Hoe weet je of een site ook echt van de overheid is? Wordt het niet eens tijd voor één domein voor de hele overheid?
Onlangs refereerde de door mij zeer gewaardeerde NRC-columnist Folkert Jensma aan artikel 1:127 van het Burgerlijk Wetboek. Inhoud van dat wetsartikel en de reden van verwijzing zijn hier niet relevant, maar wel het linkje dat in de online versie van de column onder dit wetsartikel was aangebracht.
Nu weet ik niet of meneer Jensma de hyperlink zelf heeft aangeleverd of dat die is toegevoegd door een bureaumedewerker van de kwaliteitskrant, maar het linkje deugt niet. Althans, het leidt niet naar de officiële overheidswettenbank, maar naar een commerciële site die “een bewerking van de officiële gegevens” aanbiedt, zonder overigens duidelijk te maken waaruit die bewerking bestaat.
Enkele dagen later vertelde een hoogleraar rechten mij dat ook een aanzienlijk deel van haar studentenpopulatie in scripties en andere werkstukken verwijst naar wettendatabanken die geen enkel officieel karakter hebben. Hopelijk weet u het beter dan rechtenstudenten en journalisten, en daarom mag u – zonder te spieken – de vraag beantwoorden op welke van de onderstaande sites de officiële Nederlandse wetgeving is te vinden. En vervolgens mag u de vraag ook beantwoorden voor uw grootvader, dochter of buurman.
• Wetboek-online.nl
• Wettenbank.nl
• Overheid.nl/wetten
• Rijksoverheid.nl/wetten-en-regelingen
• Staatsblad.nl
• Wet.nl
• Wetten.nl
• Recht.nl
• Wolterskluwer.nl
• Maxius.nl
Of u mijn quizvraag nu wel of niet goed hebt beantwoord, we stuiten hier op het intrigerende fenomeen dat meer openheid kan leiden tot minder transparantie. De overheid publiceert alle wet- en regelgeving op internet, en dat is een goede zaak. Wetteksten zijn vrij van auteursrecht, en ook dat is een goede zaak. En de overheid voert een actief opendatabeleid waarbij de wetteksten niet achterblijven, en ook dat is natuurlijk een goede zaak.
Gevolg van dit alles is echter dat iedere ondernemer, met of zonder verstand van wetgeving, een website kan beginnen waarop beweerdelijk de hele Nederlandse wetgeving is te vinden. Terwijl de burger de wet nog maar twintig jaar geleden amper kon raadplegen zonder prijzige zoektocht van dagen, struikelt zij tegenwoordig over een overvloed aan versies. Hoe kan die burger nou weten waar de officiële versie van de wet te vinden is? De versie waarvan de overheid zelf verklaart dat deze volledig en actueel is?
Het teleurstellende antwoord is dat er nauwelijks een methode is waarmee een burger met zekerheid kan vaststellen dat een website van de overheid is. Het staat vaak niet eens in de wet zelf. Zo staat bijvoorbeeld in de Bekendmakingsregeling dat (elektronische) Staatscourant en Staatsblad worden uitgegeven op www.officielebekendmakingen.nl, maar inzake de geconsolideerde regelgeving (dat wil zeggen de verzamelde wetgeving zoals die vandaag de dag geldig is, inclusief alle latere wijzigingen) stelt het Bekendmakingsbesluit slechts vast dat deze ‘voor een ieder beschikbaar [zijn] door plaatsing op internet.’ Deze wettendatabank heeft van de wetgever dus naam noch URL gekregen. Dat er nog steeds geen methode is waarmee een burger kan vaststellen dat een wettenbank – of een andere website – van de overheid is, is misschien wel exemplarisch voor een gebrek aan burgergericht denken en ‘digitale inclusie’, waar beleidsmakers toch vaak de mond vol van hebben.
In veel landen hebben ze dat probleem opgelost door op eenvoudige manier gebruik te maken van DNS, het adresrouteringssysteem van internet. In de Verenigde Staten is overheidsinformatie te vinden op het toplevel-domein ‘.gov’ (Whitehouse.gov). Omdat het internet in de VS is uitgevonden gebruiken ze de landcode .us nauwelijks; in andere landen wordt dat .gov vóór de landcode gezet. Daarom vinden Britten hun wetgeving op Legislation.gov.uk, gaan Australiërs naar Legislation.gov.au, surfen Fransen naar Legifrance.gouv.fr en kunnen Europese burgers terecht op Eur-lex.europa.eu.
En de Nederlanders naar Wetten.overheid.nl? Ja, inderdaad – Wetten.nl uit bovenstaand keuzelijstje vertaalt zich in uw browser meteen naar Wetten.overheid.nl – maar dit is eigenlijk toeval, want anders dan voor de Amerikaanse, Australische, Britse, Franse of Europese burger is dat ‘Overheid.nl’ geen enkele indicatie dat we hier te maken met een officiële overheidswebsite. In genoemde landen zijn namelijk (vrijwel) alle overheden onder dat .gov, .gouv of .europa samengebracht. Bristol.gov.uk is de website van het stadsbestuur van Bristol, Nsw.gov.au de webstek van de staat New South Wales, Gironde.gouv.fr van het departement Gironde, en de Europese commissie vinden we op Ec.europa.eu. Maar Amsterdam.overheid.nl? Limburg.overheid.nl? Buitenlandsezaken.overheid.nl? HTTP-error 404: ‘pagina niet gevonden’.
Dat het hebben van één gezamenlijk domein voor de hele overheid ook in Nederland geen overbodige luxe is, bleek uit het onderzoek Herkenbaarheid van en vertrouwen in websites en e-mails van de overheid, dat onlangs werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het onderzoek toont aan dat de burger, om te beoordelen of bepaalde informatie wel echt van de overheid afkomstig is, vooral kijkt naar de naam van de website (of het daarbij behorende e-mailadres). Maar die burger raakt gemakkelijk de weg kwijt als Mijnoverheid.nl en Digid.nl echt zijn, maar Mijn-digid.nl een fakesite is waar je DigiD wordt gestolen. Een grote meerderheid van de in het onderzoek bevraagde burgers wil graag één domein voor de hele overheid. Maar ‘gov.nl’ of ‘ovh.nl’ vinden ze niet herkenbaar genoeg; 86 procent wil ‘Overheid.nl’.
Dat vergt overigens nog best wel wat organisatie. Wie gaat er bijvoorbeeld beslissen over het toewijzen van de domeinen? Want Rotterdam.overheid.nl en Overijssel.overheid.nl gaan we wel begrijpen, maar over Utrecht.overheid.nl kan nog best wel eens gesteggeld gaan worden. En welke organisaties en projecten vallen er eigenlijk onder Overheid.nl? De rechtspraak? Zelfstandige bestuursorganen? Ziekenhuizen, universiteiten, scholen, kinderspeelplaatsen?
Voor dit soort vraagstukken gaat de wetgever natuurlijk mooie oplossingen vinden. Hopelijk binnenkort te lezen op Wetten.overheid.nl.
Marc van Opijnen is adviseur rechtsinformatica bij het Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (BZK/UBR/KOOP)
Als u nieuwsgierig bent naar de antwoorden op de quiz:
Wetboek-online.nl | Commerciële website | |
Wettenbank.nl | Geen actieve website. Domein geregistreerd door onbekende commerciële partij | |
Overheid.nl/wetten | Leidt naar de homepagina van Overheid.nl, waar de wettendatabank vervolgens kan worden gevonden onder Wettenbank / nationaal | |
Rijksoverheid.nl/wetten-en-regelingen | Toelichtende tekst over wet- en regelgeving | |
Staatsblad.nl | Leidt naar officielebekendmakingen.nl, overigens ook een onderdeel van Overheid.nl. Het Staatsblad is hier te vinden, maar niet de geconsolideerde regelgeving | |
Wet.nl | Geen actieve website. Domein geregistreerd door de Rijksoverheid | |
Wetten.nl | Leidt naar wetten.overheid.nl, de officiële overheidswettendatabank | |
Recht.nl | Commerciële website | |
Wolterskluwer.nl | Commerciële website | |
Maxius.nl | Commerciële website |
Helemaal eens Marc. In april pleitte ik in mijn blog op iBestuur ook voor urls die direct duidelijk maken of burgers al dan niet te maken hebben met een officiële overheidsorganisatie, oftewel overstappen naar één e-mailextensie, bijvoorbeeld: @gov.nl (zoals meerdere Europese landen hebben gedaan inmiddels) of @overheid.nl. Zodat overheidswebsite voor burgers veiilig en betrouwbaar zijn. En dat dit een hele klus zal zijn beaam ik ook.
Ik ben directeur van Wigo4it en daarnaast voorzitter van het Forum voor Standaardisatie. Laten wij een eerste stap zetten. Zullen wij een keer van gedachten wisselen?