Het project Zelfbediening Justitiabelen van het ministerie van VenJ moet het even wat rustiger aan doen. Het BIT vindt dat het project te optimistisch is opgezet qua werking van de geplande software. Ook moeten de business cases beter onderzocht worden. Staatssecretaris Dijkhoff neemt de adviezen over.
Het project ‘Zelfbediening Justitiabelen’ (ZBJ) moet het mogelijk maken dat ‘justitiabelen’ (mensen in gevangenissen en huizen van bewaring) zelf hun winkelbestellingen, (gecontroleerde) internettoegang, rekening-courant, toegang tot het strafdossier en bezoekplanning kunnen regelen. Zelfredzamere gedetineerden kunnen makkelijker terugkeren in de maatschappij, zo is de gedachte. Daarnaast kunnen met name de administratieve lasten met deze aanpak worden verlaagd. De ontwikkeling van een aantal ICT-functies en apps moet daarvoor zorgen.
“Wij adviseren om grootschalige invoering van het zelfbedieningsconcept uit te stellen, de werking eerst kleinschalig aan te tonen en pas daarna een business case en projectplan voor grootschalige inzet te ontwikkelen”, aldus het BIT (Bureau ICT-Toetsing). Staatssecretaris Dijkhoff neemt de aanbevelingen van het BIT integraal over.
In haar advies zegt het BIT het project ZBJ als een veelbelovend innovatief idee te beschouwen, maar er moet wel op de rem getrapt. Het bureau adviseert om de werking van de beoogde apps en de inzet ervan in de organisatie eerst op kleine schaal aan te tonen. De oorspronkelijk geplande drie ‘pré-implementaties’ maken plaats voor veel kleinere ‘pilots’. En als die alsnog grootschalig worden uitgerold zal eerst een onafhankelijke toets worden uitgevoerd bijvoorbeeld een Gateway review. Ook moet de afhankelijkheid van elke app met andere systemen of projecten gedetailleerd in kaart worden gebracht.
Het project kost in totaal naar verwachting – tot dusver – zo’n 20 miljoen euro. Omdat zoiets als een zelfbedieningsportaal voor gedetineerden nog nergens ter wereld is gerealiseerd, moeten de verwachte baten eerst beter worden onderzocht, denkt het BIT, vooral ook omdat een groot deel van de baten – meer tijd voor het bejegenen van de justitiabelen – nogal kwalitatief van aard is.