Onlangs verscheen een onderzoek in opdracht van het ministerie van EZK dat suggereert dat de nationale digitaliseringsopgave ook wel via datacenters buiten Nederland kan verlopen. De digitale sector is verbaasd over het nogal eenzijdige rapport, dat haaks staat op eerdere visiedocumenten van de overheid. Dit is teleurstellend, te meer omdat het rapport vol staat met gelegenheidsargumenten en gekunstelde cijfers.
‘Digitale highway | beeld: Shutterstock
Nog in 2019 schreven de bewindslieden Keijzer, Knops en Grapperhaus aan de Tweede Kamer:
“Datacenters spelen een essentiële rol in de ontwikkeling van de digitale economie en samenleving. Zonder datacenters staat alles op de digitale snelweg stil. De geografische ligging van Nederland in Europa, de vele zeekabels die hier landen en AMS-IX zijn gunstige en belangrijke vestigingsplaatsfactoren.”
De insteek van het nu gepubliceerde onderzoek doet geen recht aan deze realiteit. Deze luidt: “Hebben we in Nederland voldoende datacenters voor ons eigen gebruik?”. Een vraag die je, gelet op de geschiedenis van Nederland als distributieland, aan bijna alle sectoren kunt stellen. Kijkend naar de luchthaven Schiphol en de Rotterdamse haven: een enkele landingsbaan of overslagkade zou ook voldoende zijn voor de binnenlandse vraag. Toch betwist niemand haar economische belang – en de complexe verwevenheid die het met zich meebrengt. Waarom zou dit anders zijn voor onze digitale haven, een van de belangrijkste datahubs in Europa?
Prominente denkfouten
Een belangrijke denkfout in het rapport is de veronderstelling dat de datacenterindustrie als een geïsoleerd, losstaand element beschouwd kan worden, die je zonder consequenties uit de digitale keten kunt verwijderen. De verbanden worden gesimplificeerd. Dat terwijl datacenters juist deel uitmaken van een complex, onderling verbonden ecosysteem van connectiviteit – zeekabels, glasvezel en Internet Exchanges- en de cloud. Dit staat nog los van de aanzuigende werking van deze digitale keten op techbedrijven uit binnen- en buitenland: dankzij de hyperconnectiviteit die in Nederland te vinden is, hebben grote content bedrijven zoals Netflix, Disney, CBS, Discovery hun systemen en Europese kantoren in Nederland, inmiddels goed voor 109.000 banen. Dit heeft een groot versterkend effect op de Nederlandse economie: 60% van ons BNP is inmiddels gedigitaliseerd.
Het rapport simplificeert daarnaast de veel complexere interactie tussen verschillende typen datacenters. Bovendien worden belangrijke factoren niet meegenomen in het belang van de fysieke nabijheid van datacenters. Zo wordt er alleen gekeken naar de afstand tussen datacenters en eindgebruikers, maar niet naar het belang van nabijheid voor de interconnectie tussen applicaties, zoals bij machine-to-machine-communicatie.
Waarom zou je als Nederland een unieke positie in een snel groeiende nieuwe economische ontwikkeling bewust willen opgeven?
De conclusie dat het beperkt verder laten groeien van de datacenter capaciteit geen impact heeft op de toekomstige digitale ambities en innovaties – bijvoorbeeld quantum computing en fotonica – van Nederland, vindt geen basis in de gepresenteerde argumenten. Daar komt nog eens bij dat ook de realisatie van 5G een sterke en vooral ook nabije, datacenter infrastructuur vergt. Bedrijven zijn gebaat bij sterke hubs, en vinden elkaar in een ecosysteem. Verdwijnt de datacenter sector uit Nederland door groeibeperking en sijpelt de expertise weg naar elders, dan heeft dat invloed op al onze digitale ambities.
Verder denken de onderzoekers te makkelijk over het belang van soevereiniteit: willen we dat belangrijke onderdelen van onze cruciale infrastructuur in het buitenland komen te staan? De datacenter sector op eigen bodem faciliteren zorgt voor meer autonomie. Ze staan letterlijk op onze eigen grond, binnen onze landsgrenzen, en daarmee onder invloed van onze eigen justitie. Het is een cruciale sector, zonder datacenters kan onze samenleving niet meer functioneren. Het is daarmee een risico om hierin afhankelijk van andere landen te zijn. Zeker als dat afhankelijk is van onzekere, Europese projecten die zich in een beginfase bevinden, zoals GAIA-X
Sector van de toekomst
Dus waarom zou je als Nederland een unieke positie in een snel groeiende nieuwe economische ontwikkeling bewust willen opgeven? Waarom zou je je server-soevereiniteit op het spel zitten terwijl de afhankelijkheid van leveranciers uit China en de VS al groot genoeg is? Terwijl de problematiek rondom energie- en ruimteverbruik oplosbaar is en de sector daar samen met overheid en politiek tal van mogelijkheden heeft om die in gezamenlijkheid aan te pakken. In ongeveer alle grote opgaven en ontwikkelingen die we hebben speelt digitalisering een rol. Hoe sterker het gehele ecosysteem, hoe groter de snelheid om hier oplossingen voor te vinden. Dat vereist verantwoorde en duurzame groei, iets wat de datacenter sector onderschrijft en actief op inzet.
Fundament van de digitale economie
Het rapport doet geen recht aan de complexe realiteit, en digitale uitdagingen die nauw met elkaar verbonden zijn. In realiteit kunnen de schakels van de digitale keten niet los worden gezien, maar zijn ze juist allen met elkaar verbonden. Nederland heeft een stevige positie, dankzij een sterke optelsom van talloze factoren. Denken dat je een digitale koploperspositie kan bereiken, zonder investeringen te doen in het fundament, is een illusie.
Stijn Grove is directeur van de Dutch Data Centre Association