Stef Blok: rijksoverheid in 2017 volledig digitaal

De inzet van ICT moet de doelstelling van een kleinere, efficiëntere overheid mogelijk maken. Daartoe zullen uiteindelijk drie beleidslijnen samenvloeien: de I-strategie, de iNUP en de Digitale Agenda. Minister Stef Blok legt uit, mede namens zijn collega-minister Plasterk.

Stef Blok is als programmaminister voor Wonen en Rijksdienst ingekwartierd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op zijn website meldt hij dat zijn belangrijkste taak het vlottrekken van de woningmarkt is. Daarnaast werkt hij aan een kleinere, efficiëntere overheid. ICT kan dat mogelijk maken; dat staat er níet, maar dat weet de minister wel.

“Nederland staat voor een enorme bezuinigingsopgave; ik ben ervan overtuigd dat we die met hard werken en duidelijke keuzes kunnen volbrengen. De overheid zal zich de komende jaren steeds meer moeten concentreren op taken die alleen de overheid kan of mag doen. Dat betekent dat de rijksdienst kleiner kan worden, maar ook dat burgers meer zaken zelf moeten regelen of organiseren”, aldus de minister.
“We benutten als overheid de mogelijkheden van ICT bij die uitdagingen, maar dat kan nog beter. De informatiehuishouding van de overheid omvat allerlei gegevens van personen, bedrijven, adressen, gebouwen, voertuigen en inkomens. Als we die digitaal beter ontsluiten, kunnen we zowel bezuinigen als de dienstverlening verbeteren. Begrijp me niet verkeerd, Nederland doet het goed en behoort tot de wereldtop waar het gaat om digitale dienstverlening en e-participatie, maar ik zie nog steeds ruimte voor verbetering.”

De ministeriële verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening van de overheid ligt zowel bij minister Plasterk als bij minister Blok. “Als ik denk aan ‘Overheid en ICT’, denk ik aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Minister Plasterk coördineert de informatievoorziening binnen de openbare sector, ik doe dat op het terrein van de rijksdienst. De andere ministers gaan over de specifieke inzet van ICT op hun eigen werkterreinen.”

In 2011 verschenen achtereenvolgens de Digitale Agenda, de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid, beter bekend als het iNUP, en ten slotte de I-strategie voor het Rijk. De drie stukken hebben hun eigen reikwijdte: de Digitale Agenda legt de nadruk op dienstverlening aan bedrijven en het internetgebruik, het iNUP richt zich op de dienstverlening aan burgers en de I-strategie betreft vooral de interne ICT van het Rijk.
“Dat zijn drie nota’s uit één kabinet die alle drie over ICT gaan. Dit betekent niet dat er langs elkaar heen wordt gewerkt. Het besef groeit echter wel dat als we een kleinere en efficiënte overheid willen realiseren, we ook de organisatie en inrichting van de ICT moeten stroomlijnen.”

De minister wijst erop dat in het regeerakkoord is vastgelegd dat de dienstverlening door de overheid beter moet. “Dat raakt de hele keten van overheid, burgers en bedrijven. Concreet staat in het regeerakkoord dat bedrijven en burgers uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen, digitaal kunnen afhandelen. Ik wil vastleggen dat burgers en bedrijven daartoe slechts één keer hun gegevens aan de rijksoverheid hoeven te leveren. Dat is een ambitieuze doelstelling, die hoge eisen stelt aan de ICT-voorzieningen van het Rijk. Voor het Rijk is dat in feite de afronding van een proces dat al jaren geleden in gang is gezet. We hebben al belangrijke stappen gezet in het proces van verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan het al ingevulde aangifteformulier van de belastingdienst en de inrichting van TenderNed, de site waarop aanbestedingen van de overheid worden gepubliceerd.”

Waar dat redelijkerwijs van hen kan worden verwacht, zullen mensen zelf digitaal invulling moeten gaan geven aan de eigen verantwoordelijkheid op diverse terreinen, aldus Blok. Daarbij kan ICT worden ingezet als middel om bijvoorbeeld klassieke vormen van communicatie van de burger met de overheid te vervangen door efficiëntere digitale oplossingen. “We zullen burgers en bedrijven daarvoor de nodige steun moeten geven. We moeten de burger nog meer centraal stellen, bijvoorbeeld door de overheidsgegevens meer te ontsluiten, door de regeldruk te verminderen en de digivaardigheid van burgers te vergroten. De overheid zal met haar dienstverlening meer de nadruk moeten leggen op het gebruikersperspectief.”

Om die doelstellingen waar te kunnen maken zal het kabinet de komende periode inzetten op het verder verbeteren van de informatiehuishouding en de digitalisering van de dienstverlening. Dat past ook binnen een bredere ontwikkeling waarin de relatie tussen overheid en samenleving minder fysiek en steeds meer digitaal wordt, aldus de minister. “Ik zie het zo: de maatschappij transformeert naar een netwerksamenleving en de overheid zal mee moeten transformeren naar een efficiënte organisatie met deskundige professionals, die vraaggericht en probleemoplossend optreden op basis van actuele, digitale gegevens en documenten”.

Blok realiseert zich dat er voldoende checks and balances door de overheid moeten worden ingebouwd om die versterkte positie van de burger te realiseren en te waarborgen. “Dit kan onder meer door als overheid transparanter te zijn, burgers meer inzage in de persoonsgegevens te geven en een veilige informatie-infrastructuur te waarborgen. Hoe de overheid dat kan doen, gaan we het komende jaar verder verkennen. Daarvoor lopen er momenteel al verschillende onderzoeken. Zo wordt bijvoorbeeld de mogelijkheid van inzage- en correctiefuncties voor burgers in Mijn Overheid onderzocht, te beginnen met een correctieverzoek op de gemeentelijke basisadministratie. Met verdere digitalisering is het veiligheidsaspect belangrijk. Onder verantwoordelijkheid van collega Plasterk werken alle partijen samen in de taskforce Bestuurlijk bewustzijn informatiebeveiliging digitale dienstverlening. Het doel is overheidsorganisaties weerbaarder te maken en ervoor te zorgen dat ze zich na een veiligheidsincident snel kunnen herstellen.

De afspraak in het regeerakkoord stelt ook nieuwe eisen aan de informatievoorziening binnen de publieke sector. Om de ambitie voor burgers en bedrijven waar te maken, zal het Rijk in 2017 volledig digitaal moeten werken en in staat moeten zijn om intern en met de zelfstandige bestuursorganen gegevens van burgers en bedrijven uit te wisselen, aldus Blok.

“Aan de ICT-voorzieningen van het Rijk zijn we, mede in het kader van de I-strategie, al flink aan het sleutelen. Met de I-strategie bouwen we aan één rijksbrede informatie-infrastructuur. We willen af van de verbrokkelde ICT-infrastructuur in de rijksdienst, die sinds de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw ontstaan is. Een aansprekend voorbeeld daarvan is het terugdringen van het aantal datacenters van het Rijk van 64 naar 4. Maar we doen meer dan dat: de I-strategie richt zich voor een belangrijk deel op het terugdringen van het aantal interne aanbieders van ICT-voorzieningen en het zo veel mogelijk vervangen van specifieke toepassingen door generieke, die rijksbreed worden gebruikt. Dat zijn bijvoorbeeld toepassingen voor de ICT-beveiliging, het aanschaffen van software, de digitalisering van de papierstroom en identiteitsmanagement. Moderne technologie helpt daarbij, maar is niet zaligmakend. Het gaat ook om de bereidheid om de eigen voorzieningen op te geven ten gunste van voorzieningen die rijksbreed worden gebruikt.”

De I-strategie is in eerste instantie gericht op de beleidsdirecties en de bijbehorende baten-lastendiensten. Om de ambitie van digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven te realiseren is niet alleen een I-strategie nodig binnen het Rijk maar ook tussen het Rijk en de ketens die betrokken zijn bij de digitale dienstverlening.

“Dat gaat in feite om het samenbrengen van het beleid vanuit die drie nota’s die in 2011 verschenen. Ook worden in deze kabinetsperiode enkele grote decentralisaties doorgevoerd. Dit vraagt veel van de betrokken partijen, ook als het gaat over interoperabiliteit, informatiestromen en verantwoording. Al die uitdagingen gaan we met het kabinet vol overtuiging aan.”

  • Simon Kornblum (IntraData) | 26 mei 2013, 20:37

    Volkomen vanzelfsprekende ontwikkeling en goed te vernemen dat ook de politiek hier zo concreet aandacht aan geeft. Paperless en met name rechtsgeldig paperless is namelijk sinds 2010 bij Wet, pas echt geregeld. Het digitale origineel is toen Europees aangenomen (art3:15a – digitale handtekening).

    Dit gaat ons allen helpen (burger en bedrijven) in het efficiënter en eenvoudiger regelen van allerlei zaken. Papier is niet meer alleen de drager van formele informatie. http://www.influx (belastingdienst)

  • Ronald van der Steen (student Archiefwetenschap UvA) | 27 mei 2013, 16:16

    In 2006 heeft de toenmalige minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, drs. Alexander Pechtold, de visie nota Informatie op Orde uitgebracht. De ambitie toen was om de overheid in 2015 volledig digitaal te laten werken. Acht actielijnen moesten dit bewerkstelligen.
    Van deze acht actielijnen is er nog niet eentje volledig gerealiseerd. Sommige zoals actielijn 2 Audit, control en toezicht zijn helemaal vergeten. De nota uit 2006 sluit af met de wijze woorden:

    “Geen actie zonder gevolg. Ook de hier besproken acht actielijnen hebben
    consequenties, en wel voor de verantwoordelijkheidsverdeling en voor de
    organisatie Namelijk:

    … dat we goed afspreken wie we waarop kunnen aanspreken. De verschillende partijen dragen van oudsher gezamenlijke verantwoordelijkheid.We willen deze verantwoordelijkheden meer expliciet maken. Dat doen we in de uitwerking voor de informatieketen van de toekomst. De Ministeries van BZK en OCW zijn gezamenlijk
    aanspreekbaar op de totale regie van de actielijnen.

    Het is nu anno 2013. Er moet een achterstand worden ingehaald van 7 jaar om over 4 jaar volledig digitaal te zijn. Gaat dat lukken?

    In 2017 mogen we Minister Blok hierop aanspreken……..

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren