Praktijk

API’s brengen partijen samen in waterbeheersector

Als het gaat om waterbeheer, zijn er in Nederland veel partijen bij betrokken. Wat is er nu mooier dan die partijen zoveel mogelijk samen te laten werken? Op papier is dat makkelijk, maar de praktijk is toch vaak weerbarstiger. Gelukkig verrichten API’s ‘wonderen’.

Beeld: Adobe Stock

Divers. Zo mag je de werkterreinen gerust noemen waar Deltares zich mee bezighoudt, het kennisinstituut voor water en ondergrond. Deltares zet haar kennis in om innovatieve en duurzame oplossingen voor wereldwijde vraagstukken rondom het gebruik en de risico’s van water en ondergrond mogelijk te maken Als toegepast onderzoeksinstituut past Deltares wetenschappelijk onderzoek toe in de praktijk en werken ze samen met zowel de overheid als het bedrijfsleven en andere kennisinstituten.

Wereldwijd heeft Deltares ruim achthonderd werknemers. Een daarvan is Stef Hummel, werkzaam op de software-afdeling bij de groep SDI (Software, Datamanagement & Innovation). Een aantal jaar geleden werd aan Hummel en zijn collega’s gevraagd om op te schrijven wat minimaal nodig was om de uitwisseling van data in waterbeherend Nederland te bespoedigen. “In die tijd bestond het project Digitale Delta al, een samenwerking tussen IBM, het Hoogheemraadschap Delfland, Rijkswaterstaat, de TU Delft en Deltares. Het richtte zich op een landsbreed waterplatform, maar al snel bleek dat daarvoor echt goede afspraken nodig waren. Bijvoorbeeld over hoe data bij elkaar op te halen, hoe je die data zo goed mogelijk kon beschrijven en hoe je die data kon uitwisselen. Ons advies was destijds om één data-uitwisselingsstandaard voor waterbeherend Nederland op te stellen.”

Die ene data-uitwisselingsstandaard werd de DD-API 1.0 (Digitale Delta Application Programming Interface). “Bij de ontwikkeling waren ook enkele marktpartijen betrokken die informatiesystemen leveren aan waterbeherend Nederland. Nelen & Schuurmans bijvoorbeeld, een wateradvies & IT bureau voor operationeel-, regionaal- en stedelijk waterbeheer. Ook HydroLogic, een onderzoeks- en adviesbureau voor water & ICT, wilde graag meedoen. Verder kwam vanuit Rijkswaterstaat een verzoek om ook ecologische data mee te nemen, waardoor ook EcoSys aansloot. Gezamenlijk hebben we gezocht naar manieren om het geheel te uniformeren. Maar omdat hydrodynamische data flink anders in elkaar steekt dan ecologische data, is al vrij snel besloten om ook een DD-ECOAPI te ontwikkelen, specifiek gericht op het zoeken en opvragen van ecologische data.” Bij deze twee API’s bleef het niet. Stef Hummel en zijn collega’s merkten dat met name vanuit Rijkswaterstaat een flink aantal extra functionaliteiten werd bepleit. “Dat heeft wel enigszins de vaart uit het project gehaald, maar het waren zeker nuttige toevoegingen. Uiteindelijk heeft het geresulteerd in een tweede versie van de DD-API. Nu wordt het zaak om meer bekendheid te genereren, zodat de toepassing ook echt gebruikt gaat worden. Inmiddels is wel het aantal partijen dat deelneemt uitgebreid. Zo is HKV lijn in water ingestapt, een advies- en ingenieursbureau dat veel toepassingen bouwt, en Kisters, een internationaal bedrijf met een vestiging in Nederland, dat zich richt op waterbeheer.”

Pas-toe-of-leg-uit-lijst

Om meer organisaties gebruik te laten maken van de DD-API’s is het noodzaak dat de standaard een plaats krijgt op de Pas-toe-of-leg-uit-lijst, een lijst die organisaties binnen de publieke sector verplicht om te voldoen aan bepaalde standaarden, of er moet worden uitgelegd waarom niet voldaan kan worden. Hummel laat weten dat op de achtergrond hard wordt gewerkt aan documentatie, zodat in november een aanvraag voor de Pas-toe-of-leg-uit-lijst kan worden ingediend bij het Centraal College van Deskundigen – Datamodellen. Die op haar beurt bekijkt vervolgens de aanvraag en legt het daarna bij goedkeuring neer bij Forum Standaardisatie, de organisatie achter de lijst. “Nieuw daarin is dat het Centraal College wel de nodige ervaring heeft met datamodellen, maar nog niet echt met API’s. Waarschijnlijk zal daardoor de goedkeuring in twee stappen gebeuren. Wij zorgen dat we tegen de tijd dat de aanvraag richting het Centraal College gaat, niet alleen de documentatie goed op orde hebben, maar ook de organisatie eromheen”, aldus Stef Hummel, die plaatsing op de lijst zeker ziet als een meerwaarde. “Een concreet voorbeeld speelt bij Rijkswaterstaat. Zij hebben een groot aantal informatieschermen laten optuigen, bijvoorbeeld rond het Amsterdam-Rijnkanaal. Door hun, maar ook door betrokken waterschappen, wordt veel data bij elkaar geharkt en op dat soort schermen gepresenteerd. Dat verzamelen van die data is vrijwel helemaal conform de DD-API gedaan.”

Rol Rijkswaterstaat

Hummel is blij met de rol van Rijkswaterstaat. “Hun rol in dit traject is erg belangrijk. Al was het alleen maar omdat zij de DD-werkgroep tot nu toe financieel hebben ondersteund, zodat we met dit project kunnen staan waar we nu staan. Aan de andere kant heeft Rijkswaterstaat ook een rol als aanjager. Zij hebben aangedrongen op contacten met en het binnenhalen van marktpartijen, die tot dan toe al wel bij waterschappen actief waren. Vorig jaar, op het moment de ontwikkeling van het project enigszins stagneerde omdat Rijkswaterstaat extra functionaliteiten wilde, hebben wij vanuit de DD-werkgroep actief het contact gezocht met de waterschappen. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan door een bezoek te brengen aan de CoPWA, de community of practice van waterschapsarchitecten. Daarnaast is er een API-dag voor waterbeherend Nederland gehouden. Rijkswaterstaat maakt ook deel uit van het Informatiehuis Water, een samenwerkingsprogramma waaraan waterschappen en provincies deelnemen. IHW zal zorgdragen voor het functioneel beheer van het DD-project. Daarmee is het niet meer alleen een ding van Rijkswaterstaat en wordt gelijk ook de continuïteit van het project geborgd.”

Het is al gezegd: nu de DD-API’s er zijn is het zaak dat (potentiële) gebruikers die ook weten te vinden. Hummel geeft aan dat in het begin van het project er wel over na is gedacht om een centrale catalogus aan te leggen van alle API’s binnen waterbeherende partijen, kennisinstituten en marktpartijen, maar dat door tijdsgebrek dat er niet van gekomen is. “Het uniformeren en implementeren kostte zoveel tijd dat we destijds zeiden: ‘laten we eerst maar een goede basis neerleggen’. Ik weet niet of dat een goede stap is geweest, maar dat was toentertijd de gedachte bij ons. Recent heb ik gehoord dat Rijkswaterstaat van plan is om een catalogus aan te leggen van waterdata. Daarnaast moeten we ons ook aanmelden bij de API catalogus die overheidsbreed wordt opgezet, maar daar zijn we toch een beetje een vreemde eend in de bijt. De meeste API’s gaan over één specifieke informatiebron. Bijvoorbeeld een API van Justitie om rechtspraak op te vragen of een API van de BRO (Basisregistratie Ondergrond) om objecten op te vragen. Wij hebben een API-specificatie met een groot aantal bronnen. We kijken nu wat de beste en meest logische oplossing is om aan te sluiten op de API catalogus van de overheid.”

Samenwerken

Alles overziend denkt Stef Hummels dat het de goede kant uitgaat met betrekking tot het DD-project. Mooi vindt hij vooral dat iedereen die bij het DD-project is aangehaakt, van elkaar wil leren. “Het zijn concurrenten, maar toch willen ze met elkaar samenwerken. Op Europees niveau heb ik dat ook van dichtbij gezien, het van elkaar willen leren en een gezamenlijke standaard neerzetten, maar dat bleek uiteindelijk niet door te zetten. Ik hoop dat het bij de Digitale Delta wel lukt. Ik ben optimistisch, zeker als er zo’n catalogus komt of toepassingen als informatieschermen of viewers. Dan gaat het lopen.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren