Elias, de drank en de rechter

Al met al is de stap naar de rechter in een complex IT-geschil vaak niet veel meer dan een duur advocatenfeestje waarin middels een uiterst onzeker juridisch kansspel gepoogd wordt de wederpartij een financiële zwartepiet in de maag te splitsen. Dit soort feestjes levert zelden winnaars op.

We leven in een tijd waarin de overheid op soms stuitende wijze de arme, oude en hulpbehoevende burger bij het vuilnis zet. Steeds meer mensen vallen door bedenkelijke financieel-politieke keuzes tussen wal en schip. Elk initiatief waarin verkwisting van publieke middelen aan de orde wordt gesteld, verdient dus op voorhand sympathie. Het werk van de Tijdelijke Commissie ICT van de Tweede Kamer krijgt alleen daarom al mijn waardering.

Elias en de zijnen hebben in hun rapport 34 lezenswaardige aanbevelingen voor verbetering van de overheids-ICT gepresenteerd. Lof! Elk daarvan verdient serieuze aandacht. De overheid moet nu, in nauwe samenwerking met het ICT-bedrijfsleven, volop gas geven bij de uitwerking.

Niet alle aanbevelingen zijn echter even goed doordacht. Ik pik er hier één uit. De commissie bepleit: ‘Rechtszaken worden bij wanprestatie normaal.’ Stoere taal, spierballengedrag! Als het aan de commissie ligt worden falende ICT-leveranciers met harde juridische hand aangepakt. Klinkt daadkrachtig, zou je zo zeggen. Ik kan en wil de overheid de weg naar de rechter uiteraard niet ontzeggen, maar de aanbeveling is niet veel meer dan een onbezonnen slag in de lucht. Zo gaat de commissie volledig voorbij aan het feit dat al zo’n dertig jaar lang rechterlijke uitspraken over mislukte ICT-projecten in ons land worden gepubliceerd. Tot op de dag van vandaag hebben we uit al die rechtspraak nauwelijks lessen getrokken. Het soort fouten dat in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw werd gemaakt in ICT-projecten, wordt ook tegenwoordig nog volop gemaakt. Rechtspraak draagt vrijwel niets bij aan het welslagen van ICT-projecten.

Spijtig is ook dat de commissie geen oog heeft voor het risico dat een stap naar de rechter de ministeriële verantwoordelijkheid ondermijnt. De bewindsman die betrokken is bij een mislukt project kan pogen zich in de Tweede Kamer te verschuilen achter de stelling dat de zaak ‘onder de rechter’ is. Zoiets opportunistisch gebeurt buiten de wereld van de ICT regelmatig. De politieke controle op ICT wordt op die wijze uitgehold en dat zou Elias niet moeten willen.

Bovendien: opdrachtgevers van ICT-projecten blijken meer dan eens in rechtszaken te struikelen over de gebreken van hun eigen professionele inbreng in projecten. Zit de overheid daar nu echt op te wachten? Al met al is de stap naar de rechter in een complex IT-geschil vaak niet veel meer dan een duur advocatenfeestje waarin middels een uiterst onzeker juridisch kansspel gepoogd wordt de wederpartij een financiële zwartepiet in de maag te splitsen. Dit soort feestjes levert zelden winnaars op. Het recht is dikwijls een dure en zure grap, vaak vol vervreemding. Elias en kornuiten lijken te vergeten dat het recht vaak meer kapot maakt dan drank ooit goed kan maken.

  • Anton Ehren | 23 januari 2015, 01:54

    Voorwaar een fraaie schets van de werking van het civiel recht — geldt evenzeer voor welk domein dan ook.

    Overigens heb ik in het rapport van de commissie Elias de belangrijkste verklaring voor het mislukken van overheids-“IT”-projecten gemist: gebrek aan inzicht in de eigen bedrijfsprocessen bij overheidsopdrachtgevers c.q. verzuim van het inzetten als leading project-auditor van niet-IT overheidspersoneel bij dit soort projecten dat wel over dat inzicht beschikt.

  • Rene Veldwijk | 24 januari 2015, 15:04

    Sympathiek stukje, maar (ook) deze “sue them blind” aanbeveling van Elias gaat sowieso niet opgevolgd worden. Hoofdreden daarvoor is dat overheid als opdrachtgever vaak afspraken maakt met uitvoerende ICT bedrijven die politiek risicovol zijn.

    Een zeer actuele testcase is het SVB Tien debacle. SZW/SVB staat dankzij Elias onder enorme druk om een procedure aan te spannen tegen Capgemini, maar dat zou grote risico’s opleveren voor Mw. Klijnsma. Ik sluit een beperkt civiel proces voor de show overigens niet uit. Zo krijgt Elias op het ook zijn zin en gebeurt er verder niets dat politieke risico’s oplevert.

    Dit stukje gaat over de civielrechtelijk insteek. Voor het strafrechtelijke domein valt dezelfde analyse te maken: http://www.computable.nl/ar…

  • Peter Westerhof | 29 januari 2015, 15:30

    Spierballentaal.
    Als men moet teruggrijpen op de contracten is er al iets fundamenteel fout gegaan bij opzet en uitvoering van het contract. Dan mag men de ijdele hoop koesteren dat de contracten uitkomst brengen.
    Indien uitvoering en inhoud van het contract onvoldoende zijn dan zal een gang naar de rechter weinig soelaas brengen. ook al omdat de rechter doorgaans onvoldoende expertise in stelling kan brengen. Arbitrage, bindend advies en mediation zijn onder omstandigheden betere oplossingen.

    Men zal al een houdbare casus moeten hebben om de moed voor een dure gang naar de rechter op te brengen. Als men die moed überhaupt al kan opbrengen. Het is een ultimum remedium, dat echter – zoals Ruud Leether terecht opmerkt – onvoldoende in stelling wordt gebracht.

    Contractmanagement – als onderdeel van ‘Governance & Compliance – is mét regievoering essentieel voor Goed Opdrachtgeverschap.
    Populismen als ‘Juristen zijn hinderlijk en bederven de goede verstandhouding’ en ‘Wij zijn het eens, de juristen mogen de rest doen’ is schieten in eigen voet nog vóórdat de de eerste stap gezet is.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren