Veronderstelde belemmeringen
De overheid houdt zichzelf gevangen in veronderstelde belemmeringen. Ze denkt in problemen in plaats van in mogelijkheden. Met name privacyregels worden als obstakel ervaren waarbij de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) te streng wordt toegepast. Dit aldus de Nationale Ombudsman in het recent verschenen jaarverslag van 2023. Het leidt tot problemen in uitvoering en dienstverlening, en uiteindelijk zijn burgers de dupe. Tijd dus voor wat meer can-do-mentaliteit binnen de overheid.
De overheid is enigszins bipolair als het om data gaat. Zo wordt er veel gesproken over de kansen en mogelijkheden van datagedreven werken, maar tegelijkertijd is er ook verstarring als het aankomt op het daadwerkelijk delen van data. In de afweging regeert de angst en risico’s winnen consequent van de kansen. Geheel verwonderlijk is dat niet. Sinds de toeslagenaffaire zijn termen als profilering vloeken in de kerk en wordt met argusogen gekeken naar het delen van data. Natuurlijk zijn er gerechtvaardigde zorgen, maar wanneer deze zorgen doorslaan verlamt het de hele overheid met de AVG als zondebok.
Het denken in problemen zal waarschijnlijk met de AI act verder groeien. Nu al wordt AI vaak als bedreiging gezien en is er vooral aandacht voor het mitigeren van mogelijke risico’s. Maar juist daardoor lopen we het risico dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Zo zou bijvoorbeeld de inzet van gezichtsherkenning tegen zware criminaliteit niet mogen vanwege het gebrek aan een wettelijke grondslag. Dit terwijl uit het Kieskompas blijkt dat 65% van de mensen voorstander zijn hiervan. Het is dan ook maar de vraag of de burger beter af is bij een terughoudende overheid die bij twijfel niet inhaalt. Iets wat nu in de praktijk vaak het geval is.
Privacy wordt nu als voornaamste knelpunt gezien. Toch is het niet terecht dat juristen nu vaak de gebeten hond zijn. Uiteindelijk is het aan bestuurders en aan de politiek om keuzes te maken. Zo stelt de Ombudsman ook dat problemen in de uitvoering van overheidstaken grotendeels voorkomen hadden kunnen worden als de politiek eerder duidelijke keuzes maakt over de balans tussen privacy en de uitvoering van overheidstaken. En ook de Rekenkamer in Rotterdam wijst naar de politiek in het recent verschenen rapport over algoritmes. Het is aan de politiek om gevoelige besluiten te nemen, en niet aan de ambtenaar bij wie ze nu op het bordje komen.
De overheid gijzelt zichzelf door vast te blijven houden aan beperkingen die ze zichzelf oplegt. Ook wanneer er geen wettelijke mogelijkheid is om bijvoorbeeld data te delen zou dat niet het einde van de discussie moeten zijn, maar juist het begin. Er zijn afwegingen en ethische keuzes te maken, en het is tijd om ruimte te geven aan het gebruik van data voor betere dienstverlening en bij de aanpak van fraude, armoede en die vele andere opgaven. Een handschoen die hopelijk wordt opgepakt door het volgende kabinet.