Nieuws

Al het werk naar de knoppen

De media verdringen zich om technologieën met menselijke trekken en voorspellen met veel aplomb een massale opkomst van robots. Ook bij de overheid? Staan we straks oog in oog met overheidsdienaren die geen koffie drinken, nooit pauzeren en geen looneis formuleren?

Beeld uit de speelfilm Chappie uit 2015, over een robot met menselijke trekken.

In de volksmond zijn robots in feite schijnbaar bezielde apparaten. Van domme robots, of ze nu maaien, lassen of stofzuigen, kijken we niet meer op, en voetbalrobots zijn eerder koddig dan een sensatie. Er is eigenlijk ook niet zoveel aan te beleven. Ze mogen niet eens meer de naam robot dragen, althans volgens de definitie van Vanessa Evers, hoogleraar sociale robotica aan de TU Twente. “Een robot kan de omgeving waarnemen, analyseert en interpreteert, neemt zelf de beslissing hoe erop te reageren en onderneemt een fysieke actie.” Het zijn dit soort intelligente robots die momenteel gehypet worden, in een melange van verwondering en angst. “De media hebben de neiging om die angst te benadrukken en te voeden”, zegt Evers. “Ik zie om mij heen veel minder reserves en bange gedachten dan de media ventileren.”
Het zal niet lang duren tot domme robots overal opduiken waar ze de mens smerig, gevaarlijk, monotoon en tijdrovende fysieke arbeid uit handen kunnen nemen. Robots die tomaten plukken, ramen zemen, daken, riolen en dijken inspecteren of gemeenteplantsoenen wieden. Robots waarover de meeste mensen zich niet erg druk zullen maken, afgezien van de vrees voor werkgelegenheidsroof. Het is de slimme technologie die de gemoederen veel meer zal verhitten.

Onbemind

Technologie is in de westerse wereld ambivalent. Enerzijds opent ze nieuwe verschieten van een betere toekomst, anderzijds boezemt ze angst in. De risico’s en kansen vechten om voorrang, zeker als het om robotica gaat. Randall van Poelvoorde, van oorsprong marketeer, richtte met compagnons zeven jaar geleden Robots.nu op, een bedrijf dat de onbekendheid en onbemindheid van nieuwe technologie tracht weg te nemen. “Het is de meeste mensen niet duidelijk wat robotica is en wat het gaat doen”, zegt hij. “De angst dat de machine het zal winnen van de mens is diepgeworteld.”
In het Westen duikt de robot al sinds de jaren vijftig op in films en strips als een destructieve vijand, terwijl hij in manga-strips vaak juist een heldenrol speelt en wordt neergezet als een vriend door dik en dun, een loyale buddy. In Zuidoost-Azië is de houding ten opzichte van techniek al eeuwen fundamenteel anders dan in het Westen. Al in de achttiende eeuw vermaakten welgestelde Japanners zich met mechanische poppen die thee kwamen brengen of een goochelact ten beste gaven. Het is ook tekenend dat robotprogrammeurs in Japan er zeer veel eer in leggen robots te laten dansen en converseren.

Watson
De meest indrukwekkende prestatie van kunstmatige intelligentie tot nu toe werd geleverd door Watson van IBM. Een denkmachine die op basis van alle mogelijke ongestructureerde en gestructureerde input – of het nu om twitterfeeds, spreadsheets, opgenomen gesprekken of wetenschappelijke rapporten gaat – gevolgtrekkingen maakt en hypotheses kan produceren, keurig netjes voorzien van een betrouwbaarheidsindicatie en het uitgewerkte denkproces waarop die hypothese is gebaseerd. Daarin zijn alle onzekerheden die hij is gepasseerd terug te lezen. Was de befaamde schaakrobot Deep Blue nog een idiot savant, Watson stal de show door in de populaire kennisquiz Jeopardy! de allerbeste spelers te verslaan.

Dat Japan de afgelopen decennia ver voorliep op het Westen is volgens Van Poelvoorde ook te verklaren uit de demografie. “De vergrijzing is er een nog groter probleem dan bij ons. De zorgvraag is enorm, ze hebben geen keuze. Single job robots, die bepaalde huishoudelijke taken kunnen uitvoeren, zijn al heel normaal, maar ook de sociale robots zijn nu aan een razendsnelle opmars bezig.” Sociale robots zijn machines die de mens gezelschap houden en ze mentaal en lichamelijk in beweging houden.

Cloudrobots

De opmars van de robots is niet alleen te danken aan revolutionaire ontwikkelingen op het gebied van de mechanica – de materialen en de motortjes zijn in rap tempo veel goedkoper geworden – maar ook, of beter vooral aan softwareontwikkelingen. Spraakherkenning is spectaculair verbeterd, kunstmatige intelligentie ontwikkelt zich stormachtig en de cloud opent werelden waarin compacte robots alwetend lijken, zelf redeneren en zelf leren. Het ligt voor de hand dat de wetenschap delicate mechanica en humanoïde intelligentie op termijn zal verenigingen in één robot.
“De overheid trekt zich al jaren steeds verder terug in internet. Daarmee volgt ze een trend die overal in de dienstensector is waar te nemen”, aldus Van Poelvoorde. “Een analogie met commerciële callcenters ligt zeer voor de hand. Die worden in hoog tempo gestript van mensen. Je zult steeds vaker een kunstmatige dienstverlener aan de lijn krijgen.” 

De angst dat de machine het zal winnen van de mens is diepgeworteld

Het is een fluitje van een cent om een computer te laten herkennen of een klant zijn geduld verliest of al opgefokt is als hij belt, en die dan vervolgens vriendelijk door te verbinden met een medewerker van vlees en bloed. Van Poelvoorde denkt dat de tijd niet ver is dat een overheidsdienst als de Belastingtelefoon zich van soortgelijke technologie gaat bedienen. “De mensen die daar aan de telefoon zitten worden nu compleet overvraagd. Ten eerste kan een normaal mens nooit het hele fiscale veld overzien, daarvoor is het te complex en te veranderlijk. Ten tweede krijgt de dienst doorgaans volstrekt ongestructureerde vragen van mensen die vaak zelf niet eens weten wat ze precies willen vragen. Het is niet voor niks dat de Belastingdienst telefonische info nooit zwart op wit vastlegt in een mailtje. De kwaliteit van hun informatie is daarvoor gewoon niet betrouwbaar genoeg en kan het menselijkerwijs ook nooit zijn.” Dit soort taken komt het meest in aanmerking voor ‘robotisering’.

Politieke vraag

Van Poelvoorde denkt niet dat dat proces binnen afzienbare tijd zal leiden tot robotambtenaren in de publieke ruimte. Hij vindt een brede opmars van robotisering in het online-contact tussen burger en overheid daarentegen meer dan aannemelijk.
Ook Vanessa Evers rekent robots achter de balie niet tot het meest waarschijnlijke scenario. “Mensen komen toch vooral aan de balie omdat ze iets online niet voor elkaar krijgen. En als je daar al een robot zou neerzetten, zal er toch altijd nog een mens stand-by moeten blijven, want een robot kan alleen werken vanuit zekerheden. Als die ontbreken, zal een ambtenaar de verantwoordelijkheid moeten nemen voor een uiteindelijke keuze wat er moet gebeuren.”

Nederland aan de top?
Tijn van der Zant is ook trustee van de Robocup, de Wereldkampioenschappen voor robots. Er zijn drie categorieën: rescuerobots, domestic robots (waaronder ook de nursing robots vallen) en soccerrobots. “Het gaat eigenlijk om benchmarks in competitievorm”, aldus Van der Zant. “De tijd dat Japanners het erepodium bevolkten is voorbij. Vooral Duitsers doen het tegenwoordig ook heel goed.” Nog verrassender is dat Nederlandse ontwikkelaars zijn doorgedrongen tot de top.

Evers en Van Poelvoorde zijn het erover eens dat ambtenaren hun handen vrij krijgen voor andere zaken, zoals contact met de burger. Al is het zeer de vraag of de overheid ze daarvoor in dienst zal willen houden. Een honderd procent politieke vraag. Hetzelfde geldt voor de zorgsector. “Robotisering biedt de prachtige kans om mensen in de thuiszorg vrij te maken voor menselijk contact met cliënten, terwijl het lichamelijke werk door een robot wordt gedaan”, aldus Evers. Maar zij biedt anderzijds ook de kans om flink op arbeidskrachten te bezuinigen.

Zorgsector

In de media is veel aandacht voor de robotjes die nu opduiken in de ouderenzorg. Robotjes die liedjes zingen, kopjes geven, meejuichen bij een doelpunt, gelukzalig kunnen reageren op knuffelen, kortom de rol van huisvriendje/huisdiertje kunnen vervullen. Tijn van der Zant, lector robotica aan de Hogeschool Windesheim in Almere en oprichter van de startup Brobotix, krijgt een sik van de opgewonden verhalen over de huidige generatie zorgrobots. “Ik noem het fantasierobots: poppetjes die maar heel weinig kunnen. Met hele dure armpjes die misschien wat kleine taakjes kunnen uitvoeren, maar die in feite heel gevaarlijk zijn. De Zora-robot doet van alles, maar er zit gewoon iemand achter die hem bestuurt. Filmpjes van een robot die een handdoek opvouwt, worden versneld afgedraaid, want anders zou je meteen opvallen hoe krukkig dat gaat. Ja sorry, ik moet even debunken want ik ben die grote verhalen zat.” Van der Zant werkt aan een ‘echte’ zorgrobot: een rijdend pilaartje zonder gevaarlijke uitsteeksels, en met een pad die een zelfgekozen avatartje laat communiceren met de oudere en hem of haar coacht om dingen zélf te doen. Zo’n ‘padbot’ is al te koop voor een paar honderd euro. Brobotix stopt hem vol met zorgzame software.
Van der Zant is er zeker van dat er ambtelijke robots komen. Al was het alleen al voor de 1,3 miljoen laaggeletterden. “Maar van een overheid die niet eens een minister van ICT heeft, moet je niet verwachten dat ze daar op korte termijn mee komt.”

Doemscenario’s

Vanessa Evers vindt dat de overheid een brede discussie op gang moet brengen over vragen als hoe wenselijk en zinnig de introductie van robots is op tal van publieke terreinen. “Japan zet daar heel sterk op in. Daar loopt al sinds 1982 het Fifth Generation Computer Systems project, waarmee de overheid nadrukkelijk het voortouw nam in de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. De overheden in het westen hebben zich tot op heden nauwelijks laten zien op dit gebied.”

Robotisering kan mensen in de thuiszorg vrijmaken voor menselijk contact

Maar Evers ziet wel tekenen dat er verandering op til is: minister Asscher (SZW) maakte in september vorig jaar grote indruk met een speech over robotisering van de economie en zijn ambtgenoot Bussemaker (Onderwijs) denkt hardop na over de rol die kunstmatige intelligentie kan spelen in het onderwijs. “Asscher lag weliswaar onder vuur vanwege de doemscenario’s die hij schetste in zijn speech, maar is buiten zijn eigen portefeuille getreden om de impact van heel belangrijke ontwikkelingen te benoemen.”
Over zijn doemgedachten zei Asscher zelf: “We moeten het inktzwarte scenario kennen om een beter scenario te realiseren.”
De komst van de eerste personal robots (PR) zal het tempo van de ontwikkelingen enorm opvoeren: de PR zal miljoenen gebruikers inspireren om zelf nieuwe toepassingen – noem het robotapps – te ontwikkelen. Als het hek van de dam is, zal de overheid wel moeten volgen. “En diep moeten nadenken over regulering van de inzet van robots”, waarschuwt Evers.

En Defensie dan?
De Nederlands krijgsmacht is weliswaar verder op weg met robotica dan enig ander deel van de overheid, maar van vechtrobots is totaal geen sprake. “De Explosieven Opruimingsdienst is al heel lang bezig met robots, maar dat zijn remote controlled exemplaren”, vertelt Eimert Hornstra van de Hoofddirectie beleid, kennis en innovatie van het ministerie van Defensie. “Verder doen we onderzoek naar onderwatervoertuigen die geheel zelfdenkend mijnen opsporen en onschadelijk maken.”
Hornstra: “Robotica wordt aangejaagd door civiele domeinen en niet, zoals bij veel andere technologische revoluties het geval is geweest, door krachten uit de militaire hoek.” Waar Defensie wél in voorop loopt is onderzoek naar de impact van geavanceerde technologie op de mensen die ervan gebruik maken.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren