als u word ook ik met enige regelmaat geconfronteerd met de cri de coeur van collega’s die zich afvragen op welk moment dat ellendige veranderen nou eindelijk eens stopt.
Net als u word ook ik met enige regelmaat geconfronteerd met de cri de coeur van collega’s die zich afvragen op welk moment dat ellendige veranderen nou eindelijk eens stopt. En dat terwijl we pas net zijn begonnen!
Want zonder dat we het in de gaten hebben voltrekt zich met een sneltrein vaart een immense verandering. Mogelijk gemaakt door nieuwe business- of verdienmodellen. Gebaseerd op web-based technologie. Deden we een paar jaar geleden nog wat schouderophalend over dagdromerige start-ups op zolderkamertjes, vandaag de dag hebben initiatieven als Airbnb (20 procent traditionele hotelmarkt, omzet > 1 miljard dollar) of booking.com (400.000 hotelboekingen per dag) een meer dan serieuze plek veroverd in ons krachtenveld. Greenfield-achtig van opzet, volledig buiten de gevestigde orde.
Interessant is om te zien hoe wij als overheid op de komst van dit soort initiatieven reageren. Liften we mee op deze beweging of verzetten we ons er tegen? In de sfeer van die oude Chinese wijsheid: “When the winds of change blow, some people build walls and others build windmills”. De recente stof rondom het taxi initiatief Uber geeft weinig hoop. Mag niet, dus kan niet. Nog erg acterend vanuit het bestaande regelgeving (rule based) – in plaats van de focus op waardecreatie (value based). Sterk de vraag of we zo de stap te zetten van het verbeteren (optimaliseren) naar het fundamentele vernieuwen (innoveren).
En dat terwijl ook de overheid goud in handen heeft als driver voor innovatie. Neem het vraagstuk van open data: publieke data. Het gaat hier om data die door computers kunnen worden gelezen en dus herbruikbaar zijn zonder beperkingen. Dat houdt ook in dat die data geen geld mogen kosten: daar is immers al voor betaald via premies en belastingen. En veel van deze data kunnen relevant zijn voor burgers, ondernemers en medeoverheden. Want het vrijgeven van die open data door de overheid heeft drie voordelen elkaar niet alleen versterken, maar die ook tegelijkertijd verzilverd kunnen worden:
het verbetert de publieke dienstverlening (1), het spoort substantiële besparingen op zowel out of pocket als apparaatskosten (2) en het maakt het mogelijk dat de burger die tribune kan verlaten (3).
Als overheden er namelijk toe overgaan hun uitgaven en beleidsresultaten in de vorm van open data aan te bieden, kunnen burgers de overheidsactiviteiten gaan volgen. Waarmee zij hun rol van ‘armchair auditor’ of ‘critical friend’ kunnen vervullen. Om zo kritisch mee te kunnen kijken naar de besteding van hun belasting- en premiegeld. Want de technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om ontwikkelingen real time te kunnen volgen. En als informatie eerder beschikbaar is, zit je korter op de bal – kun je dus eerder sturen. Volgens mij past dat als geen ander in ons streven om te komen tot een ware participatiemaatschappij: je geeft burger en ondernemers hun verantwoordelijkheid weer terug.
Een paar voorbeelden van open data toepassingen:
1. Het www.recovery.gov laat zien hoe open spending een integraal onderdeel is van het Amerikaanse overheidsbeleid. Via deze website kunnen burgers volgen op welke manier hulpgelden vanuit de America Recovery and Reinvestment Act en hulpgelden voor de schade door Hurricane Sandy worden ingezet. Doel van de website is om transparantie te bieden en om fraude, verspilling en corruptie tegen te gaan. Burgers en media kunnen zo tot op postcode niveau (!) volgen hoeveel hulpgelden er worden uitgegeven. En wat ervan terecht komt. Mooie bijvangst is dat burgers zich meer gecommitteerd voelen – in feite opereren ze als de ogen en oren van het programma – om zo actief een bijdrage te leveren aan de programmadoelen.
2. In de Engelse zorgsector is met behulp van open data over voorschrijfgedrag van huisartsen voor minstens 200 miljoen pond bespaard op medicijnen. Domweg door met behulp van open data verschillen tussen prijzen en kwaliteit te kunnen traceren. Kijk maar eens op www.prescribinganalytics.com waar burgers (tech startups en artsen) middels open data van de National Health Service en de Office of National Statistics zélf kunnen participeren om zo de overheid te helpen om besparingsmogelijkheden te identificeren.
3. Dichter bij huis: de Groninger Bodem Beweging . Een initiatief dat zich inzet voor de belangen van slachtoffers die schade hebben ondervonden van de gevolgen van de gaswinning. Door onder meer het ontsluiten van grafieken, statistieken en interactieve kaarten die informatie bevatten over de gaswinning en de gevolgen daarvan. Maar ook wie er allemaal langs is geweest – niet alleen partijen als de NAM, maar ook hoogwaardigheidsbekleders als minister Kamp of PvdA leider Samsom – en wat het effect daar dan van was. En het mooie is dat deze site drie typen van informatie bevat: de feiten, de gebeurtenissen en het gevoel.
Onderwijs is qua open data écht ‘n bestpractice. Kijk maar op data.duo.nl. Op dit open dataportaal wordt een groot aantal databestanden met informatie over alle sectoren binnen het onderwijs aangeboden. Wat winst oplevert voor zowel leerlingen en ouders – betere keuzes door adequaat inzicht in kwaliteit van onderwijs –, voor onderwijsaanbieders – kwaliteit wint: gerealiseerde performance, oordeel ouders – als voor DUO – interne efficiency: betere voorlichting, forse afname van aantal gestelde vragen. Nog los van de benefits voor toekomstige werkgevers – mate waarin het onderwijs aansluit op de behoeftes. En deze open data zijn op hun beurt weer een multiplier voor sites als www.10.000scholen.nl of www.scholenkeuze.nl. In de Verenigde Staten is een vergelijkbaar initiatief gestart (Student Right-to-Know act) waarin universiteiten jaarlijks rapportages openbaar maken met daarin niet alleen kwantitatieve (feiten) maar ook kwalitatieve informatie (beoordelingen, effecten, helden) van hun opleidingsaanbod. Het mooie is dat door data zo open aan te bieden er veel gebeurt, dat er sprake is van reuring. Waarbij open data het middel is om te komen tot nieuwe maatschappelijke activiteiten.
Kansen genoeg dus. Maar dat betekent wel dat we meer moeten denken in nieuwe kansen en mogelijkheden én minder verkrampt moeten acteren. Vanuit bestaande procedures, control of beheersing. Toch een net iets andere benadering! Immers: a pessimist sees the difficulty in every opportunity – an optimist sees the opportunity in every difficulty (Churchill).
Alleen zo kunnen we de stap zetten van operationele optimalisatie (doing the same things better) naar organisatorische transformatie (doing good, by doing new things) of systeemvernieuwing (doing good, by doing new things together with others).
Er is nog een andere categorie “value’s”: moral values. En eerlijk gezegd vind ik het verdienen van vermogens aan het op een of andere manier in contact brengen van mensen, – vragers en aanbieders, of anderszins -, niet helemaal fris. Het verschilt immers niet essentieel van de middeleeuwse roofridder die vanuit zijn kasteel de doorgang beheerst en de passant letterlijk of figuurlijk uitkleedt.
Heerlijk nuchtere en toekomstgerichte benadering. Sluit goed aan bij het initiatief dat we eerder samen met Kadaster en Geonovum hebben opgezet: “Social Spatial”. Wie weet komen hier wat ideeën en daadkracht bij elkaar. Groeten,
Ivar Davids
managing partner
http://www.kirkmancompany.c…