Als er één onderwerp is waar een gezamenlijke aanpak noodzaak is, dan is het wel de Omgevingswet. Al was het alleen maar vanwege de impact van de nieuwe wet, waarbij 26 wetten, 5000 artikelen, 117 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en circa 120 ministeriële regelingen samengevoegd worden tot één wet met circa 350 artikelen, 4 AMvB’s en zo’n 10 ministeriële regelingen. “Dat maakt dat overheden wel met elkaar móeten samenwerken.”
Beeld: Dreamstime
Martiene Branderhorst is gemeentesecretaris en algemeen directeur bij de gemeente Gouda en lid van de Taskforce Samen Organiseren. Vanuit die laatste functie bezoekt zij gemeenten om te inventariseren welke behoeften er leven als het gaat om de Omgevingswet. “De beelden bij gemeenten ten aanzien van die Omgevingswet verschillen nogal, ook afhankelijk van de grootte van de gemeente. Wat je wel bij vrijwel alle gemeenten merkt is de behoefte aan duidelijkheid over het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de impact die dat heeft op de gemeentelijke uitvoering: wat kunnen we gezamenlijk doen en wat moeten wij als gemeente zelf nog regelen? Verder zijn ook gezamenlijk inkopen en de krachten bundelen in de onderhandelingen met leveranciers zaken waar gemeenten veelvuldig om vragen.”
Branderhorst vindt het niet meer van deze tijd om alles als individuele gemeente zelf te ontwikkelen. “Dat is niet efficiënt en niet effectief.” Wat haar betreft betekent dat niet dat de beleidsruimte van gemeenten daarbij in het geding komt. “Wél heeft het invloed op de handelingsruimte in de uitvoering, maar daar krijg je als gemeente ook veel voor terug.” De Omgevingswet, met name de grootte ervan, ‘verplicht’ overheden om met elkaar samen te werken. Reindert Hoek, gemeentesecretaris van Leeuwarden en deel uitmakend van het 100.000+ Gemeentesecretarissen Overleg, vindt die verplichte samenwerking “een zegen voor de mensheid”. “Als we daarbij Samen Organiseren gebruiken, kunnen we ver komen.”
Hoek ziet nog wel een flinke opgave voor Samen Organiseren. “De kunst is dat 380 gemeenten met elkaar die beweging maken. Dat daadwerkelijk ook op lokaal niveau centrale producten doorgevoerd worden. Daar hoort meer bij dan wat op dit moment bij het DSO wordt geregeld. In dat kader ben ik ook verheugd met de Common Ground-gedachte, de architectuurprincipes voor het gemeentelijke landschap informatievoorziening. Wat mij betreft kan juist de Omgevingswet, die verplichtend is voor alle 380 gemeenten, ideaal als pilot dienen om die Common Ground-gedachte handen en voeten te geven. Binnen het beraad van 100.000+ gemeenten is dat nu ook afgesproken en verder is het verheugend dat ook het College van Dienstverlening de Common Ground-gedachte heeft omarmd.”
Leveranciers
Reindert Hoek vindt ook om andere redenen de Common Ground-gedachte erg waardevol, zeker in het licht van het DSO en de Omgevingswet. “De relatie met leveranciers wordt anders. Als gemeenten zeggen wij straks: oké, dit is de taal die we met elkaar spreken en dit is het stramien waarbinnen geopereerd moet worden. Dat betekent dat wij veel meer regie op leveranciers hebben dan omgekeerd het geval is. Mooi is dat je ziet dat nu in snel tempo duidelijk wordt wat landelijk wordt ontwikkeld, wat door gemeenten gezamenlijk wordt georganiseerd en wat gemeenten zelf moeten doen. Dit is een uitgelezen kans om, met de juiste inzet van die leveranciers, Samen Organiseren een impuls te geven.” Als het gaat om de rol richting leveranciers benadrukt Martiene Branderhorst met name de duidelijkheid die ontstaat. “Omdat gemeenten de krachten bundelen en met elkaar standaarden afspreken, zijn zij beter in staat hun opdrachtgevende rol naar leveranciers in te vullen. Het belang van de leveranciers is dat zij minder geconfronteerd worden met vele verschillende wensen en dus sneller kunnen inspelen op de behoeften van gemeenten.”
‘Goed samenwerken’
De Omgevingswet wordt alleen een succes als overheden goed samenwerken met andere bevoegde gezagen. Bijvoorbeeld als het gaat om ketenstandaarden. “Het gaat erom dat we collectieve standaarden hebben over hoe we zaken noemen, welke termen we gebruiken voor een brug of een lantaarnpaal”, zo zegt Martiene Branderhorst. “Als we daar verschillende termen voor gebruiken, kun je niet eenvoudig gemeenschappelijke voorzieningen maken. Als het gaat om wat je met de data doet, hoe je de interactie met de inwoners organiseert en hoe je je werkprocessen inricht: dat bepaal je als gemeente zelf.”
Wat Reindert Hoek betreft is het noodzaak dat ook het bestuurlijke deel binnen gemeenten aanhaakt. “Een aantal jaar geleden zijn er rondom de Omgevingswet bijeenkomsten gehouden om iedereen mee te nemen in dat proces, maar die bijeenkomsten waren niet altijd even bestuurlijk ingevuld. Mijn voorstel is om het, vanuit Samen Organiseren, nog een keer te doen waarbij we ons specifiek richten op datgene wat met bestuurders en gemeentesecretarissen te maken heeft. Wat mij betreft wordt dat vrij snel na 21 maart een centraal thema, zodat we ook richting Algemene Ledenvergadering van de VNG kunnen laten zien dat Samen Organiseren niet alleen een abstractie is. Wij moeten daadwerkelijk laten zien dat wij er in de praktijk ook baat bij hebben.”