Versterk onze lokale digitale industrie

We zijn zo afhankelijk geworden van Big Tech, dat we bij elke nieuwe digitale uitdaging uit reflex leunen op diensten uit de VS. Dat is jammer, want zo groeien we zelf niet in onze digitale capaciteiten. Overheid, ontwikkel richtlijnen voor digitale overheidsinvesteringen en versterk onze lokale digitale industrie, stelt Jasper Moelker.
De huidige geopolitieke ontwikkelingen laten zien dat technologie nooit los staat van politiek. We kunnen niet langer naïef zijn over onze digitale infrastructuur – we moeten ons beter wapenen. Met een half miljoen euro zou ik een klein expertteam binnen de overheid samenstellen met in ieder geval een beleidsmaker en een ondernemer uit de digitale sector. Hun opdracht voor een jaar? Ontwikkel richtlijnen voor digitale overheidsinvesteringen en versterk onze lokale digitale industrie. Liever doe ik dit trouwens op Europees niveau. Nederland is te klein om deze uitdaging alleen op te pakken en het is ook niet nodig, want onze waardegemeenschap is de EU.
Koop lokaal
In de richtlijnen moet ten eerste komen te staan: koop lokaal. Bij alle andere overheidsdomeinen vinden we het vanzelfsprekend om duurzaam en lokaal in te kopen – waarom niet bij digitale diensten? Niet door blind lokaal te kopen, want soms is dat onmogelijk. Digitaal is inherent wereldwijd en beperkt zich niet tot landsgrenzen. Weloverwogen lokaal inkopen dus.
Digitale capaciteiten ontwikkelen
Neem een voorbeeld aan Estland. Na de Sovjet-tijd hadden ze weinig geld maar veel ambitie. In plaats van dure consultants inhuren, bouwden ze zelf expertise op. Ze ontwikkelden X-Road: een systeem waarin burgerdata veilig wordt opgeslagen en alleen met expliciete toestemming wordt gedeeld. Wil een vervoersbedrijf checken of je recht hebt op korting? Dan krijgen ze alleen een ja/nee antwoord, niet je complete dossier. Estland heeft, weliswaar noodgedwongen, de capaciteiten zelf opgebouwd.
Europese oplossingen
Overigens zijn er meer ‘lokale’ opties dan we denken. De website European Alternatives laat zien welke Europese alternatieven er zijn voor digitale producten en diensten – van cloudservices tot SaaS-oplossingen. Of het nu uit Frankrijk, Slovenië of Noorwegen komt, er zijn steeds meer Europese aanbieders. Voor de overheid is zo’n transitie complex, maar niet onmogelijk. Bij nieuwe ontwikkelingen kun je vanaf dag één kiezen voor Europese oplossingen.
Data voor innovatie
Het tweede punt waar het expertteam zich over mag buigen, is eerlijke concurrentie en innovatie door data breed toegankelijk te maken. Bedrijven houden allemaal hun eigen data vast, maar versnipperde data remt innovatie. Verplichte uitwisseling van niet-persoonsgebonden data zou het speelveld gelijk trekken en ruimte geven aan nieuwe spelers.
Ik denk bijvoorbeeld ook aan een verplichte datakoppeling voor grote bedrijven: berichten uitwisselen tussen Slack en Teams en bellen van Zoom naar Google Meet moet net zo makkelijk zijn als mailen tussen verschillende mailprogramma’s. Ook een verplichte uitwisselingsstandaard maakt het voor nieuwe, kleine bedrijven mogelijk om toe te treden tot de markt. Zo’n aanpak past perfect bij Europa’s talent voor standaardisatie – denk aan USB-C. We kunnen dat vertalen naar digitale standaarden.
Investeren in eigen kunnen
Een half miljoen lost niet alles op. Maar het helpt wel om helder te krijgen hoe we onze digitale toekomst vormgeven. Niet anti-Amerikaans, wel pro-Europees. Met heldere waarden, stevige standaarden en vooral: eigen expertise. Want alleen zo kunnen we een digitale overheid bouwen die werkt voor onze burgers en onze waarden.
Dit artikel is geschreven in de DDA reeks “Wat zou je doen met een half miljoen?”, om overheidsinstellingen te inspireren hoe het óók kan. Dutch Digital Agencies (DDA) verenigt en vertegenwoordigt de digitale bureaus van Nederland.
Lees ook:
Daar heb je toch geen half miljoen voor nodig en zeker geen overheidshulp! Gewoon DOEN. Het is vooral een kwestie van te weinig verdiepen, te weinig markt kennis en te weinig Visie Architectuur.
Amerikaanse technologiebedrijven winnen vooralsnog op naamsbekendheid, waardoor ze bijna synoniem staan aan het internet en digitale dienstverlening zelf. Dit vertaalt zich in een soort ‘default’ vertrouwen in betrouwbaarheid, schaalbaarheid en rest is een kwestie van een inkoopvinkje zetten in de app-store (one-stop shop gemak) en netwerkeffecten (hullie hebben het ook).
Er zijn uitstekende Nederlandse alternatieven. Met https://www.digithreelabs.com/ hoeft je geen Teams meer te gebruiken en ben je stukken veiliger bezig. Eurofiber heeft datacenta die niet onder de US Cloud act vallen. Adyen is een toonaangevend Nederlands fintechbedrijf dat betaaloplossingen biedt voor bedrijven, Booking.com? Nederlands. HQ in Amsterdam. TomTom? WeTransfer? Mendix Low-Code? MessageBird biedt uitstekende communicatie-API’s voor sms, spraak, en chatapps om klantinteracties te verbeteren. Picnic? De Mollie betaaldienst. Wat te denken van Elastic, het bedrijf achter de Elasticsearch zoekmachine, een krachtige tool voor datasearch en analytics. Bynder – Een marketingplatform dat bedrijven helpt met het beheren van hun digitale assets. Je hebt geen Etsy of Amazon meer nodig als je Catawiki gebruikt; opgericht in 2008 door René Schoenmakers en Marco Jansen uit Assen. Coolblue e-commerce? Relay42 – Een platform dat marketingtechnologieën integreert en gepersonaliseerde klantreizen mogelijk maakt. Blendle uitgeverij. Tiqets ticketing.
Bunq bank? Het Shapeways 3D-printservices platform? Juist Nederland bruist!