Nieuws

Eén administratie voor het sociaal domein

“Met de decentralisaties kregen we de bureaucratie van de overheid en de concurrentie van de markt”, zei Martin Sitalsing, bestuurder Lentis en FPC van Mesdag, op het iBestuur symposium. De administratie in het sociaal domein is uitermate complex geworden.

Duco Stuurman, lid directieraad gemeente Eindhoven en voorzitter Netwerk Directeuren Sociaal Domein: “Het is complexe ketensamenwerking, ook door de stapeling van regelgeving.”

Astrid Oosenbrug, Tweede Kamerlid PvdA, roept in haar inleiding gemeenten om op meer te durven. Ze ziet gemeenten “in een privacykramp schieten” als het gaat om het gebruiken van data om zorg aan hun inwoners te verbeteren. “Privacy is een groot goed, maar een kwetsbaar gezin helpen is ook belangrijk.” Er is veel onwetendheid over privacyregels, zo valt haar op. Die onwetendheid leidt tot inertie, terwijl er juist veel mogelijk is om mensen met behulp van data beter in beeld te krijgen en daardoor te helpen – met inachtneming van de privacyregels. Ze pleit voor een ‘BIG voor de privacy’: een standaardset van richtlijnen voor gemeenten, zodat die weten waar ze aan toe zijn als het gaat om privacy, in navolging van de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG). Als gemeenten duidelijkheid hebben over de grenzen waarbinnen ze kunnen opereren, dan kunnen ze verkennen wat het gebruik van data betekent voor het uitvoeren van hun taken in het sociaal domein. Dat blijkt belangrijk om de taken in het sociaal domein goed uit te voeren, zo klonk tijdens het symposium in Nieuwspoort op 30 mei.
Gespreksleider Bert Mulder, lector Informatie, Technologie en Samenleving aan de Haagse Hogeschool, stelde dat het vraagstuk van de privacy één van de ‘grondconcepten’ is die als het ware opnieuw gedefinieerd moeten worden. “In feite zijn wij als overheid en met allerlei ketenpartners de data driven society aan het uitvinden. Met allerlei thema’s die daarbij horen, zoals privacy en ketenverantwoordelijkheid. Daar liggen uitdagingen waar we nog geen oplossingen voor hebben en waar ook niet één antwoord voor is”, stelde hij.

Data en standaardisatie

In de inleidingen van Duco Stuurman, lid directieraad gemeente Eindhoven en voorzitter Netwerk Directeuren Sociaal Domein, en Martin Sitalsing, bestuurder Lentis en FPC van Mesdag, kwamen deze thema’s terug. Stuurman focuste in zijn inleiding onder meer op diverse voorbeelden van gemeenten die bezig zijn om datagedreven beleid vorm te geven. Zoals Zaanstad, dat data gebruikt bij de aanpak van huiselijk geweld. “We kunnen huiselijk geweld niet voorspellen en dat willen we ook niet. Maar in Zaanstad keken we of we factoren met voorspellende waarde kunnen koppelen aan buurten, zodat we de wijkteams en de huisartsen daar kunnen informeren wat ze kunnen doen en waar ze op kunnen letten.” Er komen steeds meer data voorhanden waarmee gemeenten hun beleid kunnen verbeteren, zoals op Waarstaatjegemeente.nl, vertelde hij.

Stuurman: ‘Ik durf te stellen dat gemeenten het nu al beter doen dan het Rijk het voorheen deed’

“Dit geeft gemeenten een steeds beter beeld van wat wel en niet werkt.” De decentralisaties zijn nog maar anderhalf jaar oud. Geef gemeenten de tijd om dit soort nieuwe manieren van werken uit te vinden, zei hij ook. “Ik durf te stellen dat gemeenten het nu al beter doen dan het Rijk het voorheen deed. We hebben de informatie sneller en beter en kunnen dus snellere interventies doen.”
 De administratie van 390 gemeenten met talloze zorgaanbieders is uitermate complex, beaamt hij. “De processen zijn complex en de transactiekosten hoog. Het is complexe ketensamenwerking, ook door de stapeling van regelgeving.” Hij besprak een aantal oplossingen voor deze complexiteit. Zoals de burger meer zelf laten doen, processen vereenvoudigen en landelijk afspraken maken over standaardisatie, onder meer voor de gehanteerde productcodes, zodat de facturering naar zorgaanbieders eenvoudiger wordt.

De centralisatie

Landelijke afspraken over standaardisatie zouden zorgaanbieders zeker helpen bij het reduceren van de complexiteit in dit domein, zo werd duidelijk uit het betoog van Sitalsing. Hij noemt een tiental uitdagingen voor zijn organisatie, een grote GGZ-instelling. Zoals de tweedeling die hij ziet ontstaan in het sociaal domein (mensen die zelf hun ondersteuning betalen worden veel eerder geholpen dan mensen die worden doorverwezen door de huisarts) en de enorme bureaucratie. “Mensen in mijn organisatie moeten met tien verschillende wachtwoorden inloggen in tien verschillende systemen. Alle silo’s van de wetgeving komen in mijn organisatie samen en dat leidt tot een enorme complexiteit en bureaucratie. Soms lijkt het wel alsof ons primaire proces bestaat uit het vullen van de systemen. Dat we ons werk doen voor de accountant, in plaats van de burger.” Hij citeerde een uitspraak van zijn nicht, columniste Sheila Sitalsing, die sprak over ‘de centralisatie’ in plaats van de decentralisatie. “De decentralisaties zijn schijndecentralisaties. Want door de vergaande invloed van landelijke organisaties, zoals de Inspectie en het OM, blijft er heel weinig ruimte over om lokaal invulling aan de regels te geven.” Sitalsing concludeerde dat het goed zou zijn als gemeenten meer doorzettingsmacht zouden krijgen in de hele complexe keten in het sociaal domein. “Ik had de hoop dat gemeenten dit konden doen, door de decentralisaties. Maar ik zie het nog niet gebeuren.”

Case Hamburg

De gemeente Hamburg verkeert in een vergelijkbare situatie als Nederlandse gemeenten waar het gaat om de complexiteit van de administratie. Deze gemeente reduceerde deze complexiteit door het gebruik van één systeem voor zowel de kant van de burger (casemanagement, inclusief uitkeringen) als de kant van de zorgaanbieder (administratie, ook financieel). Marc Zimmermann, senior client solutions professional bij IBM, vertelde namens de gemeente Hamburg over dit systeem, genaamd Curam. IBM en Capgemini gaan dit systeem samen geschikt maken voor de Nederlandse gemeentemarkt (zie kader). De gemeente Hamburg verving diverse systemen door dit ene systeem, dat onder meer een centraal gegevensmagazijn bevat voor alle gebruikers. Een melding van de politie wordt in dat systeem geregistreerd, waardoor bijvoorbeeld een jeugdzorgmedewerker direct is geïnformeerd. “Vroeger werd deze informatie doorgegeven op papier, in het beste geval. In het slechtste geval ging de informatie verloren”, zei Zimmermann.

Sitalsing: ‘Alle silo’s van de wetgeving komen in mijn organisatie samen’

In de oude, versnipperde systemen was het lastig om alle relevante informatie beschikbaar te krijgen. “Bij welk pleeggezin een kind het beste geplaatst kon worden, was afhankelijk van de kennis en ervaring van individuele jeugdwerkers. In het huidige systeem staat bij alle pleeggezinnen informatie over bijvoorbeeld de talen die zij spreken. Nu kan men veel sneller een kind bij een gezin onderbrengen waar het het beste past.” De organisatie stelt zelf in wie tot welke informatie toegang krijgt. “Het interessante in Hamburg is dat men de balans heeft gevonden tussen een centraal systeem en het toegang daartoe verlenen aan allerlei ketenpartners, met inachtneming van de strenge eisen op het gebied van security en privacy.”
Curam wordt inmiddels door overheden in tachtig landen gebruikt, voor het sociaal domein. “Onder meer het eiland Guernsey gebruikt het voor alles wat ze doen in het sociaal domein. Ze breken als het ware de verschillende silo’s van wetgeving af, door dit in één systeem te vatten”, zei Zimmermann. Het ontlokte aan Mulder de uitspraak dat “het opvallend is dat het sociaal domein in zoveel landen kennelijk hetzelfde is”.

Complexiteit accepteren

In de afsluitende discussie kwam een aantal lijnen uit de brede problematiek in het sociaal domein bij elkaar. Er werd gesteld dat er wellicht meer landelijke regie nodig is om de complexiteit in dit domein te reduceren. Het is duidelijk dat er nog veel niet goed gaat, getuige ook een hartenkreet van een jeugdzorgmedewerker uit de zaal, die stelde dat ze tegenwoordig 70 procent van haar werktijd kwijt is aan het doen van de administratie. Het ‘veld’ in het sociaal domein moet er echter toch zelf uit zien te komen, zo was een conclusie. Harry ter Braak van WagenaarHoes stelde vanuit de zaal: “De situatie is complex en ik heb geleerd dat je complexiteit niet kunt wegredeneren, maar moet accepteren. Ik zie hier twee wezenlijke vraagstukken door elkaar lopen: hoe helpen we burgers en hoe gaan we om met informatie die we mogen delen?” Hij stelde dat de Digicommissaris met het informatievraagstuk bezig is en dat die “drie jaar nodig heeft” om hier goede afspraken over te maken met alle betrokkenen. Dezelfde termijn geldt voor gemeenten. Dat sluit aan bij de oproep van Astrid Oosenbrug, dat gemeenten veel meer (experimenteer)ruimte mogen nemen. Sitalsing sloot zich daarbij aan: “We hebben die tijd nodig om in de regio goede afspraken te maken en samen te werken. Laten we dan ook contracten sluiten voor de iets langere termijn, zodat we deze ruimte kunnen nemen.”

Eén systeem voor het sociaal domein

IBM en Capgemini betreden samen de gemeentelijke markt met een systeem voor het sociaal domein: Curam. Het systeem wordt inmiddels in tachtig landen gebruikt. Sjef Hoppenbrouwers, binnen Capgemini verantwoordelijk voor de lokale overheid, vertelde op het symposium dat Curam passend gemaakt gaat worden voor de Nederlandse markt. “We hebben een proof of concept gemaakt en daar goede ervaringen mee opgedaan. We willen nu samen met een aantal Nederlandse gemeenten onderzoeken hoe dit systeem aansluit bij hun taken in het sociaal domein.” Het systeem is van IBM, Capgemini verzorgt de implementatie bij gemeenten.
“Veel gemeenten hebben een lappendeken aan oplossingen”, zei René Coppens, growth leader client innovation center IBM. “We bieden Curam aan als modules die men los kan inzetten, want ze voldoen aan de gemeentelijke standaarden en koppelen daardoor met andere systemen die de gemeente al gebruikt. Een gemeente kan ook toegroeien naar het gebruik van de volledige, samenhangende suite. In eerste instantie voor het sociaal domein, daar focussen we nu op omdat daar momenteel voor gemeenten de grootste uitdagingen liggen.”
Zsolt Szabo, vice president business development bij Capgemini, stelde dat door de digitalisering van de maatschappij veel behoefte bestaat aan innovatieve en slimme oplossingen die werken vanuit de behoefte van de cliënt. Hij noemde “mobiele apps en toepassing van modulaire al dan niet op cloud gebaseerde oplossingen”. Curam is zo’n oplossing met functionaliteit voor zelfregie, cliëntendossiers, controle op betalingen en sturingsinformatie voor professionals en bestuur.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren