Een level playing field tussen overheid en burgers: welke gemeente heeft dat niet hoog op de wensenlijst staan? Maar dat ideaal kun je alleen bereiken als alle partijen toegang hebben tot dezelfde openbare informatie. Digitale én politieke transparantie dus.
“Vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 hebben we een onderzoekje gedaan bij zo’n tachtig gemeenteraden: in hoeverre stelden zijn hun raadsinformatie beschikbaar als open data?” Aan het woord is Tom Kunzler, werkzaam voor de Open State Foundation en VNG Realisatie. “Dat was een vervolg op een eerder initiatief van de Tweede Kamer om te bekijken in hoeverre gemeenten grip hebben op hun eigen data en in hoeverre die vindbaar en herbruikbaar zijn voor derden.” Dat leverde een bont beeld op. Wilde je bijvoorbeeld als journalist een analyse maken over het stemgedrag van de gemeenteraadsleden rond een bepaalde motie, dan kwam je daar op z’n best met heel veel zoek- en uitpluiswerk achter. En in elk van de 380 gemeenten moest dat op een andere manier. Conclusie: hergebruik van openbare raadsinformatie was een bijna hopeloze opdracht. Zeeger Ernsting, Amsterdamse raadslid voor GroenLinks voegt toe: “Een slechte zaak voor de democratie. De gemeenteraad is hét besluitvormende orgaan en daarom moeten de leden kunnen worden aangesproken op hun besluiten. Dat kan alleen als de inwoners mee kunnen kijken. Dat dwingt volksvertegenwoordigers tot een betere motivatie voor besluitvorming en dus tot betere besluiten.”
Op naar de 100
In 2015 is VNG Realisatie, samen met de Open State Foundation, Binnenlandse Zaken en vijf gemeenten een pilot gestart om te onderzoeken hoe je openbare raadsinformatie als open data kunt ontsluiten. Kunzler: “Probleem één: hoe kom je in al die databases; elke gemeente heeft weer een andere leverancier. Probleem twee: hoe ontwar je al die verschillende informatiesets. De ene gemeente spreekt bijvoorbeeld over ‘notulen’, waar de andere gemeente dat ‘schriftelijke informatie’ noemt, en de derde alleen maar video-opnames maakt…” Over appels en peren gesproken.
Hergebruik van openbare raadsinformatie was een bijna hopeloze opdracht
Er moesten afspraken komen over vaste basissets aan raadsinformatie, over de architectuur, de metadatering (de gegevens over de gegevens) en publicatiestandaarden. Simpelweg: een standaard voor open raadsinformatie. Liefst in 2018 klaar voor gebruik. Kunzler: “De eerste stap was praten met de leveranciers om ze mee te krijgen in die ene technische standaard. Leveranciers beheren deze informatie namelijk voor gemeenten en zij lopen soms ook aan tegen het gebrek aan standaarden. De nieuwe standaard wordt opgenomen in de GEMMA, de landelijke referentiearchitectuur voor gemeenten. Tweede punt om aan te werken was opschaling: we wilden in 2018 op 100 deelnemende gemeenten zitten. Dat betekende heel veel praten met de griffies, die verantwoordelijk zijn voor de raadsinformatie. Voor veel griffiers is open data een technisch en abstract onderwerp, dus we zochten naar een manier om open raadsinformatie zo tastbaar mogelijk te maken.”
En de winnaar is…
Daarom bedacht VNG Realisatie vorig jaar de App Challenge Open Raadsinformatie. “Bedenk een goede oplossing die raadsinformatie toegankelijk maakt: Open Raadsinformatie. Zodat inwoners, ondernemers, bestuurders, ambtenaren, journalisten, wetenschappers en andere geïnteresseerden laagdrempelig kunnen zien wat er in gemeenten speelt. De oplossing hoefde niet meteen ontwikkeld te worden; wat we wilden was een technisch plan van aanpak. Daar kregen we zeventien inzendingen op!” De ideeëninzenders kregen elk twee minuten om hun plan te pitchen. Gekozen is voor de webapp WaarOverheid, een initiatief van de Universiteit van Amsterdam en kennisnetwerk Qollap. Zij kregen 20.000 euro om de app te ontwikkelen. Dat is in drie maanden gelukt.
Alex Olieman is de ontwikkelaar: “Niet in m’n eentje, we hebben er met vijf ontwikkelaars hard aan gewerkt. Wat ons plan het winnende idee maakte was het gebruik van locatie. De app gebruikt locatieherkenningssoftware om te vinden welke locaties er waarschijnlijk in de raadsstukken bedoeld worden. Daarbij worden gegevens van het CBS, het Kadaster en Open Street Maps gecombineerd. Je kunt inzoomen tot op wijk- of buurtniveau door erop te klikken en ziet meteen hoeveel documenten iets over jouw gebied zeggen. Die kun je vervolgens openen. Voor de gebruiker is het een ‘gewone’ zoekmachine, simpel en makkelijk in gebruik. Dit is de basis van waaruit we de komende jaren onderzoek gaan doen naar het toegankelijk maken van raadsinformatie voor zowel inwoners als specifieke groepen zoals wetenschappers.”
“Het gebruik van data-analyse in het lokale bestuur en voor de ontsluiting van raadsinformatie staat nog in de kinderschoenen”, sluit Robert van Dijk aan. Hij is griffier van de gemeente Teylingen en lid van de VNG-commissie Dienstverlening en Informatiebeleid. “Maar het is mijn overtuiging dat de via de Open Raadsinformatie gestandaardiseerde raadsinformatie van de 380 gemeentes samen een goudmijn vormt voor beleidsmakers en bestuurders. Maar ook voor inwoners die met de ontwikkeling van een app als WaarOverheid beter betrokken zijn bij het lokale bestuur en de lokale democratie. Het lokale bestuur wordt daarmee een stuk transparanter.”
Kunzler: “Er staat nu een use case die laat zien dat het kan. We worden van alle kanten door gemeenten gebeld: ‘ik wil WaarOverheid’, zeggen ze dan. Niet ‘ik wil open data’. Net zoals je Buienradar wilt en niet de open data van het KNMI. WaarOverheid begint een begrip te worden!”