Werk je als ambtenaar nu voor de politiek of voor de samenleving? Toen de overheid nog bestond uit heldere, hiërarchische kolommen was het antwoord op die vraag duidelijk...
Werk je als ambtenaar nu voor de politiek of voor de samenleving? Toen de overheid nog bestond uit heldere, hiërarchische kolommen was het antwoord op die vraag duidelijk, maar naarmate de netwerksamenleving ook de overheid binnendringt, groeit voor veel ambtenaren het dilemma. Maar is dit wel de goede vraag?
Uiteindelijk is de overheid er natuurlijk voor de samenleving. De overheid is er om te regelen wat we niet zelf kunnen regelen. Of zoals Tim O’Reilly, de bedenker van de termen web 2.0 en overheid 2.0, het zegt: “The role of government: a convener of things that we as individuals and companies can’t do alone.”
Aan de andere kant hebben we voor de democratische sturing van de overheid een systeem verzonnen. Als burgers kiezen we politici en geven hen vervolgens een middel in handen, een apparaat, dat hen in staat stelt om hun politieke beloftes te vertalen in maatschappelijke verandering. Dat apparaat is de bureaucratie.
Waarom een bureaucratie?
Een bureaucratie is een organisatie bestaande uit aangestelde professionals (ambtenaren) die werken in een hiërarchische structuur, zodat een grote en complexe samenleving kan worden bestuurd, en waar wordt gewerkt met vastgestelde procedures, zodat iedereen gelijk wordt behandeld.
Enerzijds zorgt een bureaucratische organisatievorm er dus voor dat willekeur wordt voorkomen en dat er wordt gewerkt vanuit het principe van gelijke behandeling (meer daarover in een latere blog). Anderzijds is het simpelweg een methode om een grote organisatie aan te sturen.
Netwerksamenleving
De socioloog Max Weber heeft aan het begin van de 20e eeuw de principes van de bureaucratische staat beschreven. Het staatsapparaat groeide toen sterk, evenals de impact ervan op de samenleving. Nu bevinden we ons in een ander tijdvak, namelijk van digitalisering en vermaatschappelijking.
De tijd dat de overheid via hiërarchische sturing de samenleving veranderde is definitief voorbij. Op elk thema en werkveld is een overheidsorganisatie aangewezen op samenwerking met andere overheidsorganisaties, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers. We leven in een netwerksamenleving.
Horizontaal en/of verticaal
Dat betekent dat je als ambtenaar om effect te hebben moet samenwerken met partijen buiten de eigen organisatie (cocreatie). Om maatschappelijk resultaat te behalen voor je politieke leiding, zul je de contacten met de buitenwereld aan moeten halen en meerwaarde moeten bieden in die samenwerking.
Dat werken in en via netwerken wordt ook wel horizontaal werken genoemd, in tegenstelling tot het werken in een hiërarchie, ofwel verticaal werken. In een netwerksamenleving verschuift de nadruk in het werk van ambtenaren dan ook van verticaal en intern naar horizontaal en extern.
Tegenstellingen en tussenwerkers
Beide manieren van werken vragen echter verschillende competenties van ambtenaren en een heel andere houding. De NSOB betoogt in haar essay De boom en het rizoom dat organisaties speciale ambtenaren moeten aanstellen (“tussenwerkers”) die een brug kunnen slaan tussen beide werelden.
Dat idee impliceert dat de hiërarchische overheidsorganisatie hetzelfde kan blijven werken en zelf geen onderdeel uitmaakt van de (netwerk)samenleving. De meeste ambtenaren kunnen omhoog blijven kijken, want een paar kijken opzij. De verticale overheid staat daarmee haaks op de horizontale samenleving.
Naar een genetwerkte overheid
Dat is niet wat ik om me heen zie gebeuren. Steeds meer werkzaamheden van ambtenaren vragen om een samenwerking met andere partijen. Elke ambtenaar is een tussenwerker aan het worden. Ik zie overal collega’s die zowel actief zijn in de samenleving als de weg weten binnen de overheid.
Overheidsorganisaties zijn daardoor in verandering. De hiërarchische structuur is nog intact, maar in werkwijze ontstaan er steeds meer verbindingen met buiten. Het systeem komt daardoor onder druk te staan. Die ontwikkeling laat zich visualiseren in onderstaand schema:
In plaats van kiezen tussen ‘werken voor de politiek’ en ‘werken voor de samenleving’ moeten we ons afvragen hoe we een overheidsorganisatie bouwen die verticaal en horizontaal even krachtig kan opereren. We moeten met de gehele organisatie een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving èn met de gehele organisatie de politiek verantwoordelijke kunnen bedienen. Daar ligt de uitdaging.
Verticale organisatie blijft bestaan
Overheidsorganisaties zullen altijd een verticale verantwoordelijkheid behouden. De wethouder, gedeputeerde of minister is de baas. Zo werkt ons democratische systeem nu eenmaal. Om dat zo goed mogelijk te doen moeten we echter van meerwaarde zijn in de samenleving. Beide werelden zijn even reëel en actueel.
Er is echter een belangrijk verschil. Onze organisaties zijn nog steeds vooral verticaal georiënteerd en naar binnen gericht. Aansturing en beoordeling, beloning en ontwikkeling, procedures en systemen, bijna alle voorzieningen en stimulansen versterken de verticale oriëntatie van ambtenaren.
Horizontale organisatie moet worden versterkt
Horizontaal werken is vaak afhankelijk van het initiatief van individuele ambtenaren. Een externe of horizontale oriëntatie is eerder een risico: te veel ‘buiten’ zijn wordt gezien als slecht voor je carrière en als er iets ‘misgaat’ dan sta je er alleen voor. Er zijn geen mechanismen voor horizontale besluitvorming of ontwikkeling.
Als we een genetwerkte overheid willen, dan moet er een emancipatie plaatsvinden van de horizontale werkwijze. We moeten mechanismen verzinnen en voorzieningen creëren die ons werk en onze medewerkers net zo krachtig ondersteunen als in de verticale wereld. Daar ligt een taak voor de leidinggevende van nu.
Accent verleggen
De uitspraken van minister Timmermans zijn in ieder geval een stap in de goede richting. Hij wil dat zijn ambtenaren meer in de openbaarheid treden en dat hij de verantwoordelijkheid neemt als er onverhoopt iets mis zou gaan. Hij past zijn ministeriële verantwoordelijkheid dus ook toe op de horizontale wereld.
Op het gebied van organisatie en ict moet er echter nog heel wat veranderen om horizontaal werken even aantrekkelijk en geaccepteerd te maken als een verticale focus. De toekomst van de overheid ligt in de samenleving. Die van de ambitieuze ambtenaar ligt helaas voorlopig nog in de eigen organisatie …
De vraag is dan ook: hoe kunnen we de horizontale organisatie versterken en gelijkwaardig maken aan de verticale organisatie? Wat is daarvoor nodig? Welke ingrepen kunnen we daarvoor doen. Heb jij een idee?