Waarom de wallet als gegevensdrager geen goed idee is

Europese overheden zijn verplicht om Europese Digitale Identiteitswallets (EDI-wallet) beschikbaar te stellen voor burgers en organisaties. De wallet als gegevensdrager lijkt op het eerste gezicht een innovatief middel om burgers meer regie te geven over hun gegevens En draagt bij aan betere dienstverlening door de overheid. Bedrijfs- en Informatie-architect Guido Bayens is echter kritisch: de wallet als gegevensdrager is omslachtig, foutgevoelig, niet toekomstbestendig en niet gebruikersvriendelijk.
De EDI-wallet, ID-wallet of kortweg wallet berust op de EU eIDAS-verordening. eIDAS staat voor ‘Electronic Identification And Trust Services’. Een onderdeel van de verordening is het grensoverschrijdend gebruik van Europees erkende inlogmiddelen. Dit kan alleen met een betrouwbare online identiteitscheck aan de voordeur. Ook onder meer het zetten van een digitale handtekening maakt deel uit van de wallet-functie.
De gebruiker kan er echter ook gegevens mee bewaren, beheren en delen. Dit delen gebeurt met gegevens, die gekoppeld kunnen zijn aan een identiteit, zoals een rijbewijs, treintickets, vergunningen, lidmaatschappen, werkpasjes en toegangskaarten. Deze functie van de wallet wordt aangegrepen om de burger en ondernemer regie te geven over het ter beschikking stellen van ‘eigen’ data. Het idee hierbij is dat de gebruiker en zelf kan bepalen welke data hij met welke organisatie, overheid of bedrijf, wil delen. Er zijn ook hoge verwachtingen dat dit kan bijdragen aan betere dienstverlening door de overheid. Overheidsorganisaties krijgen via de wallet van een burger of ondernemer precies de data aangeleverd die nodig zijn om bepaalde diensten te kunnen leveren: uitkeringen, toeslagen, vergunningen, bewijsstukken, etc. Deze hoge verwachtingen zouden wel eens tot teleurstelling kunnen leiden.
Wildgroei en fragmentatie
Het uitgeven van wallets is niet voorbehouden aan de overheid. Diverse private partijen hebben als wallets ontwikkeld. Wanneer deze wallets aan de eisen van de overheid voldoen, moeten overheidsorganisaties en bedrijven ze ook accepteren. De uitgevers van deze wallets hebben er belang bij dat zo snel mogelijk hun eigen versie van de wallet door veel burgers en ondernemers wordt gebruikt. Investeringskosten moeten natuurlijk terugverdiend worden en het is fijn als er vervolgens jarenlang winst wordt gemaakt. We moeten zien hoe de marketing en koppelverkoop zullen worden ingezet. De kans is groot dat burgers en ondernemers straks met meerdere wallets op hun telefoon rondlopen. Voordat DigiD werd ingevoerd, werden ook meerdere initiatieven ontwikkeld voor identificatie en authenticatie. Er werd gesproken over de ‘digitale sleutelbos’. De huidige ontwikkeling zou wel eens vergelijkbaar kunnen zijn.
Sommige overheidsorganisaties zijn al bezig om voor hun burgers een wallet te ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld de gemeente Nijmegen met hulp van het bedrijf Innovalor. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de Yivi-wallet. Yivi wordt ontwikkeld door de Caesar Groep. Elk EU-land is verplicht om een overheidswallet uit te geven. In Nederland ‘NL-wallet’. Deze wallet moet eind 2026 gratis aan burgers ter beschikking worden gesteld. Er komen dus naast de Nederlandse wallet nog 26 andere overheidswallets, die ook toegang verschaffen tot de Nederlandse overheid. Aan de andere kant moeten organisaties elke wallet die voldoet aan de specificaties accepteren. Dus ook aan de kant van overheidsorganisaties, bedrijven en instellingen zullen maatregelen genomen moeten worden om uiteenlopende wallets te kunnen accepteren.
Implementatiegraad
Het gebruik van de NL-wallet is vrijwillig. Wil of kun je de wallet niet gebruiken? De huidige diensten van overheden en andere aanbieders blijven beschikbaar via de gebruikelijke manieren via DigiD, eHerkenning of het tonen van een paspoort of ID-kaart. De wallet is een extra optie en geen vervanging van de bestaande mogelijkheden. Dit betekent dat overheidsorganisaties naast de bekende toegangsmogelijkheden ook het gebruik van diverse wallets moeten ondersteunen. Er komt iets bij, maar er gaat niets af.
De vraag is hoeveel burgers en ondernemers gebruik zullen gaan maken van de wallet. Het is ook de vraag hoelang het zal duren voordat een redelijke implementatiegraad is bereikt.
De burger als postbode
Tegenover de veelgehoorde wens, de burger in regie, staat het principe van onder meer de Wet Eenmalige Gegevensuitvraag Werk & Inkomen. Deze wet stelt dat binnen de sociale zekerheid gegevens die al bij de overheid bekend zijn, niet opnieuw aan burgers mogen worden gevraagd. Dit wordt al sinds vele jaren gerealiseerd door SVB, UWV en gemeenten. Zij wisselen via het Bureau Ketenautomatisering Werk & Inkomen informatie uit over burgers die werk of een uitkering zoeken. Daarbij wordt gewerkt volgens het principe ‘data in de bron’. Gegevens die nodig zijn worden rechtstreeks uit bronnen bij de genoemde instellingen gehaald en zijn daarom altijd actueel. 40 procent van de werkende bevolking werkt op basis van een flexibel contract. Hierdoor zijn gegevens aan buitengewoon veel veranderingen onderhevig. Data in de wallet zijn per definitie een momentopname. Het actueel houden van data is de verantwoordelijkheid van de houder van de wallet. Dat zij ‘hun’ gegevens op de wallet niet voortdurend actueel houden, kunnen we hen niet kwalijk nemen.
Het zelf laten ophalen van data die in overheidsregisters staan en deze vervolgens doorgeven aan overheidsorganisaties, klinkt dan ook niet als een staaltje van moderne, digitale overheidsdienstverlening. Het werken met een wallet als gegevensdrager, onderschat ook het aantal regelingen waarbij ook gegevens van partners, kinderen, ouders, verzorgers, vertegenwoordigers of gemachtigden nodig zijn. In al die gevallen loopt het spoor met één wallet dus al snel dood. Kortom: de burger als postbode tussen overheidsorganisaties laten lopen, is dan ook niet van deze tijd.
Leesvaardigheid en procedures
Volgens de stichting Lezen en Schrijven hebben in Nederland 3 miljoen mensen van 16 – 75 jaar moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat is ongeveer 1 op de 5 mensen! Volgens ‘Staat van de Uitvoering 2024’ is het belangrijkste knelpunt voor publieke dienstverleners de complexiteit van wet- en regelgeving. De hieruit voortvloeiende procedures zijn daardoor vaak buitengewoon ingewikkeld. De combinatie van lage leesvaardigheid en complexe dienstverleningsprocessen, levert een buitengewoon triest resultaat op. Stelt u zich voor: voor menige uitkering of toeslag of vergunning zijn gegevens uit meerdere overheidsbronnen en van meerdere personen of partijen nodig. De aanvrager moet dus eerst weten welke gegevens de overheid nodig heeft, dan moet hij deze (actuele!) gegevens gaan ophalen bij diverse bronnen om deze vervolgens te kunnen gebruiken bij het doorlopen van vaak zeer complexe processen. Het werken met een wallet maakt dit allemaal niet eenvoudiger.
Betere dienstverlening
Het eerdergenoemde BKWI heeft samen met de gemeente Arnhem de zogenaamde (digitale) Verzoekservice Werk & Inkomen ontwikkeld. BKWI beschikt over toegang naar databestanden van UWV, SVB en gemeenten. Op verzoek van een medewerker van de gemeente Arnhem kan BKWI een op maat gesneden dataset leveren over de inkomenssituatie van een client, waardoor het recht op een Individuele Inkomens Toeslag in een paar minuten vastgesteld kan worden. Zonder deze verzoekservice duurde dat gemiddeld een half uur; nu vijf minuten.
Proactieve dienstverlening
Om het geconstateerde niet-gebruik van regelingen terug te dringen, wordt door de overheid meer en meer ingezet op proactieve dienstverlening. Voor een aantal regelingen vinden we dit inmiddels vanzelfsprekend. Als je pensioengerechtigd bent, krijg je geld op je rekening gestort. Als een tweede kind wordt geboren, wordt de kinderbijslag verhoogd. Als je bij de doelgroep hoort, word je uitgenodigd voor een borstfoto, een griep- of coronaprik. De Belastingdienst stuurt jaarlijks een vooringevulde aangifte voor de Inkomstenbelasting naar miljoenen Nederlanders. De Belastingdienst heeft het verzamelen van de benodigde gegevens op zich genomen, zoals loon- en uitkeringsgegevens, bank-, spaar- en beleggingstegoeden, hypotheken, vastgoed, WOZ-waarde, alimentatie, enzovoorts. Betrouwbare, actuele gegevens, zonder tussenkomst van een burger die hierover anders de regie zou moeten nemen en alle gegevens bij diverse partijen zou moeten ophalen.
Deze voorbeelden verdienen navolging. Een goede inrichting van de digitale overheid maakt het mogelijk om de dienstverlening verder te verbeteren. Dit geldt zowel voor digitale dienstverlening, als voor diensten die verleend worden door duizenden medewerkers van de overheid die directe klantcontacten onderhouden via telefoon, videobellen, balie en keukentafel. De stand van de technologie maakt het mogelijk om benodigde gegevens op maat (dataminimalisatie) uit bronnen op te halen en te gebruiken in de dienstverlening.
Dit betekent dat de functie van de wallet beperkt kan blijven tot identificatie, de elektronische handtekening en enkele essentiële gegevens zoals het digitaal paspoort, rijbewijs, verzekeringsbewijs, e.d.