Een recente uitspraak over het 'wobben' van WhatsApp-berichten deed veel stof opwaaien, maar viel eigenlijk wel mee.
Op 20 maart 2019 deed de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak die nogal wat opschudding veroorzaakte, en niet alleen in bestuursrechtelijk Nederland.
Ook de NOS, RTL en andere grote media besteedden er aandacht aan met koppen als ‘Berichten op privételefoons ambtenaren te ’wobben’’ (Telegraaf). Op social media buitelden ambtenaren, bestuurders en burgers over elkaar heen: de één vond het privacyschending en enorme werkbepasting, de ander meende dat de burgers zo eindelijk eens kunnen weten wat voor privé-berichten die ambtenaren op kosten van de belastingbetaler uitwisselen. Er werden meteen methodes bedacht om de Wob te snel af te zijn: zelfvernietigende berichtjes.
Je moest wel even verder lezen in de berichten om te zien dat de uitspraak nogal meeviel en ook te verwachten was. De Afdeling heeft consequent geredeneerd op basis van de aloude Wob: een document is een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat. De vraag of sms- en app-berichten op werktelefoons en privé-telefoons van ambtenaren en bestuurders onder het bestuursorgaan berusten en dus Wob-abel zijn, wordt door de Afdeling bevestigend beantwoord. Of een digitaal document nu opgeslagen is op een harde schijf, een eigen dan wel externe server of in de cloud, is niet van belang. Wel moet het document ook ‘bestemd zijn voor het bestuursorgaan als zodanig.’ Deze lezing van de wet is niet bepaald nieuw, maar bestond al in 2002 (ECLI:NL:RVS:2002:AE6469).
Bij werktelefoons berusten deze berichten al bij het bestuursorgaan en hoeft het bestuursorgaan zich niet af te vragen of die voor hem zijn bestemd. In het geval van privételefoons behoren ‘berichten bestemd voor het bestuursorgaan als zodanig’ te berusten bij het bestuursorgaan. Met deze uitspraak wil de Afdeling voorkomen ‘dat een verschuiving plaatsvindt naar privé gegevensdragers met het doel de toepassing van de Wob te ontlopen.’
De minister zal dus aan de slag moeten, ook als dat tijd kost. Daarbij is de Afdeling zelfs realistisch genoeg om te beseffen dat het gebruik van privé-apparatuur om de Wob te ‘omzeilen’ niet de bedoeling is: het gaat om de vraag of de berichten zijn bestemd voor het bestuursorgaan. Zij wijst niet voor niets op haar vaste rechtspraak dat het bestuursorgaan in zo’n geval wordt geacht al het redelijke te doen om de stukken te achterhalen, zeker als het gaat om stukken die (op grond van de Archiefwet) niet vernietigd hadden mogen worden (ECLI:NL:RVS:2010:BO1189). Mijns inziens is dit ook te vergelijken met bestuurlijke stukken die bij een notaris, advocaat of mediator worden ondergebracht om openbaarmaking te voorkomen; de zeggenschap daarover blijft immers bij het bestuursorgaan en de stukken zijn, in de woorden van de Afdeling, ‘bestemd voor het bestuursorgaan als zodanig’.
Hoewel de uitvoering van de Wob door bestuursorganen momenteel nog veel tijd kost omdat informatiesystemen van de overheid er niet goed op zijn ingericht, worden de aanhoudende klachten erover van de overheid niet gestaafd door cijfers. De Afdeling erkent dit door te schrijven dat de minister maar beter protocollen kan instellen voor het omgaan met berichten (van welke app dan ook afkomstig) op privé-gegevensdragers. Nederland staat op een beschamende plaats 82 van de 150 van de wereldwijde Right to Information index. Dat heeft niet alleen te maken met kenmerken van de Wob zelf, maar ook met de uitvoeringspraktijk, waarin weerstand om informatie te verstrekken nog steeds de boventoon voert.
Caroline Raat is researcher van het Actieplan Open Overheid (MinBZK) en onder meer geregistreerd docent en auteur Wob en AVG
RANKING THE STARS?
Kleine correctie: Nederland scoort 82 punten op de index en dat levert ons de 70ste plaats op. Servie staat op 3, na Mexico (2) en Afganistan (1). Als zulke landen de top aanvoeren weet ik niet of ik rouwig moet zijn dat Nederland daar niet tussen staat. Van de Scandinavische landen – die vaak als voorbeeld van transparante overheden worden opgevoerd – staat Finland op plek 31 met een score van 105 en Zweden op plek 40 met een score van 101. Zo bezien valt onze ranking nog mee.
What the wob idd. Ik heb enkel een privé telefoon met een app voor mijn werkmail en agenda, maar inmiddels verloopt de helft via WhatsApp. Wat met één tik te wissen valt. Volgens mij moeten wij als de sodemieter een waardig WhatsApp alternatief ontwikkelen (of inkopen) voordat we aan alle kanten gemanipuleerd worden door (kwaadaardige) algoritmes of hackers.
@Jos Hezemans, bedankt voor deze correctie! Het maakt het niet minder ‘erg’ overigens.