Een volledige overstap van de Nederlandse overheid naar een soevereine, Nederlandse Cloud is op korte termijn onhaalbaar. Als de overheid digitaal soeverein wil worden, kan dat alleen stapje voor stapje, Dat vertelt Ludo Baauw, CEO van de Nederlandse cloudaanbieder Intermax. ‘De kritieke zaken overzetten gaat minimaal 18 maanden kosten’.
De discussie over digitale soevereiniteit van de overheid kwam in een stroomversnelling toen Donald Trump de verkiezingen won in de Verenigde Staten. Plotseling was het bondgenootschap van de Verenigde Staten en Europa geen vanzelfsprekendheid meer. Na een incident rond het Internationaal Strafhof, waarbij een e-mail account van de hoofdaanklager door Microsoft op last van de VS werd afgesloten, kwam de afhankelijkheid van de Nederlandse bedrijven bij Amerikaanse bedrijven nog meer onder een vergrootglas te liggen.
Baauw is al veel langer kritisch op de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers. Tegelijk is hij realistisch. Volledige digitale soevereiniteit is op korte termijn simpelweg niet haalbaar, maar er kunnen grote stappen gemaakt worden. ‘Er speelt momenteel een definitiekwestie van een aantal vragen: wat wil je als overheid nou lokaal draaien? Wat is eigenlijk een Nederlandse Cloud? En wat moet de overheid zelf doen en wat kunnen ze inkopen?’
Geen overzicht
Een van de grootste obstakels voor totale digitale soevereiniteit is volgens Baauw het ontbreken van een centraal overzicht van waar overheidsdata draaien. ‘Niemand bij het rijk weet momenteel precies wat waar draait. Er is dus geen generiek overzicht van welke platformen er in gebruik zijn, in welke Cloud. Er is niet één Rijks-CIO of een overheid-CIO’ die alles in beeld heeft, het zijn er misschien wel tachtig.
De versnippering zorgt er volgens Baauw voor dat ieder ministerie zijn eigen keuzes maakt, zonder een overkoepelende strategie. ‘Het is nu toch een beetje ieder ministerie voor zich. En er is niet een overkoepelend Rijk-cloudbeleid.’
Technische migratie geen sinecure
Daarbij komt dat veel overheidsdiensten recentelijk nog zijn overgestapt naar clouddiensten van Amerikaanse aanbieders. ‘Er worden nu werkplekken verhuist en alles van Outlook en e-mail draait steeds meer op M365. Om zo’n overstap ongedaan te maken is technisch erg ingewikkeld.’
De overheid kan zijn systemen bovendien niet zomaar uitzetten. ‘Tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door, hè? Dus je kan niet zomaar ergens de stekker even uittrekken.’ Ook de schaal van zo’n operatie is een factor. ‘De Nederlandse overheid is natuurlijk wel de grootste IT-gebruiker van Nederland. En Microsoft heeft over de hele wereld miljoenen servers.’

Minimaal 18 maanden nodig
Toch ziet Baauw wel degelijk kansen om in stappen kritieke data terug naar Nederland te halen. ‘Alles wat kritiek is, Kun je in 18 maanden overzetten naar een Nederlandse, soevereine Cloud als dat echt de wens is.’ De sleutel ligt volgens Baauw bij het vaststellen van wat de overheid als kritiek beschouwt. ‘We hebben bij de overheid vrij weinig zaken als kritieke informatie verklaard. En daarom zijn we vrij gemakzuchtig geweest met het migreren naar Amerikaanse partijen als Microsoft.’
Baauw vindt het riskant. ‘E-mail van Tweede Kamerleden is in mijn ogen best belangrijke informatie, met mogelijk staatsgeheimen en economisch relevante informatie. Maar heel veel mensen binnen de overheid zien dat nog steeds niet als kritieke informatie.’ Andere landen zijn veel principiëler, stelt hij. ‘In Frankrijk, Zweden en Denemarken heeft de overheid gewoon gezegd: alle data die van de overheid is, die moet binnen de landsgrenzen blijven.’
Kostenplaatje
Voor Baauw draait digitale soevereiniteit ook om economische autonomie. ‘Als je 80 procentvan je IT bij één partij inkoopt, dat heeft niks meer met soevereiniteit te maken. Als die partij opeens zegt: we gaan de tarieven met 20 tot 40 procent verhogen, dan heb je wel een probleem.’ Ook fiscaal levert het Nederland weinig op. ‘De techreuzen betalen er hier 0 procent belasting over.’
Baauw stelt dat Microsoft intussen druk bezig is met een charmeoffensief. ‘Ze vertellen dat ze alles lokaal kunnen opslaan. Maar dat was tien jaar geleden heel normaal. Dan had je Outlook en stond je e-mail ergens op een servertje in de jassenkast. Nu wordt het gepresenteerd als de noviteit van de eeuw.’ Zijn conclusie: ‘Je hebt het dan wel lokaal staan, maar het blijft nog steeds een Amerikaans bedrijf da afhankelijk is van Amerikaanse wetten en regels.’
Kleine stappen
Maar als de overheid kleine maar gerichte stappen zet, kan er volgens Baauw toch een hoop bereikt worden. ´Stel, je gaat 10% van de Cloud-uitgaven in Nederland besteden. Dat is 400 miljoen. Als je dat gaat besteden bij lokale bedrijven wordt er echt wel gewerkt aan een goede interface en krijg je een deel ook nog terug via de belastinginkomsten.’ Hij benadrukt nog maar eens dat de Nederlandse cloudindustrie klaar is om die verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Ook technologisch zijn migraties volgens hem goed uitvoerbaar, mits moderne standaarden worden gebruikt. ‘We gebruiken onder meer Kubernetes en Docker. Daar kan je migraties vrij pijnloos mee doen.’ Volgens Baauw gebeurt er ook al veel onder de radar. ‘Er zijn onderdelen van ministeries die migraties hebben stopgezet en die zeggen: dit moet in Nederland draaien. De bewustwording is volgens Baauw in ieder geval gegroeid. ‘Niemand zegt nu nog gelijk ‘nee’ tegen een plan om los te komen van Amerikaans techreuzen.’
Lees meer: