Podium

De Basisregistratie Topografie als open data

Alterra Wageningen heeft onderzoek gedaan naar de effecten van open data op het gebruik van de BRT. Uit deze meting blijkt dat in het afgelopen jaar vooral het gebruik door bedrijven sterk is toegenomen. Bedrijven experimenteren met het ontwikkelen van nieuwe toepassingen. Ook is een verbreding van het gebruik van de BRT in nieuwe toepassingsvelden te zien, zoals cultuur, recreatie, creatieve industrie en (nieuwe) media.

Sinds 1 januari 2012 is de Basisregistratie Topografie (BRT) als open data beschikbaar. De Nederlandse overheid heeft bepaald, dat openbare BRT gegevens door iedereen zonder beperking mogen worden gebruikt en verspreid. Dit besluit is drie maanden voor effectuering bekend gemaakt en heeft geleid tot een nieuwe werkelijkheid in het gebruik, maar zeker ook in de realisatie van de BRT gegevens. De BRT is onderdeel van het stelsel van basisregistratie en is opgenomen in de Wet basisregistraties kadaster en topografie die op 1 januari 2008 in werking is getreden. Het BRT-gebruikersoverleg is het platform waarin een vertegenwoordiging van de gebruikers, het ministerie van I&M en het Kadaster als bronhouder de voortgang en ontwikkelingen rond de producten van de BRT delen.

Effecten van het opendatabeleid voor de gebruikers

De effecten van het besluit tot openstelling kent meerdere invalshoeken. Het gebruik van de BRT-producten neemt in brede zin toe, omdat de gebruiksrechten- en financiële drempels zijn weggevallen. Door het bredere gebruik is er een toenemende vraag naar meer actualiteit en bredere beschikbaarheid van de BRT. Op dit moment is de wettelijke actualiteit 2 jaar. Deze wordt door steeds meer gebruikers als onvoldoende ervaren. Tevens zijn er additionele wensen bijvoorbeeld m.b.t. aangepaste, domeingerichte visualisatiethema’s. De BRT is budgetgefinancierd en is onderhevig aan taakstellingen vanuit de overheid die via het ministerie van I&M worden toegekend aan het Kadaster als bronhouder van de BRT. Door het opendatabeleid is het ook niet meer mogelijk door middel van acquisitie extra inkomsten te generen om de kosten van de productie van de BRT te dekken.

Alterra Wageningen heeft onderzoek gedaan naar de effecten van open data op het gebruik van de BRT. In het eerste kwartaal van 2013 is een eerste onderzoeksronde gehouden om deze effecten te meten. Uit deze meting blijkt, dat in het afgelopen jaar vooral het gebruik door bedrijven sterk is toegenomen. Bedrijven experimenteren met het ontwikkelen van nieuwe toepassingen. Ook is een verbreding van het gebruik van de BRT in nieuwe toepassingsvelden te zien, zoals cultuur, recreatie, creatieve industrie en (nieuwe) media. Een andere conclusie is dat de effecten voor de interne organisatie beperkt lijken. Deze laatste conclusie is een interessant fenomeen die vraagt om verdieping.

Effecten van het opendatabeleid voor het Kadaster

Het is natuurlijk niet vanzelfsprekend dat meer doen voor minder budget zonder inspanning verloopt. Het Kadaster heeft als taak de BRT kostendekkend binnen beschikbare budgetten te realiseren. Om de effecten te beperken is het nodig procesinnovaties en cultuurverandering snel door te voeren. Dit gaat verder dan alleen het automatiseren van handmatige activiteiten en slimmer produceren.
Het effect van open data speelt zich hier ook af op psychologisch niveau waarbij de veroorzaakte nieuwe pijn (minder budget) wordt gebruikt om de oude pijn van een organisatie (traditionele productiecultuur) in het heden aan te pakken. Het is nodig je visie in de nieuwe werkelijkheid te herijken en je leiderschapsstijlen te moderniseren.

De nieuwe werkelijkheid vraagt aan een overheidsorganisatie dezelfde wendbaarheid en inventiviteit die succesvolle en startende ondernemingen kenmerkt. Het is noodzakelijk om opnieuw na te denken hoe je de gebruiker van de BRT soepel kunt voorzien van waardetoevoegende informatie binnen de daarvoor beschikbare middelen en kaders. Kadaster Geo-informatie heeft de Lean productiemethodiek geïntroduceerd en innovaties doorgevoerd waarbij de klant centraal staat en waarbij de productie zich vooral richt op de waarde toevoegende activiteiten. In dit artikel worden deze methodieken niet verder uitgediept, maar wordt ingegaan op de relatie en het effect van open data op de conceptwaarde in deze snel veranderende wereld.

Introduceren van proces FLOW

Een voorbeeld met betrekking tot invloeden van de nieuwe ontwikkeling op het product BRT is de traditioneel ingestoken kaartbenadering in het primaire productieproces. Het productieproces TOP10NL is door middel van Lean procesmethodiek volledig in FLOW ontworpen op een binnen het Kadaster gekozen productie 10D-kaarteenheid. Dit komt voort uit de TOP10vector productieprocessen waarbij de TOP10vector is ontworpen om in eerste instantie te dienen als basis voor de 1:25.000 en 1:50.000 kaart. De oorsprong van de bepaling van de omvang van de productiewerkeenheid gaat uiteindelijk terug naar het analoge tijdperk waarbij reproductietechnieken in eerste aanleg gebaseerd waren op dit basis deelfragment.

Vanuit het moderne gebruik gezien heeft deze productie-eenheid geen enkele meerwaarde en is eigenlijk storend voor de gebruiker. Indien je bijvoorbeeld de TOPOGPS App opent, draait daaronder een eigen landsdekkende BRT 1:25.000 kaartservice die een eigen tiling schema in zich bergt en die onafhankelijk is van de TOP25Raster kaartindeling.
Met Topo GPS kun je zonder kaartbladgrenzen routes inlezen, opnemen, plannen, uitzetten en delen. De TOP25Raster kaartindeling is echter prominent aanwezig in het kaartbeeld wat vooral opvalt in het Waddengebied en het Open data vraagt van de overheid de wendbaarheid en inventiviteit van een startup IJsselmeer waar het kaartbeeld zelfs ontbreekt.

Als je dan bedenkt dat de TOP10NL objecten kaartbladloos in 1 database zijn opgenomen, lijkt het logisch ook het productieproces hierop aan te passen aan de wensen vanuit het gebruik. Het ligt dan ook voor de hand om de “gaten” in de Waddenzee en het IJsselmeer te gaan vullen met kaartbeeld. In het interne productieproces zijn dit grote veranderingen die zorgvuldig moeten worden geïmplementeerd. Omdat ook andere gebruikerswensen van invloed zijn, zal dit in nauw overleg met de deelnemers aan het gebruikersoverleg BRT worden ingevoerd.

Effecten vanuit de andere basisregistraties

Ook de effecten van de introductie van de andere Basisregistraties in het stelsel op de BRT zijn van groot belang. Het gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en straks ook de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) als verplichte bron voor de BRT kan aan de kostenkant voor een deel de BRT-budgetreductie op termijn deels compenseren waarbij ook de actualiteit van de BRT op onderdelen zal verbeteren. Het Kadaster zal in de komende periode alle straat- en plaatsnaam-attributen in TOP10NL verder aansluiten op de gegevens uit BAG.

Tevens is het Kadaster aan het onderzoeken in hoeverre de BAG-panden kunnen dienen als bron voor de TOP10NL bebouwing. De eerste experimenten hebben inmiddels plaatsgevonden en zijn veelbelovend. In dit experiment zijn de BAG-panden gegeneraliseerd en waar nodig voorzien van ontbrekende functies van gebouwen uit TOP10NL. In deze keten speelt de kwaliteit van de brongegevens een grote rol. Eventuele fouten in de BAG zullen via deze keten integraal worden doorvertaald naar de BRT. Binnen het stelsel zal het regime van terugmeldingen een kwaliteitverhogende werking creëren, waarbij de bronhouders vanzelfsprekend verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun gegevens.

Dat het Kadaster niet uniek is in deze denklijn blijkt uit het experiment dat door Imergis is uitgevoerd door TOP10NL te combineren met de BAG panden en tevens de wegen uit OpenStreetMap toe te voegen. De insteek vanuit gebruikersperspectief OOV (Openbare Orde en Veiligheid) als basis voor dit Open Topografie experiment kan nu worden ingevuld door de laagdrempelige mogelijkheden die open data biedt.

Effecten op organisatieontwikkeling, cultuur en innovatie

Deze gebruikersontwikkelingen veroorzaken een vernieuwde visie met betrekking tot de realisatie van geo-informatie en het doorvoeren van innovaties. De producent moet zich bewust zijn van de keten waarbinnen geo-informatie een belangrijke basis vormt. In het hierboven genoemde OOV-domein willen hulpverleners direct gebruik kunnen maken van gegevens die actueel en het liefs grensoverschrijdend beschikbaar zijn.

Maar ook hier blijft de vraag welke actualiteit is wenselijk en maakbaar, met welke kwaliteitscriteria en tegen welke kosten? Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden gezien het aantal parameters dat hierop van invloed is. Om toch verantwoord te kunnen reageren, is het noodzakelijk een productieomgeving te realiseren waarmee je op een effectieve manier waarde kunt creëren voor de klant, waarbij de wendbaarheid wordt bepaald door een flexibele Plan Do-Check-Act (PDCA) cyclus. Deze PDCA– cyclus waarbij je voortdurend verbeteringen doorvoert, kun je vanuit de Klant, Intern, Leer en Groei en Financieel perspectief (Kaplan/ Norton) gaan benaderen en toekomstgericht neerzetten. Het is hier van belang om daar waar de productie plaatsvindt te acteren vanuit de perceptie van de klant. De werkvloer moet meegenomen worden in de bredere wijzigende context van het gebruik van het product, waardoor het mogelijk wordt om blijvend te kunnen reageren op veranderingen.

De perceptie van de nieuwe gebruikers is meer gericht op vanzelfsprekend gemak en directe toepasbaarheid. De generatie X ziet geen problemen, maar denkt alleen in oplossingen en is er van overtuigd dat ze zelf richting moeten geven aan hun leven. Smartphones, smart TV, smart data, smart watch, smart glasses, smart verlichting, smart robots, smart skin, smart cars, smart clothing, smart highways, e-readers, 3D-printers, bitcoins, zorgen voor verandering in de belevingswereld. Hierbij worden de Basisregistraties steeds belangrijker in het overheidsdomein waarbij de noodzaak tot koppelen van gegevens vraagt om een nieuwe kijk op standaardisatie en communicatieconcepten zoals bijvoorbeeld Linked-Open Data.

Indien de kwaliteit van de onderdelen van de keten bij de bron goed wordt gewaarborgd zal de gehele keten daar baat bij hebben. Kwaliteit, actualiteit en serviceniveau dient standaard hoog te zijn en zijn geen positief onderscheidende kenmerken meer. Kadaster Geo-informatie heeft de afgelopen twee jaar een effectieve start gemaakt om in deze opendatawereld blijvend toegevoegde waarde te kunnen genereren. Het is echter een reis voor de lange termijn, waarbij er continu verbeteringen worden doorgevoerd. Het smart produceren van topografie is dan ook stevig omarmd.

Daily accountabilty

Binnen de huidige bedrijfsvoering voor de productie van de BRT vragen waarden als vertrouwen, daily accountabilty en het continue verbeteren een nieuw soort leiderschap waarbij de verantwoordelijkheid van elk individu binnen het geheel als vanzelfsprekend wordt gezien. Productieprocessen moet flexibel en veranderbaar worden gemaakt, waarbij kwaliteit wordt gewaarborgd in total quality concepten waarbinnen iedereen verantwoordelijk is voor zijn deel van het proces waarbij de time to market van nieuwe ontwikkelingen steeds korter is.

Dit vraagt om vergaande procesoptimalisatie, innovatie en cultuurverandering in het toch traditioneel georiënteerd geo-informatieproductieproces. Sequentiële productontwikkeling komt gezien de doorlooptijd steeds verder onder druk. De moderne parallelle ontwikkelingsstrategieën, waarbij de gebruikerswens centraal staat, krijgt meer voet aan de grond en is ook nog eens veel leuker om uit te voeren. Dit vraagt dynamisch en moedig leiderschap waarbij de kracht van een klein hoogwaardig creatief team, dat open en via zeer korte lijnen communiceert, een belangrijke succesvoorwaarde is. Zo worden alle productiegerelateerde statussen en gegevens die van toegevoegde waarde zijn visueel gemaakt en breed gedeeld.

Op dit moment wordt de productie van TOP50NL vormgegeven door automatische generalisatie. In dit proces is een homogene, technische en inhoudelijke kwaliteit van de TOP10NL een voorwaarde. In het proces voor de automatische generalisatie zijn er veel noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen doorgevoerd in de TOP10NL-gegevens. Dit gebeurt op iteratieve wijze (PDCA) waarbij het verhogen van de kwaliteit, BRT-procesoptimalisatie en hierdoor kostenreductie een primaire doelen zijn. Een groot voordeel is dat ook de gebruikers van de BRT profiteren van de verbeterde kwaliteit van TOP10NL. Omdat het Kadaster de enige bronhouder is van de basis TOP10NL zijn deze verbeteringen snel en effectief door te voeren.
De ingezette cultuurverandering werpt zijn eerste vruchten af, maar is nog in volle gang en vraagt continu aandacht. Dit heeft aan de ene kant geleid tot een groei van gebruikerstevredenheid en aan de andere kant tot meer mogelijkheden om te kunnen reageren op de wensen van de open data BRT-gebruiker.


Ben Bruns is Manager GISMaatwerk en Advies, Productmanager Topografie bij het Kadaster. Hij is via Ben.Bruns@kadaster.nl te bereiken. Dit artikel verscheen eerder in Geo-Info nummer 8/9.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren