De wetgeving die de Europese Commissie heeft voorgesteld om de techreuzen aan banden te leggen, schiet tekort, zegt Europarlementariër Paul Tang. “Het verdienmodel van Google en Facebook is pervers, dat wordt niet aangepakt.” Aan de wandel met een sociaaldemocraat die zich heeft vastgebeten in de strijd tegen het misbruik van persoonlijke data.
Beeld: Lex Draijer/De Beeldredaktie
“Een beetje een nerd”, noemt Paul Tang zichzelf. Grinnikend: “Ik was het eerste Tweede Kamerlid op Twitter. Twitter was toen, rond 2008, zó anders! Er was een Twitter etiquette, uitgedragen door deskundigen op de radio die zeiden dat je alleen moet twitteren over waar je bent en wat je doet, meer niet. Haha! Zoiets als retweets of likes bestond helemaal niet.”
Het interview met de sociaaldemocratische Europarlementariër vindt wandelend plaats, vanaf een akelig leeg Museumplein naar het Amsterdamse kantoortje van de PvdA, een uurtje verderop midden in een woonwijk in Amsterdam-Oost. Tang woont sinds 1985 in de hoofdstad, toen hij er economie ging studeren. Het was de tijd dat Amsterdam verloederde, weet hij nog goed.
Junkies maakten de straten onveilig, bewoners vertrokken naar gemeenten als Almere en Purmerend. Tang bleef en zag de stad weer uit het dal kruipen. “Ik heb het hier alleen maar beter zien worden.” Sinds 2014 treint hij regelmatig naar Brussel, waar hij in het Europees parlement de PvdA vertegenwoordigt. Als Tweede Kamerlid had hij gezien “hoe wankele banken met onterechte bonussen en onverantwoorde risico’s Nederland en Europa een economische crisis hadden ingetrokken”. Een groot deel van de oplossing ligt in Europa, niet in Den Haag, realiseerde hij zich. De stap naar Brussel leek niet meer dan logisch. Daar verdiept hij zich onder meer in het dossier over de rol van data en technologie in de samenleving.
Ter hoogte van de in coronatijd nog redelijk tierige Albert Cuypmarkt komt het gesprek op de Digital Services Act (DSA) en de Digital Markets Act (DMA), wetgeving die de Europese Commissie in december vorig jaar publiceerde. De DSA verduidelijkt verantwoordelijkheden voor digitale diensten. De DMA introduceert toezicht en maatregelen voor de grote platforms, aangemerkt als ‘poortwachters’. Onttrekking aan de regels kost je 10 procent van de jaaromzet. Het doel is ondernemers die voor hun producten van de grote platforms afhankelijk zijn, beter te beschermen en start- en scale-ups een betere concurrentiepositie te bieden. Alle digitale diensten moeten transparanter zijn over het aantal gebruikers, inkomsten, algoritmes en advertenties. En de big tech mogen niet langer exclusief data beheren. Tang is als Europarlementariër betrokken bij de onderhandelingen over de wetgeving.
Tevreden over de voorstellen van de Europese Commissie?
“Ik vind dat de Commissie niet ver genoeg gaat. De voorstellen bieden alleen transparantie voor gebruikers. Zij weten straks dat ze getarget worden. Maar ze zouden ook de keuze moeten hebben niet te worden gevolgd. Maak het customized. Beetje flauw gezegd misschien, maar met transparantie alleen ga je geen marktmacht breken. Het verdienmodel van Google en Facebook is pervers, dat wordt niet aangepakt. En de prikkels om persoonlijke data te hamsteren blijven.”
Adverteerders verleiden met persoonlijke data en tracking cookies en zo miljarden vergaren; Tang vindt dat die praktijken moeten stoppen. Om de privacy van consumenten te beschermen en het verdienmodel van de grote platforms te breken. “In de hoop dat daardoor andere partijen gaan opkomen.” Bovendien, legt hij op zijn eigen website uit, “missen persoonlijke advertenties geregeld hun doel”, ten koste van de consument. Een voorbeeld: de vrouw van 30 die advertenties voor kinderkleertjes krijgt maar geen kinderen kan krijgen. “Onbedoelde schade noemen economen dat.” Maar het gaat ook over doelbewuste acties van junkfoodbedrijven die kinderen verleiden ongezond te eten en om de verspreiding van racistische berichten. Tang bedacht vorig jaar de campagne #AdsZuck (met een verwijzing naar Facebooks medeoprichter Zuckerberg). Afgelopen februari werd de campagne, gedragen door de Europese sociaaldemocratische fractie, gelanceerd in 27 landen. Het doel: een verbod op gepersonaliseerde advertenties en het misbruik van persoonlijke data. Een voorstel van zijn hand met die strekking kon rekenen op een ruime meerderheid in het Europees Parlement.
Met wie je je data deelt en wat ermee gebeurt zou je in handen moeten kunnen geven van vertrouwde en betrouwbare partijen, vindt Tang. “Jouw data in een kluis die beheerd wordt door een partij die jij kiest. Zoals je ook een keus maakt voor een bepaalde krant of omroep. Dat is de enige manier die ik zie waarop je zeggenschap hebt over je data.”
We passeren het in zonlicht gedompelde Sarphatipark. Tang houdt af en toe zijn pas in om zijn woorden te benadrukken. Als hij bijvoorbeeld opmerkt dat de bigtech-bedrijven nog steeds de concurrentie uit de markt kunnen blijven stoten.
Big tech zal enorm blijven lobbyen in Brussel
“We hebben het over monopolisten of oligopolisten met heel diepe zakken”, merkt hij op. “Je moet het overnamebeleid ook aanpakken. Google en Facebook kopen andere bedrijven op en houden zo hun positie in stand. Zo is er geen vrije toetreding, dat had de Commissie ook beter kunnen organiseren.”
Wat bedoel je met vrije toetreding?
“Waarom zijn WhatsApp en Signal niet uitwisselbaar? Terwijl je wel met elkaar kunt mailen ongeacht de provider. Al die bedrijven zijn georganiseerd in silo’s, daar zit hun marktmacht. Het feit dat zij beschikken over de gegevens en gebruikers. Bij e-mail vinden we dat gewoon, bij de berichtenapps en bij de sociale media is het ieder voor zich. Als je marktmacht wilt breken, dus concurrentie wilt, moet je de platforms expliciet of impliciet opbreken door vrije toetreding te organiseren. Dat doet de commissie allemaal niet. Dus de nieuwe regelgeving gaat heus impact hebben maar niet opnieuw de regels voor internet schrijven.”
De Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement moeten nog instemmen met de voorstellen van de Commissie. Tang denkt dat het hele traject een jaar of twee gaat duren. “Het wordt spannend. De behandeling zal niet zonder slag of stoot gaan. Het gaat om een veelomvattend pakket aan wetgeving en vooral: big tech zal enorm blijven lobbyen.” De bedragen die de techreuzen er vorig jaar al voor over hadden om besluitvorming in Brussel te beïnvloeden, waren al ongekend. In de eerste helft van 2020 gaven Google, Facebook, Amazon en Apple er samen 19 miljoen euro aan uit, evenveel als gedurende het hele jaar 2019, berekende Transparency International, een organisatie die lobbyen in Brussel monitort.
Zit regelgeving innovatie niet in de weg?
Een kleine zucht. “Elke markt heeft een marktmeester nodig. Economen weten dat bedrijven niets anders willen dan concurrentie opheffen, door samen te werken met de concurrent. Dat is een natuurlijke reactie. Dat hebben we bij de grote platforms twintig jaar toegestaan. Onder het mom van ‘ze lopen ons niet in de weg, ze zijn innovatief, ze maken de wereld mooier, ze verbinden de wereld’. De public relation van Google en Facebook was heel goed.”
Er is voor het eerst in 20 jaar wetgeving voor digitale diensten en markten. Is Europa te traag geweest?
“Achteraf bezien: ja. Met de GDPR (de Europese privacywet) en de copyright directive zijn wel stappen gezet, maar niet naar de kern van het probleem. De belofte van internet voor iedereen, is in hoge mate geschonden door big tech. Zo hadden we het niet bedoeld. De Commissie heeft toegestaan dat Facebook WhatsApp overnam en Google Fitbit overneemt. Dan sta je niet aan het front.”
De Commissie heeft toegestaan dat Facebook WhatsApp overnam en Google Fitbit overneemt. Dan sta je niet aan het front.
Moeten consumenten niet meer eigen verantwoordelijkheid nemen?
Fel: “Het is een marktordeningsprobleem. Daar kun je de consument niet verantwoordelijk voor maken. Dat is hetzelfde als mijn strijd tegen belastingparadijzen. Je kunt zeggen, joh je moet niet kopen bij Ikea, maar ja, dat is natuurlijk wel de omweg.” Hij houdt zijn pas weer in en heft zijn handen. “Ik wil zelf graag weten hoe het zit, let op mijn ad-banner, ga cookies na. Maar dat kun je toch niet van mijn moeder van 83 verlangen? Mensen verwachten terecht dat ze niet als individu een collectief probleem moeten oplossen. We moeten durven denken als gemeenschap, in die zin ben ik een traditionele sociaaldemocraat, de overheid bepaalt de regels voor de markt. Kinderen onderwijzen, daar ben ik voor. Maar het individualiseert een collectief probleem en daar verzet ik me ten zeerste tegen. Het is vaak een makkelijk antwoord van partijen die eigenlijk niets willen veranderen. Een recept voor de status quo.”
We arriveren bij het PvdA-kantoortje, een kleine ruimte waar de fotograaf voor de gelegenheid een fotostudio van heeft gemaakt. Tang ploft op de bank in afwachting van het poseren en het gesprek komt op voetbal, Tangs grootste hobby. Hij was voorzitter van de Alkmaarse voetbalvereniging SDZ, Samenspel Doet Zegevieren. Toen hij in Brussel ging werken moest hij een stap terug doen maar hij is nog betrokken bij de club. “Ook in de vereniging merk je dat de samenleving is gepolariseerd”, merkt hij op. “Groepen burgers die allemaal weten hoe het moet en tegenover elkaar staan. Oud-Amsterdammers uit de Jordaan die zeggen dat de club van hen wordt afgepakt. Mensen zijn harder geworden, iedereen zit in zijn eigen bubbel.”
Komt dat ook niet door sociale media?
“Zeker, dat is de doorwerking ervan. Iedereen zit vast in zijn eigen gelijk en wordt bevestigd in zijn eigen gelijk. Dat mensen het niet met jou eens zijn kun je makkelijk naast je neerleggen want je krijgt toch genoeg steun.”
Paul Tang
(Haarlem, 1967), groeide op in Alkmaar. Hij studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam. In 2000 promoveerde hij in de Economische Wetenschappen. Van 1995 tot 2005 was hij verbonden aan het Centraal Planbureau, waar hij onder meer werkte aan Four futures of Europe, een analyse van de uitdagingen voor de Europese Unie. In 2005 trad hij in dienst van het ministerie van Economische Zaken, als plaatsvervangend directeur directie Algemene Economische Politiek.
Sinds 2007 zit hij in de politiek. Tot 2014 als lid van de Tweede Kamer, waar hij financieel en fiscaal woordvoerder van de PvdA-fractie was. Vervolgens als Europarlementariër. In Brussel is hij lid van de commissies begroting en economische en monetaire zaken. Dossiers zijn belastingen en bescherming van digitale rechten en datarechten.
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.