Data en ai
Praktijk

AI geeft gebruik locatiedata stevige push

Artificiële intelligentie (AI). Vrijwel iedereen legt de woorden anders uit. Over één ding is iedereen het wel eens: door gebruik te maken van AI kunnen processen sneller én slimmer worden uitgevoerd. Ook gebruikers van locatiedata zien steeds vaker de voordelen in van AI. “Op het gebied van mobiliteit en veiligheid, beheer openbare ruimte en mutatiesignalering basisregistraties heeft AI veel potentie”.

Praatplaat Locatiepact. Beeld: Locatiepact

‘Wat betekent de komst van kunstmatige intelligentie (artificiële intelligentie – AI) in relatie tot de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)?”. Dat was de vraag die Jan Bruijn, directeur van het SVBBGT (Samenwerkingsverband Bronhouders BGT), vorig jaar bezighield. “Ik zag de enorme potentie van AI voor de bronhouders van de BGT en was benieuwd wat dat zou gaan betekenen. In dat kader was ik bezig om contacten te leggen en een kennisbijeenkomst te organiseren. Op dat moment kwam ik Rob van de Velde (directeur Geonovum, FdJ) tegen en hij was gelijk enthousiast.” Van de Velde had net een studiereis achter de rug naar Silicon Valley in de Verenigde Staten, het gebied waar veel grote technologiebedrijven (zoals Facebook en Google) hun hoofdkwartier hebben. De groep van circa dertig personen, werkzaam bij overheid, bedrijfsleven en wetenschap, zag tijdens die studiereis onder meer wat de meerwaarde was van AI en satellietdata met betrekking tot maatschappelijke vraagstukken. Eenmaal terug in Nederland werd besloten tot de opzet van een Locatiepact, waarin het gebruik en de meerwaarde van AI in relatie tot satellietdata een voorname rol innam. “De opzet van het Locatiepact sloot goed aan bij de vragen waar ik al een tijdje mee rondliep”, aldus Bruijn, die vrij snel daarna een eerste bijeenkomst had over AI en locatiedatagedreven oplossingen. “De opkomst was groot. We hadden veertig personen uitgenodigd, waarvan dertig ook daadwerkelijk kwamen.”

Bij het organiseren van die eerste bijeenkomst was ook Douwe Blanksma betrokken. Blanksma, die een rijke achtergrond heeft in het bedrijfsleven, is vanuit Geonovum met Bruijn binnen het Locatiepact trekker van de werkplaats die bezig is met het thema AI en locatiedatagedreven oplossingen. Wat betreft Blanksma zijn er legio kansen als het gaat om locatiedata en AI. “Neem naast de satellietdata bijvoorbeeld LiDAR. LiDAR staat voor LIght Detection And Ranging of Laser Imaging Detection And Ranging. LiDAR moet je zien als een soort van puntenwolk. Het meet niet alleen de afstand tot een object, maar krijgt tegelijkertijd ook informatie van wat het heeft gezien aan kleur. Dat betekent dat het in één keer een 3D-model van een object kan maken. Met behulp van AI ben je vervolgens in staat om ook nog eens de verbinding te leggen met wat het object kan zijn. Die ontwikkeling gaat erg hard.” Dat laatste bevestigt Bruijn. “Nu al zijn er bedrijven, ook in Nederland, die met behulp van LiDAR 3-D beeld creëren van het straatbeeld. Die zien alles met LiDAR. Niet alleen lantaarnpalen of tuintjes, maar ook bijvoorbeeld gevels en wát er aan de gevels hangt. Zoals reclame. Is dat laatste het geval, dan kun je daar precariorechten uit afleiden. Als je dat plot op de BGT, dan kun je de gegevens die gemaakt zijn met behulp van LiDAR, vergelijken met de huidige situatie in de BGT.”

Ondersteuning

Vanuit GeoSamen is door Geonovum het initiatief gestart voor het ‘Kennisplatform Wijs met locatie!’, waarbinnen drie werkplaatsen (Ethische Code, Digital Twin en AI & Locatiedata) zijn opgericht. Het doel van de werkplaats AI en Locatiedata is de samenwerking en kennisontwikkeling rondom de toepassing van AI met locatiedata stimuleren en bundelen. Hiermee wil de werkplaats zorgen dat AI-technologieën op een snellere en verantwoorde manier worden geïncorporeerd in de huidige informatie-infrastructuren en daarmee effectief bijdragen aan maatschappelijke ruimtelijke vraagstukken, zoals klimaatadaptatie, energietransitie en effecten van Smart City ontwikkelingen. Blanksma: “AI heeft de naam dat het moeilijk is, maar eigenlijk hoef je je als gebruiker niet af te vragen wat het is en hoe het werkt. Je vraagt je bij de auto die je rijdt ook niet af hoe iets werkt. Als het maar werkt. Ook in de telefoons van vandaag de dag zit al veel AI. Ook dat hoeven we niet allemaal te snappen om het toch te kunnen gebruiken. Dingen met AI worden gewoon als je ziet hoe je ze kunt gebruiken. Daar ligt de rol van de werkplaats. Door voorbeelden te laten zien en te delen, gaan mensen zien wat er mogelijk is. Dan gaan ze zeggen: ‘als dit en dat kan, dan zou dat ook kunnen.’ Delen leert veel sneller dan zelf zitten puzzelen. In dat opzicht hebben overheid, bedrijfsleven, onderwijs en wetenschap allemaal dezelfde behoefte. Naast behoefte hebben al die partijen ook kennis en ervaring. Dat zorgt ervoor dat er plaats is voor vraagstukken én oplossingen. Al die kennis en kunde willen wij met elkaar verbinden. Dat is de kortsluiting die wij willen leggen.”

De werkplaats is een open en transparante community of practice voor professionals uit de overheid, het bedrijfsleven en onderwijs, die bezig zijn met de toepassing van AI met locatiedata. De inhoudelijke focus ligt vooralsnog op drie thema’s: het signaleren van mutaties in de buitenruimte, inspectie en handhaving van regelgeving in de openbare ruimte en veiligheidsvraagstukken rondom mobiliteit. Daarover zegt Jan Bruijn: “Het gebruik van AI kan op die gebieden veel betekenen. Ik zal een voorbeeld geven. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) heeft geëxperimenteerd met het signaleren van mutaties ten behoeve van het bijhouden van de BGT. Daartoe heeft HHNK een algoritme geleerd wat de BGT in haar eigen gebied inhoudt. Daarmee zijn alle objecten uit dat gebied dan ook bekend. Daarnaast zijn de objecten die te zien zijn op een luchtfoto aan het algoritme geleerd: ‘dit is water, dit is land, dit is een boom, dit is een weg, et cetera.’ Dan is er de kans dat er verschillen zijn tussen die het kaartbeeld en het fotobeeld. Zo zagen wij bijvoorbeeld dat in de BGT een sloot is gekarteerd, terwijl het in de praktijk niet meer een sloot blijkt te zijn. De sloot is gedempt en is nu grasland. Of neem huisjes in vakantieparken. In de BGT staan die niet ingetekend als huisjes, maar als een vlak stuk grond. Op de foto zie je de huisjes wel. Door gebruik te maken van AI signaleer je deze verschillen, zodat ze gekarteerd kunnen worden in de BGT. Daarmee zorg je voor een grotere accuratesse van de BGT en een enorme versnelling van het signaleringswerk.”

‘Sneller en slimmer’

De processen waar Bruijn over spreekt, zijn niet nieuw. Het zijn bestaande processen. Wel kunnen ze met behulp van AI sneller en slimmer worden uitgevoerd. Als wordt ingezoomd op mobiliteit, haalt Blanksma het voorbeeld aan van bewegingsdata. “Er zijn apps die gericht zijn op bewegingsdata die niet alleen werken op crowdsourcing, maar ook op interpretatie. Specifieker: op locatie-interpretatie. ‘Wat zou er kunnen gebeuren als…?’ Bewegingsdata kan ook een voorname rol spelen op het moment je bijvoorbeeld grote mensenmassa’s moet evacueren. Denk aan de bijna-ramp met het Scheveningse vreugdevuur. Hoe krijg je al die mensen daar binnen no time weg? Locatiedata kan, in combinatie met AI, daarin een cruciale rol spelen. Jan heeft het al aangehaald: ook als je het hebt over precariorechten kan de combinatie AI en locatiedata een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld bij toezicht en handhaving op gevelreclame. Ook binnen de agrisector is de combinatie AI en locatiedata een belangrijk punt. De RVO ( Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) staat bijvoorbeeld voor de uitdaging om 500.000 percelen van boeren tussen nu en twee jaar gekwalificeerd en geactualiseerd in haar systemen op te nemen. Dat is een proces dat je handmatig niet gaat redden, ondanks dat al die data er al wel zijn.”

Voor Blanksma is AI een middel met toegevoegde waarde, maar hij waarschuwt niet blindelings achter AI aan te lopen. “Meer nog dan voorheen ligt de nadruk op datakwaliteit. Op het moment je veel data bij elkaar brengt, hoeft er maar één set niet te kloppen en krijg je een verkeerde berekening. Dat AI ons op alle fronten kan helpen is duidelijk, maar we moeten kritisch blijven. Het is niet de heilige graal.”

Inspectieprocessen

Jan Bruijn is ervan overtuigd dat, onder invloed van AI, er de komende jaren veel gaat veranderen. Bijvoorbeeld met betrekking tot inspectieprocessen in de buitenruimte. “Op den duur, ik weet niet of dat al over twee of drie jaar is, zullen al die inspectieprocessen gestuurd worden door AI. Dat betekent onder meer dat wanneer er illegaal iets gebouwd wordt, het ook geconstateerd wordt. Feilloos. We zullen, veel meer dan nu het geval is, komen te weten wat er in die buitenruimte plaatsvindt. Wat mij betreft betekent dat een aantal dingen. In de eerste plaats kunnen we onze (geo-)basisregistraties daarop bijwerken, zoals de BGT. Een tweede is dat de inspectieprocessen efficiënter aangestuurd worden. We kunnen veel gerichter sturen op datgene wat misgaat. Een derde factor heeft te maken met de mens in relatie tot arbeid en studie. We zien nu al een tekort aan mensen die het signalerings- en karteerwerk kunnen doen. Dat tekort wordt alleen maar groter als we niet slimmer gaan werken. In plaats van een mens in te zetten, kunnen we er steeds vaker voor kiezen om een algoritme in te zetten. Dat zal ook gevolgen hebben voor bijvoorbeeld het onderwijs. We gaan onze studenten opleiden dat als ze van school komen, ze al voldoende weet hebben van deze processen en weet hebben van algoritmes. Twintig jaar geleden onthielden we de route naar een stad of locatie. Nu gebruiken we TomTom, Apple Maps of Google Maps om ons de weg te wijzen. Met hetzelfde gemak zullen we straks ook weten waar wat mis is en waar we de kaart eventueel moeten aanpassen.”

Ook Blanksma is er zeker van dat de veranderingen de komende jaren snel zullen gaan. “Het werkveld gaat in rap tempo veranderen in deze informatiseringsevolutie. De uitdaging voor de geowereld is om ook de verbinding te zoeken met vraagstukken die spelen in niet-geo-gerelateerde sectoren en organisaties. Het betekent dat we goed aangehaakt moeten zijn bij onderwijs en wetenschap. Het kan zijn dat zij minder geïnteresseerd zijn om aan te haken, omdat wij te veel op de pragmatische lijn zitten. Aan de andere kant leveren overheid en bedrijfsleven een mooi onderzoeksveld. We gaan het zien. In ieder geval is duidelijk dat AI, in relatie tot locatiedata, de komende jaren veel teweeg zal brengen.”

Wat doet de werkplaats AI en locatie?

  • Ontmoeting: Plenaire werkplaats bijeenkomsten waar kennis en ervaring wordt uitgewisseld en waar deelnemers met elkaar in contact komen.
  • Leerervaring: Inspiratiesessies waarin onderwijs en experts hun educatie aanbieden en overheden en bedrijfsleven de mogelijkheden van AI en locatiedata voor hun werkpraktijk leren kennen.
  • Ontwikkeling: Werksessies waarin overheden hun businesscases presenteren en samen met bedrijven en wetenschappers/onderzoekers werken aan innovatieve oplossingen.
  • Verbinden en delen: Het inrichten van een digitaal platform waar naast kennisdeling (best practices, werkwijzen en protocollen, bewezen oplossingen, et cetera) vraag en aanbod gefaciliteerd wordt.

Wijs met locatie

Eind 2019 is het open platform Wijs met locatie gestart. Hier komen experts samen om de mogelijkheden te verkennen van een nationale digital twin, kunstmatige intelligentie (AI) in de geosector en ethiek bij het gebruik van digitale technieken.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren